Call of Juarez: The Cartel
Teleurstellend middelmatig.
Weinig beslissingen die door gamebedrijven genomen werden vorig jaar vond ik zo moeilijk te begrijpen als Ubisoft's keuze om de Call of Juarez-franchise niet meer in het Wilde Westen te laten afspelen maar te verhuizen naar het actuele zuid-westen van de Verenigde Staten. Red Dead Redemption bewees in 2010 al dat westerngames zeker wel een groot publiek konden bereiken en met de Call of Juarez-games had Ubisoft de kans om een serieus graantje mee te pikken en de franchise sterk te doen groeien. Jammer maar helaas! Niet dat ik er 's nachts van wakker lig maar het voelt wel aan als doodzonde. Het Wilde Westen is een interessant tijdperk dat barst van potentie en tevens veel te weinig gebruikt wordt in videogames (en andere media ook trouwens. Met wie moet ik duelleren om een nieuw seizoen van Deadwood te krijgen?). Maar goed, dat hoeft nog niet automatisch te betekenen dat de nieuwe setting oninteressant is.
Het concept klinkt in elk geval goed. Wanneer een Mexicaans drugskartel een Amerikaans politiekantoor bombardeert wordt er door de regering een taskforce opgesteld om het kartel te vernietigen. In deze taskforce zitten drie topagenten, elk uit verschillende overheidsagentschappen, die elk te kampen hebben met innerlijke demonen, waardoor ze soms al eens naast de wet stappen. In de co-op van de game kan elke speler één van deze drie agenten zijn en moet je naast samenwerken met elkaar ook elkaar zien te verschalken om persoonlijke missies uit te voeren waar de andere leden niets van mogen merken. Zo klinkt het in theorie toch, in de praktijk komt het voornamelijk neer op items oprapen terwijl je collega's even de andere kant op kijken. In de singleplayer campagne heb je zo goed als altijd vrij spel.
Het is spijtig dat de meest belovende, en eigenlijk ook meest onderscheidende, feature van de game zo tam is uitgewerkt. Games als Final Fantasy: Crystal Chronicles, The Legend of Zelda: Four Swords en New Super Mario Bros Wii hebben in het verleden al getoond dat het contrast tussen samenwerken en persoonlijke missies uitvoeren een interessant gameplaycontrast kan bieden.
Het is extra spijtig omdat de rest van Call of Juarez: The Cartel vreselijk middelmatig is. De levels zijn volledig lineair en laten je geen meter van het pad afwijken. Checkpoints volgen elkaar zo snel op dat de vergelijking met een pad van broodkruimeltjes snel gemaakt is en het spel zegt je steeds wat je moet doen. Het gaat zelfs zover dat op bepaalde momenten de game je zegt waar je cover moet nemen om uit je huidige situatie te ontsnappen. Je voelt dat je bij de hand wordt genomen en dat haalt alle spanning uit de game, een probleem dat niet verholpen wordt door de eindeloze stroom vijanden die altijd vanachter muurtjes, bomen of kratten tevoorschijn springen alsof het een schietbaan is.
Ook wanneer de game wat variatie in de formule probeert te brengen, met een auto-achtervolging bijvoorbeeld, kun je je niet ontdoen van de indruk dat de makers van alles geprobeerd hebben om de adrenaline aan het stromen te krijgen - in één van de eerste levels rij je zeer dramatisch door de bossen op weg naar een drugsplantage waarbij je vanzelfsprekend een rivier moet doorkruisen en een gesloten hek moet rammen - maar de game faalt om enige impact te hebben.
Dit komt niet alleen door het extreme handjes-vasthouden maar ook door de besturing die nooit helemaal goed aanvoelt. De personages lopen te traag maar sprinten te snel, springen voelt aan alsof je op een magneet staat en na veel prutsen in het optiemenu ben ik er nog steeds niet in geslaagd de gevoeligheid van de analoge sticks zo in te stellen dat het juist goed aanvoelt. Het zijn allemaal pijnpuntjes die van Call of Juarez: The Cartel geen slechte game maken, maar het is geen game geworden die je met plezier speelt.
De graphics helpen niet. Ze zijn wazig en de vele stedelijke omgevingen voelen gewoon saai aan. Details worden vaak te laat ingeladen en kleine bugs zoals doorzichtige bergen doen het geheel wat rommelig aanvoelen. In zijn geheel voelt het alsof de game op een te klein budget werd gemaakt, waarbij er net genoeg tijd en geld was om het totaalpakket functioneel werkend te maken maar niet genoeg om het allemaal de tijd en moeite van de speler waard te maken.
En daar komt het eigenlijk allemaal op neer. Call of Juarez: The Cartel is geen slechte game in de zin dat het vol bugs zit of de gameplay inherent kapot is, maar de game schiet gewoon op geen enkel vlak boven de middelmatigheid uit. Tijdens het spelen kom je achter elke hoek onvervulde potentie tegen waardoor de enige emotie die je tijdens het spelen voelt niet plezier of woede is maar gewoon teleurstelling. Nu weet ik in elk geval hoe mijn ouders zich voelden telkens wanneer ik thuis kwam met een schoolrapport.
Call of Juarez: The Cartel ligt vanaf nu in de winkelrekken, en dat voor de PS3, X360 en PC.