Column - Overdag student, 's avonds badass
Rollen in games en in het echte leven.
Een kogel zoeft rakelings langs mijn linkeroor en boort zich een weg in de muur. Ik kijk naar het smeulende kogelgat en bedank mijn engelbewaarder. Terwijl ik me omdraai, breng ik mijn jachtgeweer naar mijn schouder. Mijn aanvaller vloekt luid en lost in paniek een tweede schot. Alweer een gat in de lucht. Ondertussen mik ik kalm op zijn hoofd. Ik zie de doodsangst in zijn ogen voordat ik de trekker overhaal. Een halve seconde later blijft er alleen rode pulp over. Fluitend stap ik naar het lijk van mijn tegenstander om te kijken of hij nuttige spullen bij zich heeft.
De volgende dag sta ik tegenover een opgefokte tiener. Ik heb oogcontact met hem gemaakt, en de ongeschreven regel wil dat we nu aartsvijanden zijn. Uit zijn rood-witte bal komt een nijdige, paarse rat die dreigend naar me blaast. Met een zelfzekere glimlach breng ik uit mijn zwart-gele bal een agressieve stenen kolos tevoorschijn. Ik zie hoe wanhoop het gezicht van mijn tegenstander tekent als ik mijn monster beveel om het zijne aan te vallen. Een halve minuut later ligt het knaagdier te kermen van de pijn. Fluitend stap ik naar de ontredderde tiener om mijn prijzengeld in ontvangst te nemen.
De volgende nacht sta ik voor een vervallen mausoleum. Een moordlustige vampier terroriseert het nabije dorp. Het is aan mij om het monster te doden en de beloning op te strijken. Ik olie mijn zilveren zwaard, drink in een teug een flesje met versterkende toverdrank leeg en daal af in het familiegraf. Uit het niks doemt het vleermuisachtige gedrocht plots op. Ik pareer zijn aanval met bovenmenselijke snelheid en open met een houw zijn borstkas. Ik zie hoe honger en haat in zijn ogen branden voordat hij zich een tweede keer op mij stort. Een half uur later bengelt zijn monsterlijke kop aan het zadel van mijn paard. Fluitend galoppeer ik naar het dorp om mijn zuurverdiende goudstukken op te eisen.
Dat is een greep uit de rollen die ik de afgelopen twintig jaar heb gespeeld. Iedereen vervult verschillende rollen in zijn leven, en gamers des te meer. De ene keer ben je een sluipmoordenaar, de andere keer opperbevelhebber van een leger. Sommigen beweren weleens dat games ook rollen aan het echte leven toevoegen. Zo maken ze van kinderen asociale en zielloze wezens. In het beste geval dan, want bij minder geluk groeien ze uit tot moordlustige bruten. Dat gevaar schuilt overduidelijk in bovenstaande passages. Het regent bloed, monsters en geweld.
Sta me ook toe even te vermelden dat ik als fervent gamer een actief sociaal leven en een blanco strafblad heb. Ik heb nog nooit op iemand geschoten, neem geen deel aan hanengevechten en jaag niet op vampiers. Ik voel ook die drang niet, want de rollen van vriend, broer en student vergen al meer dan genoeg van me. En ik zou ze voor geen geld ter wereld willen missen. Maar als iemand me vraagt wanneer ik eindelijk eens de controller opzij leg om de rol van volwassene te spelen, lach ik eens vriendelijk en ga ik verder de wereld redden.