Skip to main content

Capcom Digital Collection Review

Omdat sommige mensen hun games graag op een schijfje hebben.

Capcom die met een collectieschijfje op de markt komt, het is ver van een unicum. Enerzijds hebben we nostalgiepaketten zoals de Capcom Generations en Capcom Classics Collection games, pogingen om een extra duit te verdienen aan 8- en 16-bit titels van twee decennia terug. Anderzijds hebben een overvloed aan compilaties volledig in het beeld van "die ene game". Ja, je weet wel wat ik bedoel: Street Fighter Collection, Street Fighter Anniversary Collection en Street Fighter Alpha Anthology. Met de Capcom Digital Collection slaat de uitgever/ontwikkelaar een ander pad in en brengt ons een verzameling van acht digitale games van de voorbije zes jaar - niet tegenstaande dat een groot deel daarvan ook gewoon remakes of re-releases zijn van oude games. De perfecte deal voor de online transactie schuwende consument? Of eerder een hutsepot van wansmaak?

Beginnen doen we met Super Street Fighter II Turbo HD Remix. Nee die titel is geen grap, iemand dacht werkelijk dat het een goed idee was om de woorden 'super', 'turbo', 'HD' en 'remix' aan één titel te plakken. Is er iemand die nog behoefte heeft aan een toelichting van Street Fighter II? Ja, het blijft een klassieker, maar weet je wat? Ik ben het beu. Ten eerste hebben ze al zo schandalig veel versies van deze ene game gemaakt dat het gewoon niet meer grappig is. Ten tweede heeft deze Super Street Fighter II Turbo HD Remix (auw, m'n mond) niet echt een overvloed aan modes. En ten derde, waarom zou je hiermee je tijd verdoen als hedendaagse fighting games tegenwoordig exploderen in populariteit: Super Street Fighter IV, Mortal Kombat, Soul Calibur V, BlazBlue: Continuum Shift Extend, Ultimate Marvel Versus Capcom en nu zelfs Street Fighter x Tekken. Een puntje voor het optioneel toepassen van Turbo en Remix aanpassingen en een puntje voor nostalgie, maar dat neemt niet weg dat de game zijn gloriedagen al lang voorbij is.

De volgende op de lijst is Super Puzzle Fighter II Turbo HD Remix. Voor de mensen die nog scheel kijken na het lezen van de vorige titel: het verschil zit hem in de "Street" die vervangen werd door "Puzzle". Kan een puzzelgame spin-off van een vechtgame echt de moeite waard zijn? Spoiler, het antwoord is "ja". De game verscheen voor het eerst in de arcades tijdens 1996/1997, maar maakte pas echt naam met zijn console-port in 2007. Toen al bleek de game verrassend goed de tand des tijds te hebben doorstaan. Zoals iedereen weet, zijn vechtgames - net zoals shooters, hack 'n slashers en simulators - een genre games dat zeer gemakkelijk verouderd, waardoor oudere instanties snel obsoleet worden. Vooral omdat de gameplay onderhevig is aan het realisme van de physics en dus de kracht van de processor. Aan de overkant van dit spectrum vinden we dan weer RPGs, plaformers en - jawel - puzzel games.

Er zijn drie soorten gameplay, elk genoemd volgens één van de laatste drie letters van het alfabet. Waarom? Geen flauw idee. In de X-variant moet je blokken van eenzelfde kleur bijeen klitten en uiteindelijk vernietigen door er een bol van dezelfde kleur op te droppen. De achterliggende mechaniek werkt enigszins als dat van een fighting game: elke groep blokken die je vernietigt, telt als een aanval op de tegenstander. Ook is er een X'-mode die zichzelf presenteert als een meer gebalanceerde versie. Nee, zelfs een puzzel spin-off van Street Fighter ontsnapt niet aan Capcoms herbalanceringsdrang. De Y-versie werkt dan weer als een veredelde drie-op-een-rij kloon waarbij je zelf kan kiezen wanneer je de verzamelde energie opsoupeert om je avatar een aanval te laten uitvoeren. Ten slotte is er nog de Z-mode, waarin de blokken niet uit de lucht komen vallen, maar als een massieve monoliet langzaam uit de grond rijzen. Van al die modes is de X (of X') versie de meest originele - en hectische - waardoor die ook de interessantste is. Vooral in multiplayer is de game een aanrader voor elke liefhebber van actievolle puzzelgames. De soundtrack is overigens gevuld met overdreven vrolijke, Japanse arcade muziek. Je bent gewaarschuwd!

Nummertje drie is 1942: Joint Strike - niet het origineel uit 1984, maar wel de stijlvolle remake uit 2008. De game is een klassieke, verticaal scrollende top-down shooter, compleet met hoge moeilijkheidsgraad. Het doel is simpel: kies één van de drie vliegtuigen om alle vijandige voertuigen naar de schroothoop te leiden. Power-ups komen in de vorm van leven, tijdelijke energieschilden en een afwisseling van wapentuig - met een upgrade als je twee dezelfde type wapens oppikt. Inzake gameplay hoef je dus niet meteen een nieuwe Ikaruga te verwachten. Dit neemt niet weg dat de game een vlotte en mooi ogende ervaring aflevert.

