Skip to main content

Left 4 Dead 2

Gedoodverfde winnaar?

Dus hoe zit het nu met L4D2? Vanuit een volledig objectief, onbeïnvloed, kritisch standpunt gezien dan? Tjah, dat zit best wel lekker, om niet te zeggen, zeer lekker. Toch klopt het plaatje niet helemaal, achteraan de titel staat het cijfer ‘2’ te pronken, in het standaard gamelexicon synoniem voor ‘een volwaardig tweede deel’. Niet volledig op zijn plaats, lijkt me, aangezien de game soms te hard als een expansion speelt.

Het goede nieuws is dat dit bijna het enige noemenswaardige minpunt van de game is. Dus laten we eens kijken wat voor gruwelijk nieuws het zombiefeest in petto heeft. Eerst en vooral werd de volledige cast vervangen, behalve dat de geslachtsdiscriminatie nog steeds dezelfde ratio aanhoudt –namelijk: één vrouw, drie mannen- zijn de persoonlijkheden van de overlevenden een stuk uitgebreider. Ook aan de zombie zijde doen enkele nieuwkomers hun intrede. De bühne opent zich voor de Jockey, die als een geile hond op alles kruipt dat beweegt en vervolgens de controle overneemt. Vervolgens komt de Spitter, HET bewijs dat vrouwen in games niet altijd rondborstige deernen hoeven te zijn. Ten slotte heb je nog de Charger, L4D2’s eigen versie van de Big Daddy uit BioShock. Al bij al een vermakelijk allegaartje dat zich goed weet te mengen bij het pallet (niet-)speelbare zombies dat werd overgedragen uit het vorige deel. Jawel, alle oude zombies keren terug en dus ook de jolige smoker is wederom paraat om zijn ‘french kiss’-kuren boven te halen.

Bij een nieuwe groep vijanden hoort natuurlijk ook een verse lading wapens om zo het evenwicht van de kosmos in balans te houden. De meest logische stap was gewoon meer van alles er in steken. Meer handguns, een nieuwe shotgun, verschillende assault rifles, de welgekende basis. Een stuk interessanter is de mêlee. Want geef toe, wat is een zombie Apocalyps zonder dat beetje ‘up close and personal’? Van Dawn of the Dead over 28 Days Later tot Evil Dead; allen hebben bewezen dat kettingzagen, katana’s en cricket bats een onmisbaar aspect zijn als er levende doden aan te pas komen. Een typisch geval van: ‘Dit had al in het eerste deel moeten zitten!’ Vooral de herziene physics zorgen dat het verbrijzelen van geïnfecteerde schedels een ware lust wordt.

Ten slotte hebben ook de omgevingen een facelift ondergaan: settings variëren een stuk meer en ook het detail werd omhoog gekrikt. Kortom, beter leveldesign. Mensen die ook deeltje één hebben gespeeld, weten echter dat de levels van L4D niet stoppen bij wat je ziet. Ik heb het natuurlijk over de Director, een big brother die er voor zorgt dat de rottende armageddon niet te voorspelbaar wordt, zoals het hoort trouwens. Vijanden komen in verschillende getallen en op afwisselende plaatsen, zombies van de grote meute hebben meer variërende klederdracht en zelfs de te volgen route in een level kent alteraties. Misschien dat de Director nog ietsje meer controle mag uitoefenen over de vriendelijke AI, deze is beter dan in de eerste L4D, maar heeft nog steeds zijn gebreken.

Deze nieuwe personages, wapens en locaties komen samen in vijf game modes. Oude bekenden zoals Campaign, Versus en Survival komen allemaal terug, samen met nieuwkomers Scavenge en Realism. In de eerste, zoals de titel doet vermoeden, ga je effectief op een ‘scavenger hunt’. Eén map, vier tegen vier en zestien gasflessen, wat er dan moet gebeuren, behoeft waarschijnlijk geen verdere uitleg. De Realism is er dan weer eentje voor de zelfverklaarde ‘hardcore’ gamers, hierin gaan we de Operation Flashpoint toer op en worden visuele hulpsteuntjes zonder veel schroom naar de vuilbak verwezen. Je merkt pas hoe hard je al die wapenaanwijzers en blauwe omlijningen mist tot je ze niet meer hebt. Als je in deze mode plotseling merkt dat je de rest van de groep bent kwijtgespeeld, dan ben je wel min of meer gefuckt.

De campaign mag dan uitgebreid zijn met vijf volledig nieuwe sessies, het is en blijft een beetje zoals Unreal Tournament of de klassieke Battlefield games: ga je alleen, dan ga je gewoon niet. Het is dan ook de multiplayer waarvan de game het moet hebben, of je nu offline, in LAN of online gaat. Zowel co-op als versus, hoe meer zielen hoe meer vreugd. De co-op is echt intens en het hele ‘zombies versus overlevenden’ gedeelte is nog steeds in evenwicht. L4D2 bevestigd wat zijn voorganger al duidelijk maakte, alleen beter.

Uiteindelijk is L4D2 gewoon een heerlijk zombieslachtfestijn en de beste in zijn soort voor het moment. Puur technisch is de game eigenlijk een 9 waard, maar als waarschuwing voor zij die deeltje één gekocht hebben en nu onmiddellijk een grote stap voorwaarts verwachten, besloot ik om er toch maar een 8 op te slaan. Nog steeds een zeer positieve score en ik raad de game dan ook iedereen aan die nog met de franchise moet beginnen of na deeltje één honger heeft naar ‘more of the same’.

8 / 10

Lees ook dit