Dying Light review
Rennen, springen en sterven.
Het hoofd van de zombie spat in bloederige brokken uiteen tijdens Dying Light. Hijgend kom je weer recht, met een bebloede moersleutel in je hand. Je staat op een dak van golfplaat, terwijl een meute ondoden beneden hongerig naar je opkijkt. Maar dan hoor je een bulderend geluid en begint alles te trillen. Een vliegtuig scheert rakelings over je en laat een overlevingspakket vallen. Nu moet het snel gaan: jij wilt dat pakket met medische hulp opeisen en naar je basis terugbrengen, vóór iemand anders dat kan doen.
Snel klauter je over de reling van het dak. De val is hoger dan verwacht, maar enkele vuilniszakken breken je val. Het doet sterk aan de hooibalen in Assassin's Creed denken, maar het past hier beter omdat de Turkse stad Harran sowieso al een vuile sfeer oproept. Zo stuit je regelmatig op geplunderde winkels en massa's lijken die in de blakende zon rotten. Onopgeruimde vuilniszakken horen perfect bij de sfeer van deze smerige grootstad.
Toch is Harran ook gedetailleerd en bij momenten adembenemend mooi. Kooplui stallen hun waren in kleine kraampjes uit en zo kan je de molotovcocktails en messen even bewonderen voor je ze koopt. De bladeren van bomen drijven dan weer zacht in de wind terwijl brandende auto's stinkende rookpluimen uitbraken. En van technische onvolmaaktheden is er amper sprake. De engine sputtert zo goed als nooit en maar heel zelden zie je voorwerpen uit zichzelf bewegen.
Je kruipt uit de stapel vuilniszakken en zet het meteen op een lopen. Er is geen tijd te verliezen; over drie in-game uren gaat namelijk de zon onder. Dan vullen extreem snelle en gevaarlijke zombies de straten van Harran en verandert je gezapige, haast toeristische uitje in een hectische tocht naar een safehouse. Tegenover dat risico staat wel dat al je ervaringspunten verdubbelen. Zo krijg je toch een goede reden om 's nachts alsnog de veiligheid van je safehouse te verlaten om je aan een trip in het pikdonker te wagen. Het voegt een diepere laag toe aan de game, waarbij je strategisch nadenkt of het wel echt de moeite waard is om 's nachts op pad te gaan. Want bij het sterven, verlies je ook enkele ervaringspunten.
Met een druk op de knop klim je over een hek terwijl je amper snelheid verliest. Verderop loopt een gaspijp over ondiep water. Ook dat is geen probleem voor je atletische vaardigheden. Je kan gaan en staan waar je wilt. Door die combinatie van behendigheid en vrijheid is het een waar plezier om door Harran te rennen. En het is nuttig, want op de daken kunnen zombies je niet achtervolgen. Techland slaagt dan ook in zijn opzet om je op een nieuwe manier first-person games te laten spelen. Want in tegenstelling tot de lineaire levels van Mirror's Edge, moet je hier je pad vinden in een echte, open wereld. De bewegingsvrijheid biedt daarbij een grote meerwaarde.
Toch word je het soms beu om voortdurend te voet door de wereld te trekken. Er is namelijk geen manier om via fast travel snel naar een bepaalde locatie in de wereld te gaan. Zo moet je soms gigantische afstanden afleggen langs daken waar je al tientallen keren over hebt gelopen.
De gaspijp leidt naar een klein industrieel gebouw. Je gezond verstand ruimt even plaats voor nieuwsgierigheid en je gaat de troosteloze plek binnen. Met je zaklamp navigeer je door de donkere omgeving terwijl je in kasten naar materialen zoekt. Daarmee bouw je namelijk nuttige upgrades voor je wapens of knutsel je zelf EHBO-koffers in elkaar.
Maar dan open je een deur en sta je oog in oog met een vijand. Een zombie, die jouw vlees wil verorberen. Het is tijd om te vechten. Je moersleutel raakt de ondode recht in het gezicht en hij zwalpt achteruit. Met een vakkundige trap doe je hem struikelen, waarna je een barrage van slagen op zijn hoofd doet neerdalen. Uiteindelijk spat zijn kop uiteen en sta je weer hijgend boven een bloederige pulp. De gevechten zijn dan wel traag, maar door hun realisme zijn ze steeds gewichtig en zoek je voortdurend naar de beste positie om toe te slaan. Dus net zoals in de Dead Island-games, de vorige reeks van ontwikkelaar Techland.
Je verlaat het gebouw. Je bent nu bijna bij het pakket. Dichtbij hoor je echter geschreeuw. Iemand verkeert in nood en heeft je hulp nodig, zoals zovelen in Harran. De stad zit namelijk tjokvol side-quests, waarvan de kwaliteit echter uiteenloopt. Te veel opdrachten vragen je om banale zaken zoals bloemen of kleurpotloden te verzamelen. Daartegenover staan dan weer enkele memorabele scenario's. Zo vraagt een technieker je om midden in de nacht naar de top van een brug te klimmen om daar enkele gigantische UV-lampen los te draaien en mee te nemen. Daarvoor moet je door claustrofobische tunnels via buizen omhoog klimmen en uiteindelijk via smalle metalen stroken in de gietende regen naar de juiste locatie geraken.
Je hebt het pakket eindelijk in zicht, maar er staat een meute ondoden in je weg. Je controleert of je genoeg medkits hebt en haalt even diep adem voor je de zombies te lijf gaat. Niet dat je bang bent voor de dood op zich; je verliest enkel een kleine som ervaringspunten. Het frustrerende zit hem in de onduidelijke manier waarop je na je dood terug in de wereld wordt geplaatst. Soms start je weer op dezelfde positie, maar andere keren start je in een safehouse die honderden meters van je sterfplaats ligt.
Maar deze keer gaat het goed. Je hakt de zombies zonder problemen in mootjes en opent het overlevingspakket. Maar je beloning volgt niet onmiddellijk. Nee, nu moet je de inhoud van het pakket nog tot bij een kwartiermeester zien te krijgen. En daarvoor moet je helemaal terug langs de weg die je net nam. De ervaring is dus op z'n zachtst gezegd repetitief, vooral omdat het stijgen in levels relatief traag verloopt.
Toch geniet je van Dying Light. Het is frustrerend dat je niet snel van de ene locatie naar de andere kunt gaan en dat je bij je dood soms irritant ver weg weer tot leven komt. En na enkele uren spelen overvalt je een gevoel van monotonie. Maar de bewegingsvrijheid van het free-runnen, het dreigende gevaar van de nacht en de realistische, brutale gevechten bezorgen je toch plezier telkens je een tocht in het mooie en gedetailleerde Harran onderneemt. En omdat Dying Light piekfijn is afgewerkt, vormt het direct ook een hele vooruitgang in het oeuvre van ontwikkelaar Techland.