Eén van de meest opmerkelijke zaken vond ik de mogelijkheid om een ontwijk-manoeuvre te activeren. In dit soort games is het uitvoeren van een achterwaartse looping namelijk een stuk minder vanzelfsprekend dan laserstralen en energievelden. Al even vreemd is het feit dat je niet blijft schieten als je de actieknop indrukt. Enerzijds heb je dus rechtstreeks invloed op je schietfrequentie, anderzijds zullen je gewrichten al gauw moord en brand schreeuwen. Co-op is ook van de partij en werkt zelfs belonend, aangezien je dan een gecombineerde aanval kun lanceren. Alles samengevat: het blijft een niche, maar liefhebbers van dit type arcade games zullen hier toch eventjes zoet mee zijn. De nadruk ligt op "eventjes", aangezien de game niet van de langste is.

Volgende in de lijst is Wolf of the Battlefield: Commando 3. Een met testosteron volgepompt knalfestijn dat toch nog plaats weet te maken voor een vrouwelijk teamlid. Je pikt allerhande wapentuig op, flikkert een granaat wanneer het je past en kruipt occasioneel eens in een voertuig. De cartoony sfeer houdt alles luchtig en er is geen moment waarop de game zichzelf (of de speler) au sérieux neemt. Met andere woorden: "Wat als Metal Slug een 3D game was?" Qua gameplay kan je de titel gemakkelijk plaatsen naast de geheime Dead Ops Arcade uit Call of Duty: Black Ops (ook al was dat een gratis extraatje). Ook Dead Nation kan je nog enigszins aanhalen als vergelijking, met het verschil dat die titel visueel indrukwekkender was en qua gameplay toch een stuk dieper ging. Conclusie, de game is geen toonbeeld van originaliteit en binnen zijn eigen genre waarschijnlijk niet eens de beste. Dit neemt echter niet weg dat de snelle en ongecompliceerde gameplay tot energierijke co-op matchen kan leiden. Het enige wat ik niet snap is waarom het aantal toegelaten spelers vastligt op drie. Geen twee, geen vier, maar drie. Waarom?

Dan zijn we aangekomen bij Rocketmen: Axis of Evil (inclusief de "It Came From Uranus"-uitbreiding), het dieptepunt van deze bende. De gameplay valt te vergelijken met Wolf of the Battlefield die hierboven beschreven staat, met als uitzondering dat de game simpelweg niet boeit. Echt, een game als deze, met vier personen in co-op en dan nog de aandacht niet kunnen vasthouden? Mijn medespelers begonnen haast te smeken om de game halverwege het tweede level stop te zetten. Gameplaygewijs zijn er twee grote fouten te vinden: de eerste daarvan is de opbouw van de stages. Deze zijn te groot, te lang en te saai. In Wolf of the Battlefield zijn de levels kort en krachtig - ook al is de levelstructuur lineair, het tempo maakt veel goed. In Dead Nation gaat alles een stuk trager en zal je soms langer op eenzelfde plek vijanden neermaaien, maar de stages zijn visueel aantrekkelijk en zitten structureel gezien ook goed ineen. Rocketmen faalt hier echter op elk vlak.

Het tweede probleem is de injectie van statistiek-elementen. Er is niets mis met het toevoegen van klassieke RPG-elementen in om het even welke game, zolang je het goed doet. Rarara, wat is hier dus niet het geval? Om te beginnen is het mogelijk om - net zoals in Dead Nation - je expertise in verschillend wapentuig uit te breiden. In tegenstelling tot die titel kan je echter geen munitie kopen voor die wapens. Van de vlammenwerper tot het slijpschijfkanon, ze duiken volledig willekeurig op en hebben een tijdslimiet. Statistieken verhogen van een object dat enkel willekeurig en tijdsgebonden tot je beschikking staat? Geniaal! De logica krijgt nog een dreun te verduren, want er zijn ook aparte werp-objecten die je kunt kopen/vinden en gebruiken wanneer je wilt, alleen kun je die niet opwaarderen. Het enige wat de game niet verprutst, is de mogelijkheid om eigenschappen zoals snelheid en leven te verhogen - en dan nog is het niets speciaals. Het lijkt alsof ze de klassieke top-down team shooter wilden injecteren met een dosis Dungeon Siege of Baldur's Gate. Klinkt goed in theorie, maar dat zeiden ze ook over het communisme. In theorie werkt het. In theorie!

Verder wil ik nog een woordje kwijt over het grafische aspect. Zo zijn de tussenfilmpjes geen filmpjes, maar een reeks aaneengeplakte stills zonder enige vorm van audio. Een soort mottige kruising tussen plakboek en amateursstrip gemaakt met in-game screenshots. Dit zou een pak minder erg zijn, mochten de 3D-modellen nog enig niveau hebben. Pech gehad. De cell-shaded personages zijn van de meest ongeïnspireerde die ik ooit heb gezien, ondanks de mogelijkheid om haast elk aanwezig kleurenvlak aan te passen. Het is ook één van de weinige keren dat ik me echt stoorde aan de belachelijk grote en surreëel gevormde boezems die op de torso's van vrouwelijke karakters geplakt werden. Misschien dat de audio wel iets waard is, ik zou het niet weten. In games zoals Wolf of the Battlefield en Rocketmen is het namelijk niet praktisch om aandacht te besteden aan de achtergrondmuziek als er een orkest van geweerschoten en granaten op de voorgrond dreunt.

