Skip to main content

Hoe DLC bijdraagt tot de onttovering van games

“Heeft u nog wat wisselgeld voor een arme handelaar?”

2017 gaat naar alle waarschijnlijkheid de geschiedenisboeken in als een van de vettere jaren in de gamegeschiedenis. Alleen al de afgelopen weken zijn we verwend met toppers zoals Assassin's Creed: Origins, Wolfenstein 2: The New Colossus en Super Mario Odyssey. Om nog maar te zwijgen over pareltjes als Resident Evil 7, Persona 5, Nier: Automata, Horizon Zero Dawn en The Legend of Zelda: Breath of the Wild die eerder dit jaar uitkwamen. Toch ben ik aan de meeste van die games nog niet eens begonnen, laat staan dat ik de eindmeet heb gehaald. In plaats daarvan spendeer ik mijn avonden vooral met mijn SNES Classic Mini, die er als geen ander in slaagt om mij onder te dompelen in een magische wereld waarin mijn jeugdige verwondering weer de bovenhand haalt.

Uiteraard speelt de kwaliteit van games als The Legend of Zelda: A Link to the Past en Super Mario World daarin een rol, maar er is meer aan de hand. Op de kwaliteit van vele topgames van de afgelopen jaren valt immers eveneens weinig aan te merken. Nee, vooral de manier waarop games vandaag worden voorgesteld, is mij een doorn in het oog. Het bemoeilijkt de immersie die vroeger zo vanzelfsprekend was. Voelden games vroeger aan als passieprojecten van enthousiaste medegamers, dan krijg je vandaag vooral de indruk dat het de belangrijkste doelstelling van ontwikkelaars is om gamers tot de laatste eurocent uit te melken.

We moeten natuurlijk niet naïef zijn. Games zijn in de eerste plaats commerciële producten, en studio's mogen zeker en vast beloond worden voor een puike prestatie. De laatste jaren is die drang naar winst echter een belemmering geworden op de kwaliteit van games. Het begint al bij de aankondiging van toptitels. Daarbij stelt men DLC, allerhande season passes en speciale edities voor, vaak nog voor we één seconde gameplay hebben gezien. We krijgen met andere woorden vooral te horen welke content we niet krijgen bij aankoop van de game.

Dezelfde indruk krijg je wanneer je eenmaal de game in handen hebt. In het beste geval krijg je in het menuscherm de nodige reclame voor alle extra content. Frustrerender is het wanneer de game je ook tijdens het spelen constant daaraan herinnert. Denk maar aan Middle-Earth: Shadow Of War, waarin een orc-handelaar zich in het pauzemenu telkens opnieuw reikhalzend in de handen wrijft, hopend op een paar euro's voor loot boxes.

Sommige ontwikkelaars en uitgevers gaan nog een stap verder. In games als Dead Rising 4 en Asura's Wrath zit zelfs het ware einde van de game verschanst achter een betaalmuur. Middle-Earth: Shadow Of War maakt je progressie gedurende het laatste deel van de game dan weer tergend traag om je toch maar te 'motiveren' om een paar loot boxes te kopen. Dragon Age: Origins is zelfs zo onsubtiel om gewoon een NPC in de game te steken die je de nodige DLC probeert aan te smeren.

Begrijp me niet verkeerd, er is absoluut niets mis met het idee van DLC op zich. Integendeel, er is niets zo fijn als maanden na de release van je favoriete game terug in die spelwereld te duiken met nieuwe content. Zo heeft CD Projekt Red met Hearts of Stone en Blood and Wine twee fantastische uitbreidingen voor The Witcher 3 uitgebracht. Toch voel je je tijdens het spelen van de basisgame op geen enkel moment verplicht om die content aan te schaffen. De basisgame is immers op alle vlakken een afgewerkt product. De DLC is met andere woorden een echte uitbreiding, niet gewoon een deel van de game dat kunstmatig uit het basispakket is verwijderd in de hoop meer geld uit de zakken van spelers te kloppen.

Via goede DLC is het zelfs mogelijk om een stervende game nieuw leven in te blazen. Het oude axioma van Shigeru Miyamoto dat 'een uitgestelde game uiteindelijk goed kan worden, maar een slechte game voor altijd slecht blijft', klopt immers niet meer in deze digitale tijd. Het is perfect mogelijk voor ontwikkelaars om fouten recht te zetten. Denk maar aan een game als Fortnite, waarin aanvankelijk vijf man en een paardenkop geïnteresseerd was. Door de toevoeging van een Battle Royale-modus is Epic Games er echter in geslaagd om miljoenen nieuwe spelers naar de game te lokken.

Bekijk op YouTube

Wat een verschil met veel andere titels die je constant overspoelen met reclame voor een belachelijk dure outfit hier, of een idiote loot box met onbekende inhoud daar. Niet alleen geeft dat blijk van een exploitatief winstmodel, het doet ook het hele proces van immersie teniet. En is dat niet net de reden waarom we graag games spelen? Om even de dagelijkse sleur achter ons te laten en ons onder te dompelen in een andere wereld waarin we een piraat, ruimtevaarder of profvoetballer zijn? Door de constante aanwezigheid van reclame voor DLC slagen veel moderne games er niet in om dat magische gevoel op te wekken. Ze proberen je daarentegen net met je beide voeten in de realiteit te houden in een poging om toegang tot je portefeuille te krijgen.

Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. Veel indiegames bieden wel nog een totaalpakket waarin je je volledig kunt onderdompelen. Ook studio's zoals CD Project Red doen alle moeite van de wereld om je die jeugdige verwondering te bezorgen. En dan is er natuurlijk nog de SNES Classic Mini, waarmee je de tijden van weleer herbeleeft, toen games nog vooral probeerden om je een leuke tijd te bezorgen. Met die doelstelling in het achterhoofd kruip ik dan ook terug voor mijn tv-scherm om tot in de vroege uurtjes te verdwalen in de magische werelden van Hyrule en het Paddenstoelenrijk.

Lees ook dit