Flatout 4 review - Lekke band
Lekke band.
Flatout 4 heeft een zware taak voor de boeg. De eerste twee delen gelden nog altijd als cultgames in het racegenre, met hun vernielbare omgevingen, auto's die tot in detail onderdelen verliezen en overijverige chauffeurs die uit het raam gekatapulteerd worden. Hun gevoel voor humor en chaos liet een onuitwisbare indruk na, die zelfs in games als Ridge Racer Unbounded en Split/Second opgemerkt kan worden. Flatout 3 maakte de reputatie van de reeks echter kapot door een afschuwelijk weggedrag en talloze glitches. Slaagt dit vierde deel erin om de kwaliteit van de eerste twee games te evenaren?
Qua chaos scoort Flatout 4 alvast hoge punten. Meteen bij je eerste race storm je met twaalf tegenstanders door een veel te klein parcours, waarbij schuren, hekken en houten gebouwtjes eraan moeten geloven en de twaalf bulderende machines tegen elkaar rammen. De chaos is prachtig om te aanschouwen en doet je hart vanaf de eerste seconde sneller slaan.
Die heerlijke chaos tref je op elk van de vele circuits aan. Bijna alles in de circuits kun je aan gort rijden. Een groot deel van het plezier in Flatout 4 bestaat als gevolg uit het experimenteren wat er allemaal kapot kan en hoe dat een shortcut oplevert. De parcoursen zijn stuk voor stuk intelligent opgebouwd en bieden een indrukwekkende variatie. Bossen leiden naar bouwwerven, en stoffige snelwegen monden uit in verlaten steden. De chaos van de races en het plezier van het verkennen roepen perfect de geest van de eerste twee Flatout-games op.
Ook je wagenpark is trouw aan de heerlijk trashy sfeer van weleer. Het ruime aanbod aan charmante roestbakken gaat van een jaren '50 sedan tot een minibusje, maar allemaal zien ze eruit alsof ze elk moment uit elkaar kunnen vallen. De charmante lo-fi omkadering wordt nog verder versterkt door het simpele hoofdmenu dat zich in een stoffig tankstation bevindt, en de opgefokte indierock die constant uit je speakers knalt.
Flatout 4 vat de rauwe, haast anarchistische mentaliteit van de eerste twee games dus perfect. Maar daarbij vergeet de game wel om zijn eigen invulling aan de succesformule te geven. De Flatout-modus is daar het beste voorbeeld van. Die collectie minigames draait om het creatieve gebruik van je wagen en je chauffeur, zoals een potje hoogspringen door je personage door de voorruit te knallen. Maar omdat ze zo dicht aanleunen bij de Stunts van weleer, krijg je eerder de indruk dat ontwikkelaar Kylotonn Games slaafs een boodschappenlijstje afwerkt in de plaats van een product met passie aflevert.
Wanneer de studio dan toch een eigen invulling van het concept geeft via de Assault modus, is het resultaat halfbakken. In die modus race je rond, maar kun je ook power-ups gebruiken om je tegenstanders een extra hak te zetten. Veel creatiever dan een schokgolf of een mijn afvuren wordt het echter niet. Andere car combat games zoals Blur vulden die basiselementen al op de vorige generatie consoles boeiender in. Flatout 4 brengt ook op dat vlak dus niks nieuws naar de tafel brengt.
Hoe goed Flatout 4 er uiteindelijk in slaagt om de eerste twee delen te imiteren, het heeft een belangrijk minpunt gemeen met het verfoeide Flatout 3: een ondermaats weggedrag. Je wagens waggelen en zwalpen over de zandstroken, hoe hard je ook je best doet om precies te sturen. Je leert er uiteindelijk wel mee omgaan, maar aangenaam wordt het nooit. Die irritatie slaat om naar frustratie wanneer je in aanvaring komt met je tegenstanders. Zelfs de lichtste tik doet je wagen helemaal de controle verliezen, waardoor je ontzettend vaak helemaal ronddraait en los het decor inrijdt.
Flatout 4 bundelt perfect de chaos en het plezier van de eerste twee games. Je verpulvert de circuits en je tegenstanders, terwijl heerlijke rock uit je speakers knalt en de grauwe sfeer je hart sneller doet slaan. Maar de game mist passie: de stunts zijn vooral een verplicht nummer en de Assault modus is halfbakken. Bovendien frustreert het weggedrag meer dan dat het amuseert. Flatout 4 is dus geen glorieuze terugkeer naar de hoogdagen van weleer, maar wel een voorzichtige eerste stap in de goede richting.