F1 2011
Een fijn afgestelde machine.
Vijftien lange jaren heeft België moeten wachten totdat er nog eens een Belgische coureur mocht meerijden in de koningsklasse van de autosport: de Formule 1. Alhoewel Jérôme d'Ambrosio nog geen hoge ogen weet te gooien, is dat toch best iets om trots op te zijn. Gelukkige voor alle autofanaten moesten wij geen vijftien jaar wachten op de opvolger van de uitstekende racegame F1 2010. Mijn verwachtingen waren dus al hoog gespannen toen ik F1 2011 in mijn brievenbus aantrof.
Waar Codemasters in 2010 nog wat op zoek was naar de fijne balans tussen plezier en realisme, heeft de ontwikkelaar geluisterd naar feedback van de fans. De schreeuw om nog meer realisme werd beantwoord met een oog voor details en het wegwerken van eerdere schoonheidsfoutjes die vorig jaar nog voor een domper op de feestvreugde zorgde.
Wanneer je voor het eerst een race start, zou je nochtans denken dat er bijna niets is aangepast. De grafische engine is dan ook niet vernieuwd, maar enkel aangepast. Eenmaal je echter aan het strijden bent voor de optimale rijlijn en jou plaats op het circuit, flitst alles met een grafische pracht voorbij. De weerspiegeling van de bolides, bij iedere individuele auto een ander stuur en prachtige regen- en watereffecten.
Waar Codemasters echter weer uit de bocht gaat, is het ontbreken van een realistisch schademodel. Een doorgewinterde F1-fan houdt nu en dan ook van een goede crash. De enige manier om de schade te meten die een fender bender veroorzaakt, is gewoon blijven rijden en het rijgedrag van je auto in de gaten houden. Het aantikken van een tegenstander resulteert daarbij al gauw in een verplichte pitstop om jou bolide aan de praat te houden.
In de Formule 1 draait niet alles rond de racers die tegen meer dan 300 kilometer per uur over het asfalt scheuren, maar ook rond de spitstechnologie van enkele techneuten die de auto's van de toekomst ontwerpen. In deze simulator maak je dan ook voor het eerst kennis met het Kinetic Energy Recovery System (KERS) en het Drag Reduction System (DRS). De toevoeging van deze technologie maakt enig tactisch vernuft een must voor echte winnaars.
Bij KERS wordt een deel van de energie die geproduceerd wordt tijdens het remmen opgeslagen en vrijgemaakt als een boost met een simpele druk op de knop. Handig om terug op snelheid te komen wanneer je een bocht te traag inging of om een tegenstander in te halen. Het DRS is dan weer een verstelbare klep op je achtervleugel die de weerstand verlaagt en een hogere topsnelheid oplevert. Om de spanning er echter in te houden, mag je dit systeem alleen op specifieke stukken gebruiken, wanneer je dicht genoeg achter een andere bolide hangt.
Aan het rijgedrag van de auto's valt eigenlijk weinig negatiefs op te merken, behalve dat er te weinig verschil zit tussen de verschillende teams. Ervaren racers zullen je evengoed digitaal in het stof doen bijten met de Ferrari van Fernando Alonso als een Virgin van onze landgenoot Jérôme d'Ambrosio. De kunstmatige intelligentie is nog steeds degelijk, maar durft nu en dan eens wat agressiever uit de kast te komen. Zo wordt het inhalen van de computer iets realistischer, al mag je de AI zeker geen Lewis Hamilton of Michael Schumacher noemen.
Het goede nieuws is dat er voor jou ook wat extra speelruimte wordt voorzien. Zo mag jij zelf ook wat agressiever rijden en mag je wat verder over het randje gaan bij de curbstones. Zo loop je alleszins een deel minder stop and go's op in je zoektocht naar die perfecte lijn en snelste rondetijden. Elk circuit heeft echter zijn eigen eigenaardigheden, waardoor het juist inschatten van een bocht een kwestie van routine en vaardigheid wordt.
Vaardigheid alleen is echter niet genoeg om de snelste coureur op het circuit te zijn. Tactiek is vereist bij het kiezen van de juiste banden, brandstofmengsel en het tijdstip waarop je tijdens de kwalificaties de baan betreedt. Vergeet ook alvast deze tip niet: de temperatuur van je banden speelt een cruciale rol bij het neerzetten van de snelste tijd in de kwalificaties. Tijdens de race is er ook een nieuwe beslissing om te nemen. De safety car-procedure is in het spel verwerkt en is misschien wel de uitgelezen kans voor een pitstop.
Je wordt echter bijgestaan door jou persoonlijke mecanicien die gedurende de race allerlei informatie verstrekt. Waar het in het begin nog meestal gaat over wat opzwepende praat, krijg je in de tweede helft van de race vaker meer nuttige informatie als bandenslijtage en tijdsverschillen door.
Qua speelmodi is er niet veel nieuws onder de zon. De Career, Grand Prix (1 race), Proving Grounds (time trials en time attacks) en multiplayer maken wederom hun optreden. Bij die laatste is het nu mogelijk om met zestien gamers online te spelen waarbij acht auto's worden bestuur door de AI. Nieuw is wel de online co-op, waarbij je samen met een maat tegen of met elkaar kan rijden.
In de Career is spijtig genoeg alles ongeveer hetzelfde gebleven. Je hebt zes seizoenen om van de absolute flopteams naar de top door te stoten, waarbij je doelstellingen moet halen en races winnen. Er blijft echter iets te weinig dynamiek in de modus zitten. Je leest je e-mails, verzint op enkele vragen van de pers een antwoord en je rijdt raceweekends. Stop jullie volgend jaar wat meer actie in de Career, Codemasters?
F1 2011 zet enkele schoonheidsfoutjes uit 2010 recht, waardoor de fans van opgedreven realisme zeker hun gading vinden in deze titel. Eens je gebeten bent door het snelheidsvirus, is de kans klein dat je de controller snel aan de kant legt. Het ontbreken van een realistisch schademodel en de "povere" carrière-modus werpt echter een kleine smet op het blazoen van Codemasters. Hier en daar een aanpassing en wie weet sleept de game volgend jaar wel een negen in de wacht.
De review van F1 2011 doorgenomen, en je hebt wel zin om het spel in huis te halen? Dat kan, want de game is vanaf nu beschikbaar voor de PlayStation 3, Xbox 360 en PC.