Call of Duty: Modern Warfare review - Durft niet helemaal los te laten
Bravo Six, going dark.
Voor de Call of Duty: Modern Warfare review waant Maarten zich weer in 2007. Is deze 'zachte reboot' een nostalgische droom, of een teleurstellende illusie?
Remake, sequel of reboot - Call of Duty: Modern Warfare werd naar aanloop van de release op talloze manieren omschreven. De erfenis van de gelijknamige game uit 2007 is nog steeds alomtegenwoordig: een publiekskanon die het shootergenre herdefinieerde en menigeen opvolger inspireerde. Vernuftige marketing gaat dan ook met een immense verantwoordelijkheid voor ontwikkelaar Infinity Ward gepaard.
Waar Treyarch vorig jaar met Black Ops 4 prioriteit aan Battle Royale-modus Blackout gaf, onderstreept Infinity Ward met deze Modern Warfare nog maar eens het belang van een zorgvuldig uitgekiend singleplayer-luik. Deze campagne is een opeenvolging van sterk georchestreerde set-pieces, waarin de gruwelen der oorlog centraal komen te staan. Dat blijkt al uit de melding vooraf, die voor 'grafische en intense actie' waarschuwt. Wie zich No Russian herinnert, weet dat Infinity Ward niet om controverse verlegen zit - al brengt de ontwikkelaar zijn boodschap deze keer geraffineerder over. Oorlogsmisdaden en persoonlijk leed stuwen deze wraakthriller voort, die zich al zinspelend doorheen een geopolitiek decor manoeuvreert - mét enkele speelse knipogen naar het origineel.
Modern Warfare maakt er een punt van slachtoffers uitdrukkelijk in beeld te brengen. Massagraven met vrouwen en kinderen drukken je met je neus op de feiten, terwijl het tijdens nagelbijtende breach-secties aan jou is om bijkomende schade in te perken. Valt dit alles met het kenmerkende spektakel van een Call of Duty te rijmen? Slechts gedeeltelijk, zo blijkt. Hoewel het Rambo-gehalte aanzienlijk werd teruggeschroefd, is er zo nu en dan nog sprake van tenenkrommend machismo - “splash, nice kill!” - en gameplayconventies die de boodschap van de game onderuithalen. Wanneer je wordt gefeliciteerd omdat je net kwaadaardige Russen en hun eendimensionale generaal hebt opgeblazen, of een vuilgebekte Juggernaut als een heuse eindbaas rondparadeert, is het moeilijk om “too far and we lose ourselves” serieus te nemen. Modern Warfare is niet altijd zo omstreden en grensverleggend als het zelf wil zijn.
De campagne is juist op zijn best wanneer het niet aan aloude gebruiken vasthoudt, maar durft te experimenteren. Erg memorabel zijn missies zoals Clean House en The Wolf's Den waarin je een stikdonker huis infiltreert - nachtkijker en laser in de aanslag - op zoek naar een doelwit. Embedded zet dan weer op zenuwslopende wijze de chaos in een ambassade onder beleg neer. Wanneer je halverwege het verhaal met een ineengeflanste 'shiv' en hulpeloos in het donker schuilt, verwelkom je de ingetogener situatie met open armen. Het zijn dit soort discrete secties - en niet de bombastische vuurgevechten en achtervolgingsscènes - die impact hebben. Daar doen uiteindelijk zelfs enkele schijnbaar onontkoombare shooterclichés geen afbreuk aan. Modern Warfare is een first-person shooter die je bang maakt om de trekker over te halen.
Presentatiegewijs vormt Infinity Wards nieuwste een verfijning van de stijlbreuk die reeds door Call of Duty: WWII werd ingezet. Weg is de superheldenbelevenis van Black Ops 4, Modern Warfare focust namelijk op een 'boots-on-the-ground'-ervaring waarin omgevingsbewustzijn minstens zo belangrijk als vingervlugge schietreflexen is. De game behoudt wel degelijk zijn arcadegerichte nalatenschap, maar voegt een gewichtige en authentieke dimensie toe. Wapens kan je nu op vrijwel elk oppervlak 'mounten', terwijl alle kogels een ballistisch model volgen. Geluid en animaties hebben bovendien een langverwachte upgrade gekregen en behoren tot de top in het genre - net als de graphics. Met name de overtuigende belichting ondersteunt de grauwe sfeer perfect, waardoor de Realism-modus met zo goed als geen HUD een aanrader vormt.
Net als de campagne weet ook het multiplayerluik van Modern Warfare niet over de hele lijn te overtuigen. Zo zijn modi als Gunfight, Cyber Attack en Search and Destroy absolute toppers omdat ze de minutieuze gameplayfilosofie van een tragere, meer doordachte benadering perfect onderschrijven. Team Deathmatch en Domination ontpoppen zich echter al gauw tot een verzamelplaats voor campers. 'Mounten' heeft geen zin wanneer vijanden letterlijk achter je spawnen, terwijl een agressieve aanpak - om aan je spawncampende tegenspelers op Picadilly Circus of Euphrates Bridge te ontsnappen - op meer dan een manier wordt ontmoedigd. Modern Warfare heeft namelijk een erg lage time-to-kill. Koppel dat aan duidelijk hoorbare voetstappen, de afwezigheid van Scorestreaks en maps met onnoemelijk veel verstopplaatsen, en je begrijpt waarom potjes zonder duidelijke objectieven al gauw in verstoppertje verzanden.
Ground War, dat als hét summum van mutliplayerchaos werd neergezet, kampt met eenzelfde gebrek aan focus. Groter betekent niet altijd beter. Opnieuw is het te gemakkelijk om met een APC kills binnen te rijven, terwijl het merendeel van de spelers binnen een straal van enkele gebouwen blijft. Zelden heb je het gevoel dat wat je doet ook daadwerkelijk een verschil maakt. Waar in Battlefield omvang en mobiliteit losjes samenvloeien, voelt de grandeur en 'hoe meer, hoe beter'-aanpak hier ietwat misplaatst aan. Het online strijdgewoel in Modern Warfare is op zijn best wanneer het de reikwijdte en het tempo van gevechten aanzienlijk terugdraait.
Spec Ops, een zogezegde verderzetting van het verhaal in de campagne, vormt ten slotte veruit de grootste teleurstelling. Wie zich aan zorgvuldig geënsceneerde missies verwacht, komt van een kale reis terug. Met vier Operations (het gebrek aan split-screen is pijnlijk) en één Classic Spec Ops-missie vormt de modus niet meer dan een veredelde Survival. Wijd uitgestrekte maps vol voertuigen doen vooral aan Battle Royale denken, terwijl oneindig spawnende vijanden en een opvallend gebrek aan stemmenwerk wel erg als co-op raids aanvoelen. Klassieke Spec Ops-missies zoals in Modern Warfare 2, waar je tot drie sterren kunt verdienen, worden pas later als onderdeel van het 'live-service'-model beschikbaar gesteld, waardoor het huidige aanbod eerder teleurstellend is.
Modern Warfare laat vooral een onbesliste indruk na. De omvangrijke game die als vlaggenschip in het genre moet fungeren, worstelt met zijn eigen identiteit. Enerzijds is er de sterke campagne en meeslepende gameplay die - mede door de introductie van enkele weldoordachte vernieuwingen of upgrades - inleving naar nieuwe hoogtes tilt, anderzijds hangt Infinity Ward net iets te veel aan voorgekauwde conventies vast. Vooral de multiplayer, die zowel tactisch als bombastisch wil zijn, lijdt hier bij grotere spelersaantallen onder. De karige Spec Ops is nog het allergrootste slachtoffer van deze besluiteloosheid. De gameplay en setting staan als een huis, maar dienen ter aanvulling eerder dan ter vervanging van wat Call of Duty ieder jaar voorschotelt. Ontegensprekelijk een technisch meesterwerk, maar niet de creatieve heruitvinding zoals beloofd.
Voor de Call of Duty: Modern Warfare review werd op een PlayStation 4 Pro gespeeld.