Dan is er nog Flock!, voor de grapjassen onder jullie: er staat effectief een L na die F. Flock! is een kleurvolle puzzelgame over aliens die zich bezighouden met het ontvoeren van boerderijdieren. Waarom? Dat mag je er zelf bij verzinnen (maar hou het PG-13 alsjeblieft). Ondanks een origineel concept en een amusante stijl, wordt de game geplaagd door enkele technische mankementjes. De game kiest voor een isometrisch 3D perspectief, wat in combinatie met de soms onwennige besturing van de UFO om wat oefening vraagt. Onder de dieren zitten ook altijd enkele koppige ezels (figuurlijk dan) wiens gedrag altijd lijkt af te wijken van de groep. Aangezien elk van de vijftig stages een race tegen de klok is, kunnen die zaken wel eens voor frustratie zorgen.

Er is ook een uitgebreide co-op mode aanwezig die gebruik maakt van puzzelelementen die enkel en alleen via teamwerk op te lossen zijn. Zorg wel dat je volledig afgestemd bent op je partner, anders veranderd de sessie al gauw in een ongewild spelletje botsauto's. Als bonus bevat de game ook een uitgebreide level-editor - mijn eeuwige zwakheid! Het verdict: Flock! mag dan geen perfecte puzzelgame zijn, er valt plezier mee te beleven. Je zal voor jezelf moeten uitmaken hoe zwaar de minpunten doorwegen (en hoe fanatiek je bent voor games met een level editor).

Voorlaatste in de reeks is Final Fight. In tegenstelling tot Joint Strike gaat het hier om het origineel, geen remake. Een spijtige zaak, zo blijkt. Waar de aanwezige versie van Street Fighter II nog enigszins opgepoetste mechanieken naar de tafel brengt, is Final Fight pure, onversneden old school. Zo erg zelfs dat we de Inception-toer opgaan en op een scherm in een scherm moeten kijken: je speelt Final Fight op een arcadekast - in "glorieus" 4:3 formaat - binnenin je eigen breedbeeld scherm. Ik zou opnieuw de woorden "nostalgie" en "retro" naar boven kunnen halen... Maar eerlijk? Tenzij de game je nauw aan het hart ligt om één of andere reden, zal je hier niet meer dan vijf minuten aan willen verspillen. Met of zonder co-op.

Alfsluiten doen we op een positieve noot met Bionic Commando Rearmed 2. Toen het Bionic Commando franchise nieuw leven werd ingeblazen, doken er twee nieuwe games op, Bionic Commando en Bionic Commando: Rearmed. De eerstgenoemde was een AAA-actietitel die zijn hype niet kon waarmaken (maar achteraf niet zó slecht bleek te zijn zoals veel mensen beweerden), terwijl die laatste een enorm degelijke DLC-titel bleek te zijn in volle 2.5 D glorie. Dit vervolg doet alles wat een goed vervolg moet doen: meer van alles. De mechanische grijparm blijft dikke fun, er zijn tal van upgrades en de soms wat dubstep-geïnspireerde soundtrack zal het jongere publiek zeker aanspreken. Ook op grafisch vlak is er geen reden tot klagen, de AI is beter dan je in een game als deze zou verwachten en de co-op zorgt dat de vreugde gedeeld kan worden. Alleen het springen vraagt om wat gewenning - of beter gezegd: leren dat je grijparm haast elke vorm van springen overtreft.

Een aardigheidje dat opvalt, is dat elke titel in het pakket voorzien is van een offline multiplayer - zij het competitief of co-op. Misschien wel handig om te weten.

Het geheel voelt een beetje aan zoals die zakken vol snoeprepen die je in de lokale supermarkt kunt kopen. Ja, het lijkt op een goede deal, maar uiteindelijk merk je dat je enkel de Snickers en de Mars repen lekker vindt, dus blijf je met een overschot aan Milky Ways en Bountys - om nog maar te zwijgen van het afval dat al die verpakking oplevert. Voor zij die de vergelijking niet kunnen volgen: tenzij je een grote Capcom-liefhebber bent die alle genres graag speelt, een voorliefde heeft voor old school titels en een grote afkeer heeft van digitaal games kopen... Dan zou deze nog enigszins aan te raden zijn. Aan al de rest zeg ik: laat de verzameling voor wat het is en ga gewoon voor die ene Snickers reep die je zo graag wilt.

De review van Capcom Digital Collection doorgenomen, en je hebt wel zin om het spel in huis te halen? Dat kan want de game is nu verkrijgbaar op Xbox 360!

5 / 10

Lees ook dit