Black Mesa: Half-Life remake is klaar voor de finale
Van uit de hand gelopen hobby naar Steam Early Access.
Als er een game een plekje in de canon van de gamegeschiedenis heeft verdiend, dan is het wel Half-Life. En daar denken ongeveer tien jaar geleden meer mensen over. Twee mod-teams slaan de handen ineen en werken gezamenlijk verder aan een hobby onder de naam Black Mesa: Source. Hun doel? De klassieke first-person shooter in een Source Engine-sausje onderdompelen. De jaren verstrijken echter en het lijkt een oneindig project te worden. Totdat in 2012 Black Mesa (zonder Source in de naam dus) het licht ziet en nu via Steam Greenlight zijn weg naar Steam Early Access heeft gevonden.
Daar sta ik weer. Gedurende acht minuten word ik in een treintje door de Black Mesa Research Facility geloodst. Een vrouwelijke stem geeft via de speakers veiligheidsinstructies door, maar echt luisteren doe ik niet. Het enige wat ik kan doen is om me heen kijken en de dagelijkse werkzaamheden binnen het ondergrondse complex tot me nemen. Vele robots, geleerden en bewakers sluimeren voorbij. Zelfs de G-Man houdt me op discrete wijze nauwlettend in de gaten. Het zijn de prille minuten van mijn avontuur als de antiheld Gordon Freeman. En hoewel ik het iconische treinritje al vele malen heb gemaakt, blijft het een genot om het voor de zoveelste keer te doorlopen. Tijdloos.
Maar het is tegelijkertijd een uitstekende demonstratie van de inspanningen die het team achter Black Mesa heeft verricht. Er is namelijk veel verschil met het treinritje van ruim vijftien jaar geleden. Zo hebben de ruimtes waar mijn wagon doorheen gaat veel meer diepte. Daartegenover zijn de wanden van de smalle tunnels een stuk gedetailleerder en zien ze er niet meer uit als muren besmeurd met eentonig textuurbehang. De rit gaat verder. Radioactief afval licht fel groen op en stofwolken versluieren de helikopter. Het is alles bij elkaar een andere vertoning dan in 1998.
Ook in de latere passages is goed te zien waar de game op visueel vlak is gepolijst. In Black Mesa ontbreken ze evenmin: de geleerden in hun witte jassen en onhandige stropdassen. In een schemerige kamer schijn ik mijn zaklamp op een professor die achter zijn stoel schuilt en zeven kleuren bagger schijt. Ik werp een blik op zijn gezicht. Voorheen hoekig en flets, maar nu vol met rimpels. Als vanouds rennen de mannen met een IQ van boven de 150 op stuntelige wijze in de klauwen van een buitenaards wezen. Niet veel later ligt de grond met zijn bloed en ingewanden bezaaid.
De Source Engine tovert een minder gedateerde omgeving dan de veredelde Quake Engine (GoldSrc) tevoorschijn, die Valve voor het origineel gebruikte. Met nadruk op minder gedateerd, want de eerstgenoemde engine stamt immers alweer uit 2004. De bijgeschaafde graphics komen dan ook niet in de buurt van de fotorealistische gezichtsuitdrukkingen van Kevin Spacey in Call of Duty: Advanced Warfare. De omgeving van de Black Mesa Research Facility benadert evenmin de prachtige landschappen van Destiny. Maar dat is ook niet het uitgangspunt van deze opgepoetste versie van Half-Life. Black Mesa is de bescheiden facelift die het origineel nodig heeft om anno 2015 speelbaar te zijn.
De Source Engine brengt overigens niet alleen op visueel vlak enkele veranderingen teweeg. De nagenoeg kale gangetjes en kamers die mijn pad kruisen, kennen nu veel meer objecten. De engine brengt er niet alleen meer in beeld, maar zorgt tevens ervoor dat ik van alles kan oppakken en verplaatsen. Een inzichtelijke demonstratie van de natuurkundige wetten volgt al snel wanneer ik op het toilet een hulpbehoevende collega te hulp schiet. Ik pak een rol toiletpapier van een plank en schuif deze vervolgens onder de wc-deur door. De rol van redder in nood is dan ook op mijn lijf geschreven.
Later in de game pak ik een grote stekker op. Deze stop ik in een stopcontact om stroom op te wekken dat nodig is om een vergrendelde deur te openen. Deze missing link zorgt niet zozeer voor een drastische wijziging in gameplay, maar is wel een alleraardigste toevoeging aan het origineel.
Net als in de gratis mod stopt de betaalde versie van Black Mesa vlak voordat je naar de buitenaardse wereld van Xen vertrekt. Crowbar Collective werkt momenteel hard aan de laatste hoofdstukken van de game, die later exclusief voor de betaalde versie uitkomen. Lichteffecten en models zijn ietwat gepolijst, maar ten opzichte van de oude versie zijn er in de nieuwe Black Mesa geen drastische veranderingen. Het is in deze fase vooral de puntjes op de i zetten.
De meest uit het oog springende toevoeging is de multiplayermodus. Op het moment van schrijven zijn de servers erg dun bevolkt. De potjes Deathmatch die ik echter speel, voelen wel als vanouds aan zoals ik vijftien jaar geleden in mijn schoolvakanties hele dagen vulde. Met zijn hectische gameplay en weapon pickups is het allemaal erg old school. Toch zijn er nog een aantal mankementen. Het beklimmen van een ladder is erg onpraktisch en rondslingerende objecten zoals een pallet vormen al snel een obstakel. Het zijn vervelende randzaken waar je tijdens een op snelheid beruste potje Deathmatch dan ook niet op zit te wachten.
Twintig euro voor een mod die de afgelopen jaren gratis verkrijgbaar was. Je kunt er je bedenkingen bij hebben, maar het is aan de andere kant een rechtvaardige vergoeding voor de jarenlange inspanningen door liefhebbers van het origineel. De renovatie van Half-Life staat al jarenlang in de steigers en smacht dan ook naar de finale van de singleplayer. Het is alleen te hopen dat Black Mesa geen Sagrada Família onder de remasters wordt.
Black Mesa is momenteel voor de pc als Steam Early Access verkijgbaar.