Meer dan 200 psychologen kanten zich tegen APA Game Agressie onderzoek
'Link tussen games en agressie is niet objectief.'
Meer dan 200 academici spreken zich uit tegenover een onderzoek van een werkgroep binnen APA (American Psychological Association) die dit weekend verklaarde een correlatie tussen games en agressiviteit te hebben gevonden.
Een van deze wetenschappers praat met Game Informer over zijn visie op het onderzoek.
De APA werkgroep bekeek gepubliceerde artikelen tussen 2005 en 2013 om te kijken hoe games en agressie samenhangen. Uit deze wetenschappelijke review stelt de groep dat er een positieve correlatie bestaat tussen het spelen van gewelddadige games en agressie. Hoe meer gewelddadige games je speelt, des te meer agressief gedrag je vertoont en des te minder medeleven en gevoeligheid tegen agressiviteit je vertoont. Er is "onvoldoende bewijs" om te concluderen dat dit verband leidt tot criminaliteit, aldus het APA rapport.
Onderzoeker Chris Ferguson meldt dat hij en 230 collega's in 2013 al vraagtekens hebben gezet bij de vorming en methodologie van de APA werkgroep. De psychologie professor van Stetson University (Florida, VS) meldt dat "het verband tussen games en agressie een stuk zwakker en onduidelijker is dan het rapport doet vermoeden." Ferguson vindt dat het onderzoek de negatieve conclusie tegenover games veel sterker neerzet dan is geoorloofd. Hij haalt daarvoor drie kernpunten aan.
Ten eerste heeft de werkgroep voornamelijk artikelen bekeken van wetenschappers die negatieve attitudes tegen games hebben. Doen alsof deze groep artikelen een neutrale weerspiegeling van al het voorgaand wetenschappelijk onderzoek is, misleidt de lezer. Dit heet de selection bias: een onderzoeker kiest data die hij vindt passen bij de conclusie die hij zoekt. De werkgroep verliest hiermee objectiviteit en kleurt zijn conclusies.
Ten tweede hebben vier van de zeven leden een sterke anti-media instelling. Dit veroorzaakt verdere subjectiviteit binnen de APA-groep. Een wetenschapper dient alleen een conclusie als waar aan te nemen zodra alle plausibele alternatieve verklaringen verworpen zijn. In dit onderzoek lijkt echter sprake van confirmation bias, het zoeken naar data die je vooraf gekozen hypothese bevestigen. Dit leidt ertoe dat vooroordelen invloed hebben op conclusies.
Ten derde kaart Ferguson de hoge leeftijd binnen de APA eenheid aan. Allen hebben een leeftijd boven de 50 jaar. "Er bestaat een aantoonbare correlatie tussen leeftijd en standpunt tegenover games, ook binnen de academische wereld," zegt Ferguson. "[Hoge] leeftijden en negatieve opvattingen jegens jeugd voorspelen anti-game denkbeelden." Dit kan men zien als een cultural bias, een vooroordeel dat heerst onder een bepaalde groep mensen, in dit geval een leeftijdsgroep.
Ferguson en zijn 230 collega's concluderen dat de APA eenheid geen wetenschappelijke conclusie trekt wat betreft het potentiële verband tussen games en agressie. Studies die geen correlatie tussen games en agressie aantonen zijn genegeerd, de APA onderzoekers hebben geen objectieve conclusies getrokken, en hebben verzuimd plausibele alternatieven te formuleren. "Wij erkennen dat geweld in media mogelijk een invloed heeft op agressiviteit of andere uitkomsten, maar ook dat geweld in media mogelijk niet zulke effecten heeft," stellen Ferguson en zijn collega's. "We geloven dat [het APA onderzoek] onder druk stond om een positief verband te vinden."
Nog wat tijd? Deze artikels zijn ook interessant: