Dark Souls II review
Dansen met de dood.
Deze recensie bevat lichte spoilers voor enkele gebieden en vijanden die je tegenkomt in Dark Souls 2. Je ervaart de game het beste door er zo blind mogelijk in te gaan, dus wees gewaarschuwd. Het cijfer is een 9. Veel plezier in Drangleic, en veel succes. God hebbe je ziel.
Ik ben nog maar tien minuten in Drangleic en ik heb mijn eerste Game Over-scherm al te pakken. In mijn enthousiasme om Dark Souls II zo blij als een kind te ontdekken, draai ik net de camera even verkeerd en ren ik blind een afgrond in. Oeps. De bekende gong luidt. You Died. Een trophy rinkelt in beeld: 'This is Dark Souls.' En dat is het zeker. Mijn eerste dood is een klassiek geval van dood door ongeduld, onoplettendheid en hoogmoed. Het is de eerste van vele.
Ja, dit is zeker Dark Souls. In de bergtoppen is de nevel zo dik dat ik nog geen twee meter voor me uit zie. Onzichtbare sluipmoordenaars maken gretig van de situatie gebruik en planten me opnieuw en opnieuw een dolk in de rug. Later sta ik oog in oog met een slangenmens in een bad van vergif, waardoor mijn levensbalk tijdens het gevecht constant slinkt. En ik vervloek From Software keer op keer. Dit is toch niet eerlijk? Dit haal ik toch nooit? Zonder al die rotspinnen was dit gevecht een makkie!
Maar het is nooit een makkie. Natuurlijk niet, dit is Dark Souls. Maar de moeilijkheidsgraad is niet het doel maar het middel. Om me euforie te laten voelen zoals geen enkele andere serie dat kan. Ik voel me constant de speelbal van een duivelse ontwikkelaar die met meesterlijke precisie alles in de strijd gooit om me te laten opgeven. En telkens lijkt de uitdaging onmogelijk. Na elke nederlaag word ik door schade en schande net dat stukje wijzer. Wanneer ik eindelijk de genadeklap geef en de controller met trillende zweethandjes naast me neerleg, is er geen grotere overwinning denkbaar dan de middelvinger die ik net aan de ontwikkelaar heb gegeven. Even voelt het alsof ik de hele wereld aankan.
Het is de essentie van Dark Souls die er voor zorgt dat ook dit vervolg weer zijn klauwen in me heeft gezet. Ik ben gestart aan deze reis en ik vecht door tot het bittere einde. Zelfs wanneer ik niet speel, ben ik er mee bezig. Ik blijf nieuwe strategieën verzinnen wanneer ik ben verslagen en als ik heb gewonnen, duurt het ook niet lang voor ik móet weten wat er achter de baas verscholen zit. Dark Souls 2 is nog maar enkele dagen in mijn bezit en de in-game klok tikt al de dertig uur aan. Ik ben niet voor de televisie weg te slaan.
Souls-bedenker Hidetaka Miyazaki heeft het stokje doorgegeven aan twee nieuwe regisseurs die Dark Souls toegankelijker maakten. De angst dat daardoor de kern van de serie wordt aangetast, blijkt ongegrond. Er zijn zeker concessies gedaan. Zo kan ik direct tussen kampvuren teleporteren en keer ik iedere keer terug naar een zonnig dorpje om mijn zielen in te ruilen en met NPC's te praten. Statistieken zijn voorzien van handige helpteksten en voorwerpbeschrijvingen zijn duidelijker. Wanneer ik keer op keer sterf verdwijnen er vijanden, zodat het pad naar de volgende eindbaas telkens haalbaarder is.
Puristen gruwelen wellicht bij de veranderingen in een game die ondanks zijn vrij te betreden wereld qua opzet meer lijkt op Demon's Souls dan op Dark Souls. Doordat ik constant tussen kampvuren reis, zijn gebieden vaak enkel door laadschermen van elkaar gescheiden. De wereld voelt daardoor compacter aan dan die van Dark Souls. Dagenlang vastzitten in de donkere krochten van de catacomben als in de eerste Dark Souls is er niet meer bij: vind ik een kampvuur, dan heb ik hoe dan ook altijd een veilige uitweg.
From Software geeft me zo de middelen om beter voorbereid ten strijde te trekken. Het lijkt soms alsof de ontwikkelaar een oogje dichtknijpt en me iets te graag de overwinning gunt, maar de moeilijkheid is juist subtiel verplaatst naar de gevechten zelf. Handig die kampvuren, maar daar staat tegenover dat ik start met maar één Estus Flask die ook nog eens een eeuwigheid duurt om leeg te drinken. Even snel helen in hachelijke situaties is er niet meer bij. Ook handig, die verdwijnende vijanden. Maar mezelf 'omhoog' grinden is daardoor ook geen optie meer. Dit keer moet ik het vechtsysteem echt meester worden.
Een een-op-een gevecht is als een interpretatieve dans en iedere keer een genoegen. Ik bestudeer de vijand net zo lang tot ik bij elke animatie weet hoe ver ik gaan kan. Van mijn aambeeld op een knots ken ik precies de reikwijdte en ik weet ondertussen ook wanneer ik mijn torenhoge schild omhoog houd of wanneer ik juist opzij ren om een aanval in de rug te ontwijken. De tegenstander haalt uit maar botst op mijn schild. In de verwarring zwaai ik mijn wapen met zo'n kracht in zijn gezicht dat de aarde er van trilt. Kom maar hier met die zielen.
Het systeem werkt echter minder op de momenten dat ik meer dan één vijand tegelijk voor me heb, en dat gebeurt in dit deel net iets vaker dan me lief is. Meermaals ga ik zonder enige schijn van kans ten onder omdat ik vanuit het niets door acht demonen tegelijk word besprongen. 'Crowd control' is veel belangrijker dan voorheen, maar door de nog altijd spastiche camera is daar eigenlijk geen beginnen aan. Een oneerlijke dood? Ook dat is stiekem wel Dark Souls. Probeer het nog maar eens, sukkel.
Op technisch vlak laat From Software wel steken vallen in een game die vaak ronduit lelijk is. Het water van de zee druipt als stroop langs rotsen van kreukelig karton. Textures zijn over grote oppervlaktes uitgesmeerd en de spectaculaire lichteffecten uit de eerste trailers zijn op de PlayStation 3 nergens meer te vinden. Daarbij duikt de framerate vaak onder de 30 frames per seconde.
Sommige gebieden raken nu ook wel erg bekend. Ik start al voor de derde keer in een middeleeuwse burcht en loop weer over daken van kathedralen om een klok te luiden. En ja, ik daal ook af via rotte houten stellages om uit te komen in een donker, goor en moerassig gebied vol giftige tegenstanders. Veel uitrusting is ook klakkeloos uit de eerdere delen overgenomen.
Laat dat je er echter niet van weerhouden vrijdag direct naar de winkel te rennen. Dark Souls 2 is dan uit en het leven draait de komende tijd enkel daarom. Ik speel 'm als een bezetene en als ik 'm niet speel, borrelt From Software's nieuwe meesterwerkje door in mijn onderbewustzijn. En ik kijk ook zo uit naar de verhalen van alle andere stoutmoedige avonturiers die Drangleic helemaal voor het eerst mogen ontdekken. Dat maak je immers maar één keer mee. Het is een voorrecht om te koesteren.
Dark Souls 2 is vanaf vrijdag 14 maart verkrijgbaar voor de PlayStation 3 en Xbox 360. De pc-versie volgt op 25 april. Zit je vast? Lees dan ook zeker onze Dark Souls 2 guide.