Halloween - Griezelen met Eurogamer
De trauma's van de redactie.
Halloween... Het is niet alleen de tijd van olijke pompoenen en uitbundige verkleedpartijtjes, maar ook van ronkende kettingzagen en bloed aan de muur. Het is dan ook ideale de periode om mensen de stuipen op het lijf te jagen. We hebben de psychopathische seriemoordenaars, hersenetende zombies en door Beëlzebub bezeten weesmeisjes allemaal al eens gezien. De redactieleden van Eurogamer Benelux beweren dan ook stalen zenuwen te hebben. Er is helemaal niks dat ervoor zorgt dat ze tijdens het gamen het liefst in foetushouding onder de dekens kruipen en angstvallig naar hun moeder verlangen. Of toch wel?
Kenneth - Kleine meisjes (F.E.A.R.)
Je wandelt door een donkere tunnel. Je zaklamp flikkert aan en uit. Je hoort een vaag gegiechel in de wind. Voor je hangt er een ladder naar beneden. Je grijpt de handvatten vast en draait je om. Een bebloed klein meisje staat opeens recht voor je neus. Ze verdwijnt in het niets. Je hartslag maakt een sprong waar zelfs polsstokspringers even jaloers van worden. Je springt de ladder af en draait je naar de uitgang. Een bebloede man komt naar je toe gewandeld... en gaat in rook op. Je hoort alleen nog zijn stem: "They deserved to die. They all deserve to die." Je knikkende knieën zijn ondertussen in de hele buurt hoorbaar. F.E.A.R. gebruikt zulke schrikmomenten zelden, maar enorm effectief. Het is een game waarin je het gaat haten om alleen te zijn, waarin de gevechten met de brutaal slimme A.I. een verademing zijn. Want in de stilte, wanneer je helemaal alleen bent, weet je nooit wat er je om de volgende hoek opwacht.
Mathijs - Bezoek aan de tandarts (BioShock)
Het medische paviljoen van de onderzeese stad Rapture is als een rariteitenkabinet in een krankzinnigengesticht. Al bij aankomst begroet dokter Steinman me. Hij is een plastisch chirurg met een bijzondere kijk op het schoonheidsideaal. Oké, denk ik dan, prima. Ik ben inmiddels al mutanten, enge kleine meisjes en enorme wandelende duikpakken tegengekomen. Dat kan er ook nog wel bij. Tijdens mijn zoektocht door het paviljoen beland ik op een tandartsenpraktijk. Ik merk meteen een lege tandartsenstoel op. Een dichte mist daalt neer en er ligt plots een lijk in de stoel! Ik doorzoek het kastje, zie nogmaals de mist en draai me om. EN ER STAAT IEMAND ACHTER ME. Vlak achter me. Een man in doktersjas staat daar maar te staren. In blinde paniek pomp ik hem vol lood, om hem vervolgens ook nog maar met een moersleutel te bewerken. Engste jump scare ooit.
Sander - De spiegel (Silent Hill 3)
Heather loopt verdwaald door een vervallen ziekenhuis. Ze probeert elke deur tot er eindelijk een opengaat. Ze komt in een lege opslagruimte met een spiegel die de gehele achtermuur in beslag neemt. "Fijn," denkt Heather, want ze heeft een fobie voor spiegels. Stilletjes kronkelen slierten bloed zich een weg van de spiegelwereld, door een gootsteen voor haar. Het komt op haar af. Ze probeert krampachtig de deur weer te openen, maar die is op slot. Het bloed bedekt de grond en de muren. Heather's spiegelbeeld staat stokstijf, van top tot teen overgoten in bloed. Haar hart klopt in haar keel en ze verliest het bewustzijn. Met een laatste poging probeert ze de deur nog eens. Eindelijk kraakt die open en is het gevaar plots geweken. Ze is oké. Maar die kamer zal haar voor altijd bijblijven... en mij ook.
Derek - Arachnafobia (Bloodborne)
Laat ik even heel duidelijk zijn: ik haat spinnen. Het is eigenlijk niet zozeer haat dan wel complete doodsangst voor dat kruipende hellegebroed. Als iemand morgen met een plan komt om de gehele arachnida-familie uit te roeien zonder het ecosysteem onherstelbare schade toe te brengen, dan maak ik er mijn levenswerk van om het te steunen. Jammer genoeg duikt het achtpotige nachtmerriemateriaal in elke fantasy game op. Bijgevolg verkende mijn party in Dragon Age: Inquisition elke grot terwijl ik buiten wachtte tot de laatste spin verdelgd was. Maar in Bloodborne sta je er jammer genoeg alleen voor. In Nightmare of Mensis wandel ik nietsvermoedend de kamer uit mijn ergste dromen in. Tientallen spinnen hangen naast een reusachtig exemplaar aan het plafond. In blinde hysterie sprint ik onder ze door en zoek ik de uitgang. Achter mij vallen ze met doffe dreunen op de grond. Ik blijf rennen en rennen en rennen. Er zijn nooit genoeg antidotes in Yharnam voorradig om mij van mijn frenzy te genezen.
