Golden Sun: Dark Dawn
Een (g)oude(n) zon.
Ook grafisch gezien valt er weinig aan te merken. De stijl is zoals we ze vaak zagen tijdens de PSOne periode en bij de DS al eventjes een triomfantelijke terugkeer maakt: chibi-stijl. Tijdens de gevechten is iedereen normaal geproportioneerd, terwijl ze in steden en grotten allemaal een acute vorm van extreme dwerggroei ondergaan. Hoofden zo groot als hun lijfjes. Of je er nu voor bent of niet, het zal de speelervaring er niet minder op maken. De details zijn overvloedig, de visualisatie van Psynergy mag er zijn, de summons zijn best indrukwekkend en het kleurenpallet hebben we reeds besproken. Nu we toch bezig zijn, elke Djinn is voorzien van zijn originele artwork, iets wat bij mij altijd op respect kan rekenen.
Die artwork is trouwens niet het enige stukje meerwaarde in de game. We krijgen twee volledige encyclopedieën waarin alles uit de speelwereld met veel gratie wordt toegelicht. Eén voor de Djinns en één voor al de rest - inclusief alle uit de duim gezogen termen, en geloof me, dat zijn er een pak. De definitie van vreemde termen of eigennamen kan trouwens stande pede opgeroepen worden in het bovenste scherm, zodra het in een dialoogvenster voorkomt. Dit maakt de game ook enorm toegankelijk voor iemand die de vorige delen nooit heeft gespeeld. Een soort ingebouwde wikipedia op commando zeg maar. Je weet wel, voor het geval je mocht vergeten wie je hoofdpersonage nu weer was...
En dan is er nog de muziek. De muziek? Tjah, de muziek stoort niet, maar het is ongelooflijk... Vluchtig. Alles wat je hoort past perfect bij de emotie van de situatie, maar ik zou me geen enkel deuntje voor de geest kunnen halen. Auditief gezien is alles gewoon zeer generiek. Denk aan nummers die een overwegend opgewekte sfeer creëren en al even snel uit het geheugen verdwijnen zodra de decibels wegsterven. Dan zijn er ook nog de geluidseffecten, van de ruisende wind tot een knetterende vuurbal. Zelfs tot in de dialogen; ondanks het gebrek aan voice-overs konden de makers het niet laten deze van een (ietwat irritante) soundbyte te voorzien.
Mocht het nog niet duidelijk zijn: Dark Dawn is er eentje van de oude stempel. Een turn-based vechtsysteem, vier man in je groep, clichématige verhaalintro en random encounters - zelfs tot en met de gebrekkige lokalisatie! Passeren ook de revue in overvloed: de zogenaamde "lost-forevers". Opnieuw, voor de leken: dit zijn objecten in de game die je niet meer kunt verkrijgen eenmaal je een bepaald punt gepasseerd bent. Sommigen houden van de 'hardcore' uitdaging, anderen kunnen het gewoon niet af - wetende dat je die ene Djinn nooit meer zult kunnen bemachtigen. Het enige wat jammer genoeg niet uit de oudheid der RPG's komt, is het menu-systeem. Items worden aan personages zelf toebedeeld en niet in één grote (communistische) smeltpot gestoken. Dat dit gedaan wordt om draaglimieten op te leggen, tot daar aan toe. Maar de navigatie van al die opeenvolgende horizontale schuifmenu's is gewoon pijnlijk.
"Zo maken ze die toch niet meer voor de thuisconsoles..." Dat was het eerste wat door mijn hoofd ging. Fans van de Golden Sun reeks krijgen eindelijk hun langverwachte opvolger - en die stelt niet teleur. Ook de doorsnee liefhebbers van traditionele RPG's (met net dat klein vleugje 'je ne sais quoi') krijgen een solide brok tijdverslinding, op enkele minuscule irritaties na. Het enige waar de game daadwerkelijk de mist in gaat, is de minderwaardige lokalisatie van een verhaal dat sowieso al weinig om het lijf heeft.