Assassin’s Creed: Brotherhood
Rome werd blijkbaar in 365 dagen gebouwd.
Dat een game als Assassin's Creed: Brotherhood verschijnt is even zeldzaam als alle planeten in het zonnestelsel die mooi even op een rijtje komen te staan. Het is zo één van die gevallen waarbij setting, gameplay en verhaal gewoon perfect bij elkaar passen en een ervaring creëren die misschien zelfs, en hier doe ik even mijn grootste vrees uit de doeken, in komende iteraties van deze franchise niet meer zal voorkomen. Ik weet het, dat zijn een hoop gewaagde uitspraken in één alinea maar ik sta volledig achter elkeen van hen.
Laten we beginnen bij de echte ster van deze game: Rome. In tegenstelling tot Assassin's Creed en Assassin's Creed II speelt Brotherhood zich niet af in drie verschillende steden maar 'beperkt' de game zich tot de Italiaanse hoofdstad. Ik zet beperkt tussen aanhalingstekens want Rome is niet alleen vele malen groter dan eender welke stad we eerder een virtueel bezoekje brachten, er is ook veel meer diversiteit dankzij de mix van woonstad, Romeinse ruines, wereldberoemde gebouwen en boerderijen, dewelke overigens allemaal beklommen en verkend kunnen worden naar believen.
Iedereen die al in Rome geweest is zal bij het spelen van Assassin's Creed: Brotherhood in een constante staat van herkenning vertoeven want het Rome uit 1500 is vrij accuraat nagebouwd. De stad is in slechte staat na jarenlange uitbuiting van de inwoners door de Borgia-familie die de macht in handen heeft en huis houdt in de bekende Engelenburcht. Aan de andere kant van de Tiber zie je hoe ze de koepel van de Sint-Pietersbasiliek aan het afwerken zijn en als je zuidelijker gaat, over het plein waar nu de Spaanse Trappen zijn, kom je het Pantheon tegen. Beklim dat en je ziet in de verte het Colosseum en de Palatijn, beide ook in 1500 al een ruïne.
Dat is het prachtige decor waartegen het verhaal van Assassin's Creed: Brotherhood zich afspeelt. Het verhaal gaat onmiddellijk verder waar het tweede deel eindigde en volgt Ezio terug naar Villa Auditore waar hem een hoop verrassingen te wachten staan. Na een indrukwekkende proloog komen we eindelijk in Rome terecht waar we geïntroduceerd worden tot de personages waar het allemaal om draait in deze game: Cesare Borgia en Niccolo Machiavelli. De Borgia-familie heeft in Rome de touwtjes in handen en Cesare wil zijn macht graag uitbreiden naar heel Italië. Dat is tegen de zin van Ezio en Machiavelli die alles in het werk zetten om dat te verhinderen. Het gevolg is een ware machtstrijd in Rome waarbij elke missie die je onderneemt een rechtstreekse zet is om de positie van Cesare te ondermijnen.
Door de sterke focus van het verhaal is het meteen een stuk eenvoudiger om te volgen dan in de vorige Assassin's Creed-games waarbij de grote hoeveelheid aan personages met lange namen en verschillende locaties al eens verwarrend kon worden. Ook oneindig interessant is de manier waarop Ubisoft Brotherhood's verhaal tussen historische figuren en gebeurtenissen heeft geplaatst. Het moet gezegd worden, dat deden ze eerder ook al maar de opkomst van de Renaissance in Rome heeft voor de gemiddelde mens toch meer gewicht dan de samenzwering dat centraal stond in de vorige game.
Ook uitstekend is het feit dat het verhaal zeer veel ruimte laat voor relevante sidequests. De goed verstopte vlaggen die je kunt verzamelen zijn wel weer aanwezig maar de tijden dat de jacht op deze ondingen de enige vorm van ontspanning was liggen ver achter ons. Zoals eerder gezegd draait Broterhood helemaal om de machtstrijd tussen Cesare en Ezio in Rome en ook de sidequests pikken hier dus op in. Verspreid over Rome zijn de zogenaamde Borgia-torens die elk een stuk territorium bewaken. Om dat stuk territorium terug voor je te winnen moet je de Borgia-toren in brand steken nadat je de lokale legercommandant hebt vermoord.
Vervolgens kun je de lokale handel terug tot leven brengen door winkels te renoveren, kun je vrienden zoals dieven, huurlingen en prostituees terug in het straatbeeld zetten om soldaten af te leiden en kun je shortcuts activeren zodat je sneller over de kaart kunt bewegen. Ook dit past weer naadloos in de semi-historische context van de game want dit was ook daadwerkelijk een periode waarin Rome een heropleving kende na jarenlange verwaarlozing. Het voelt werkelijk alsof je eigenhandig bouwt aan de Renaissance.
Daarnaast heb je ook nog de zoektocht naar de schat van Romulus die zich manifesteert in het doorzoeken van zes ondergrondse hoofdkwartieren van een vreemde sekte, net zoals je in ACII de tombes van oude sluipmoordenaars kon verkennen. Veel uitdaging bieden deze niet maar ze zijn gevarieerd en zijn een leuke afleiding van de rest van het spel. Nieuw zijn de opdrachten die je krijgt van Leonardo Da Vinci. Deze wordt nu door Cesare Borgia gedwongen te werken aan gevaarlijk oorlogstuig maar vraagt je om deze wapens, samen met de blauwdrukken, te vernietigen in ruil voor upgrades van je eigen wapens zoals dubbele verborgen messen. Deze missies van Leonardo zijn enorm leuk omdat ze niet alleen het uiterste vragen van je sluipkunsten maar je ook nog eens toelaten om in prachtige constructies rond te rijden zoals een prototype van een machinegeweer gemonteerd op een paardenkar en een houten tank waarmee je een heel fort aan stukken kunt schieten.