Avatar: Frontiers of Pandora review - Verdient een stevige pandoering
Dertien in een dozijn.
De Avatar: Frontiers of Pandora review van Carl kijkt of de magie van de filmreeks ook in deze game te vinden is.
De Avatar-filmreeks is een technisch pareltje. Of het nu de baanbrekende 3D-technologie van het origineel is of de verbluffende motion capture van The Way of Water, de reeks van James Cameron wordt door technologische innovatie gestuwd. De kritiek die daar vaak op volgt is dat de films bijgevolg ‘style over substance’ zijn: alles staat in het teken van de visuele presentatie, terwijl de plot rudimentair is. Het is dan ook bijzonder treffend dat Avatar: Frontiers of Pandora van hetzelfde laken een pak is. Enkele frisse ideeën ten spijt is dit namelijk een uiterst voorspelbare openwereldgame die evengoed de Far Cry-naam had kunnen dragen.
Je kunt er niet om heen: de planeet Pandora staat in de titel van de game en is daarin dé trekpleister. Het is pure ‘wish fulfillment’ voor fans om de prachtige planeet virtueel te verkennen en ontwikkelaar Massive Entertainment verdient alle lof voor de weergave hier. Er is een overweldigende hoeveelheid flora met prachtige felle kleuren; overal zie je (alien)diertjes nieuwsgierig ronddartelen; en sommige delen van de spelwereld bestaan uit prachtige, zwevende brokstukken die je van kilometers ver ziet. Pandora is duidelijk een buitenaardse planeet - maar toch voelt het haast echt aan.
Soms krijg je dan ook de indruk dat Avatar: Frontiers of Pandora een echte next-gengame is. De overweldigende complexiteit van de spelwereld is immers diep indrukwekkend. Nochtans vallen er enkele belangrijke kanttekeningen te plaatsen. De normaliter zo betrouwbare Snowdrop-engine heeft op PlayStation 5 namelijk enkele lelijke trekjes. Water ziet er niet goed uit, met een zeer afleidend wazig, wit effect - ongeacht hoe dicht of ver je van riviertjes en meertjes bent. Ook vergezichten lopen soms mis, met duidelijke rasters in de wolken. De grafische opties van ‘Performance’ naar ‘Quality’ wisselen helpt wel met dat laatste euvel, maar in ruil krijg je geen feilloze 30 fps. Ook de modellen voor personages en hun animaties horen eerder op de vorige generatie consoles thuis. Pandora is voor deze engine helemaal anders dan de stedelijke omgevingen van de Division-games - en je merkt duidelijk dat Massive Entertainment nog wat moet bijschaven.
Voor release werd Avatar: Frontiers of Pandora vergeleken met Ubisofts andere first-person openwereldreeks: Far Cry. Die vergelijking gaat volledig op. Net zoals in die reeks gebruik je een combinatie van stealth en actie om een grote open wereld uit te kammen. Beide elementen zijn hier echter ondermaats. Het voelt alsof je inspanningen om stealthy te spelen niet gerespecteerd worden. De AI van de vijanden wisselt immers tussen oerdom en extreem opmerkzaam; vijanden in krachtige exosuits kun je soms wel en soms niet met een welgemikte pijl op een zwakke plek uitschakelen; en soms werden er versterkingen geroepen nadat ik een volledig kamp had opgeruimd. Vijanden rechttoe rechtaan confronteren is ook niet fijn, want je wapens zijn erg klungelig (vooral de pijl en boog) en je wordt vaak overweldigd door eindeloze golven vijanden die zelfs van ver je health aan gort knallen. Ik ben de tel kwijt hoe vaak ik mateloos gefrustreerd raakte door de oeverloze, zinloze confrontaties in deze game.
Maar bovenal voelt Avatar: Frontiers of Pandora vreselijk ongeïnspireerd aan. Zoals gezegd leunt het enorm hard aan bij de Far Cry-reeks - zo hard zelfs, dat het lijkt alsof je Far Cry met een Avatar-skin speelt. Ik overdrijf daarbij niet. Een korte introductie zadelt je op met een dramatische gebeurtenis (je zus wordt doodgeschoten) waarna je de wapens opneemt en je bij het verzet voegt. Je wordt meteen naar een hoofdkwartier geleid, waar er vendors, zijmissies en upgrades zijn. En vervolgens kam je de gigantische spelwereld stap voor stap uit, waarbij je gebieden van de vijand bevrijdt. De opbouw van de game volgt dus braaf het overbekende Far Cry-sjabloonén tuimelt in dezelfde valkuilen. Door de bijzonder statische en humorloze gesprekken bouw je nooit een emotionele band op, en de systemen van de game zijn zeer voorspelbaar en platgetreden. Het is niet mooi om te zeggen dat dit Far Cry met een Avatar-skin is, maar het is wel de harde waarheid.
De weinige eigen ideeën die Avatar: Frontiers of Pandora introduceert zijn dan wel weer succesvol. Als Na’vi heb je enkele geslaagde mobiliteitsopties, zoals een extreem hoge sprong, op takken klauteren, en snel via planten naar omhoog glijden. Resources verzamelen heeft ook enkele leuke features: bepaalde soorten fruit moet je voorzichtig verwijderen, door de trigger op je controller zacht in te drukken. Op de PS5 maakt de game daarvoor goed gebruik van de Adaptive Triggers van de DualSense, waardoor je weerstand voelt die intuïtief overeenstemt met echt plukken. Sommige fruitsoorten zijn trouwens van betere kwaliteit in bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer het regent) wat de boodschap van harmonie met de natuur ook mooi weergeeft.
Tot slot slaagt Avatar: Frontiers of Pandora erin om het verkennen organischer te maken dan in andere Ubisoft-games. Je hebt geen minimap, en ook de rest van de HUD is minimalistisch. Objectives worden bovendien vaak omschreven, eerder dan simpelweg getoond (al werd dit ook geïntroduceerd in het beruchte Ghost Recon: Breakpoint). Dat moedigt je aan om de wereld van Pandora te verkennen in plaats van constant in menu’s te duiken. Het is een aanpak die je immersie naar een hoger niveau tilt, en eentje met veel potentieel voor nog verdere uitwerking.
Ondanks enkele frisse ideeën die naar meer smaken, verzandt Avatar: Frontiers of Pandora in het ondermaatse. Dit had evengoed een crossover met Far Cry kunnen zijn, want behalve de prachtige weergave van de planeet Pandora en enkele kleine eigen ‘touches’ is dit een dertien-in-een-dozijn product. Ubisoft krijgt al langer kritiek omwille van diens copy-paste, sjabloonachtige aanpak van gamedesign. Avatar is daarvan een pijnlijk voorbeeld. Daar kan zelfs de prachtige spelwereld niets aan verhelpen.
De Avatar: Frontiers of Pandora review vond plaats op de PlayStation 5.