LEGO: The Hobbit review
Dwergen, dwergen en nog eens dwergen.
In tegenstelling tot wat naam van de game doet vermoeden, staan in LEGO: The Hobbit niet Gandalf en Bilbo maar de dwergen centraal. Van de tussenfilmpjes tot de daadwerkelijke gameplay vormt het zootje ongeregeld net zoals in de films de spil van het verhaal. Hoe sneller je de unieke vaardigheden van iedere dwerg kent, hoe sneller de kans op succes.
Dit is precies wat ontwikkelaar Traveller's Tales voor ogen heeft. Volgens de studio draaien de films in de eerste plaats om de kameraadschap tussen de dwergen, die samen hun thuis van de draak Smaug terug willen veroveren. Bijgevolg is het in deze LEGO-game belangrijker dan ooit dat de personages elkaar goed aanvullen.
Elk karakter heeft daardoor een of meerdere speciale vaardigheden. Balin torst een bijl met zich mee die gebroken voorwerpen de genadeslag geeft. Dori gebruikt zijn slinger om aan haken te trekken of eraan te hangen. Kili schiet met zijn boog naar doelwitten om poorten te openen. Elke dwerg heeft een specifieke rol en verdient zijn plek in LEGO: The Hobbit. Van nodeloze opvulling is hier geen sprake.
Ook gecombineerd komen de dwergen tot hun recht. Het nieuwe buddy-up systeem laat je toe om grotere blokken te breken. In de strijd delen twee dwergen samen dan krachtigere slagen uit. In ieder geval is de afwisseling tussen de vele karakters welkom. Je kunt naar believen een orc met Gandalfs staf wegkatapulteren of met Thorins zwaard doormidden klieven. Het systeem is echter niet bijzonder anders dan andere LEGO-games. Vaak had een actie ook best met één dwerg gekund. Dwergen opstapelen om hoog gelegen punten te bereiken, is niet meer dan een noodzakelijk gebeuren. Veel verschil met het maken van een ladder (zoals in de vorige LEGO-games) is er niet, waardoor deze functie bepaalde stukken enkel nodeloos omslachtig maakt.
Dankzij de grote wereld die je vrij bent te ontdekken, staat het avonturiersgevoel centraal. Vooral visueel valt dit op. Waar voorheen in LEGO-games de 3D-wereld bijna als 2D gepresenteerd werd, draait vanaf LEGO: Lord of the Rings de camera vlot mee. Zo wordt het perspectief dat van een third person hack-and-slash game. Daar komen dorpen, bergen, rivieren en grotten bij om de game van zijn filmische kwaliteiten te voorzien.
Qua actie heeft de spelwereld daarbij veel te bieden. Er is de obligatoire Story Mode (en indien nodig Free Play om alles te verzamelen) en je kunt heel wat andere missies voltooien. In die zijmissies is de eenzijdigheid wel troef. Meer dan een voorwerp vinden in een grot of een andere stad en deze terugbezorgen, zit er niet in.
Tot zover verschilt de game niet veel van zijn voorganger LEGO: The Lord of the Rings. Nieuw in LEGO: The Hobbit zijn de grondstoffen die vrijkomen bij het mijnen of stukslaan van objecten. Hierdoor krijgt de game een hoger RPG-gehalte. De 'loot' gebruik je veelal in een werkplaats om constructies te maken. Tijdens deze mini-game is het de bedoeling de nodige LEGO-blokjes uit te kiezen om het plan te voltooien - zoals je met echte LEGO zou doen. De toevoeging van al die grondstoffen om dan via werkplaatsen verder te gaan, voelt echter geforceerd aan. Er is namelijk geen vrijheid om zelf te bepalen wat je met die grondstoffen wilt aanvangen.
De toon is serieuzer dan in andere LEGO-games. Belangrijk daarin is de voice-over die de missies aankondigt en het verhaal aan elkaar praat. Je krijgt meteen zin om de epische queeste verder te zetten met de grafstem van Christopher Lee (Saruman) op de achtergrond. Door de stemmen van Ian McKellen (Gandalf) en Ian Holm (oude Bilbo) neem je LEGO: The Hobbit gemakkelijk serieus.
Ook het geweld is iets prominenter aanwezig. Zo zijn de ontwikkelaars erin geslaagd om de indruk van het slagveld in de films accuraat weer te geven. Voor het eerst is een LEGO-game echt intens, omdat de ene orc na de andere aanvalt. Ondertussen vinden op de achtergrond grootse gevechten plaats. Wie niet uitkijkt, ziet zijn studs-meter zienderogen leeglopen. De strijd tussen goed en kwaad zet zich de hele game door, en zelfs een heus slow motion-moment ontbreekt niet. Waar de LEGO-games altijd juist zitten, is de mix voor jong oud. De humor en slapstick zijn nooit ver weg en daarvoor zorgen wederom de dwergen, met name in de tussenfilmpjes.
De combinatie van sfeer en actie maken van LEGO: The Hobbit een geslaagde adaptatie van de films. Dat het 'slechts' de eerste twee delen betreft (An Unexpected Journey en The Desolation of Smaug) valt amper op. De game is een complete ervaring en voelt niet ingekort aan. Ruim 330 minuten film is in zes uur gameplay samengevat. Het derde deel komt later in de vorm van een downloadbare uitbreiding uit.
LEGO: The Hobbit slaagt erin om de tendens van de films naar de game over te zetten. Dertien dwergen bevinden zich op een queeste door Midden-Aarde en dienen elkaar verder te helpen. Centraal staan de sfeer, het epische verhaal en ludieke verwijzingen naar de films. Alleen elementen zoals de grondstoffen en het desbetreffende gebruik op de werkplaatsen zijn weinig bijzonder. Het gevoel van echt iets met LEGO bouwen is zodoende niet altijd even goed terug te zien. Desondanks flikt Traveller's Tales het weer: jong en oud vinden hier een zorgvuldig gemaakte game met voor elk wat wils.
LEGO: The Hobbit is nu verkrijgbaar voor de Nintendo 3DS, pc, PlayStation 3, PlayStation 4, PlayStation Vita, Wii U, Xbox 360 en Xbox One.