Carl - De man in de muur (Silent Hill 4: The Room)
Ik was tien jaar toen ik de demo van Silent Hill 4: The Room in mijn PlayStation 2 schoof. Door de huiveringwekkende, valse akkoorden in het hoofdmenu had ik moeten beseffen dat ik nog veel te jong en onschuldig was voor wat er ging komen. Maar toch deed ik verder. Hoe eng kon het zijn? Vastzitten in je eigen appartement, met alle ramen muurvast en de telefoonlijnen doorgesneden. Het idee jaagt me nog altijd schrik aan. Als tienjarig jongetje had ik al helemaal de indruk dat ik een interactief boek van Stephen King was terechtgekomen. Terwijl ik met bevende handen het gure appartement van Henry verken, begint er plots een filmpje te spelen. Een vlek op de muur breidt zich steeds verder uit en er kruipt langzaamaan een wezen uit. Het afstotelijke ding kruipt naar me toe terwijl gore zwarte draden aan de muur blijven plakken en weerzinwekkende geluiden de kamer vullen. Bibberend zet ik mijn console uit. Die scène zou nog weken door mijn hoofd spoken. Wie had kunnen denken dat ik zoveel jaar later een Silent Hill-verzamelaar zou worden?
Yvo - Heksen branden het beste (Left 4 Dead)
Zwaar gehavend hunkeren jij en je mede-overlevenden naar een safe room. En dan ineens hoor je precies wat je niet wilt horen. Het geluid dat door merg en been gaat. Vooral als de kogels schaars of simpelweg op zijn. Een snikkend meisje dat tranen met tuiten huilt, begeleid door zenuwachtig pianogejengel. Je hartslag en transpiratie nemen exponentieel toe. Uiteraard niet van ontroering, maar van nervositeit. Het is ook niet de eerste keer dat je in deze benarde situatie zit. Het is namelijk een grote misleiding om je in de klauwen van deze geschifte heks te lokken. Het enige wat je dan ook wilt, is dat jankende mokkel in brand steken en vervolgens buitenproportioneel vol pompen met lood. Sterf! En hoe doder, hoe beter. Saillant detail: je hebt alleen een bijl in je zwetende knuisten. Succes...
Marcel - Pyramid Head (Silent Hill 2)
De rillingen lopen me nog altijd over het lijf als ik gameplaybeelden van Silent Hill 2 bekijk. De ijzige sfeer en de gekmakende soundtrack zorgen voor nachtmerries. James Sunderland's nachtmerries om precies te zijn. Terwijl hij in Silent Hill naar zijn overleden vrouw Mary zoekt, wordt hij meerdere keren lastiggevallen door het iconische monster Pyramid Head. Het gigantische slagersmes dat nogal lomp over de vloer krast, laat de haartjes rechtovereind staan. Het piramidevormige hoofd spreekt eveneens boekdelen. Mysterieus en angstaanjagend, maar bovenal herkenbaar. Toch is Pyramid Head meer dan een stalkende gedaante. Hij symboliseert James' wens om gestraft te worden voor de dood van zijn vrouw. Pyramid Head is de ultieme bogeyman.
Bert - Dunwich Building (Fallout 3)
Op het eerste gezicht is de Dunwich Building de zoveelste locatie die je op je tochten doorheen de Capital Wasteland tegenkomt. Vlug even binnenwippen, knallen, waardevolle spullen verzamelen en klaar is Kees. Of dat is tenminste het plan. Tijdens je tocht doorheen het gebouw vind je cassettes van een avonturier genaamd Jaime. Eerst klinkt hij redelijk, maar in zijn laatste boodschap kraamt hij in een raspende stem alleen maar onzin uit en roept hij de naam Alhazred. Oké... Als je uiteindelijk in de grotten onder de Dunwich Building komt, hoor je meteen een vreemd gefluister: "Alhaaazreeed..." Een beetje verderop zie je een vreemde obelisk die door Feral Ghouls aanbeden wordt. En door een doorgedraaide zombie-Jaime. Na een intens gevecht loop je rechtstreeks naar de uitgang, grabbel je onderweg je zuurverdiende Melee-Bobblehead mee en trek je de deur van de Dunwich Building achter je dicht in de hoop er nooit meer terug te moeten komen...
Bruce - Jolly Roger Bay (Super Mario 64)
Jaren niet durven gaan zwemmen.