Need For Speed review
Vereist nog wat sleutelwerk.
Terug naar de basis. Met die filosofische gedachte houdt Ghost Games een korte sabbatical om vervolgens de serie terug naar zijn roots te brengen. Daarom dit keer dus geen opvolger, maar een reboot. In een open wereld met gepimpte auto's de straten onveilig maken en zo nu en dan de politie van je afschudden. De ontwikkelaar grijpt duidelijk terug naar Underground, Most Wanted en Hot Pursuit. Is Need For Speed slechts een compilatie van de beste delen uit de serie of is het toch meer dan dat?
Om die passie voor auto's weer aan te wakkeren, zet Ghost Games onder meer echte acteurs in. Een vijftal dames en heren loodsen je middels live-action cutscenes door een oppervlakkig verhaal heen. Denk hierbij aan een hippe entourage met vlotte kapsels en snelle praatjes, die aan de lopende band energiedrankjes slurpen en fist bumps uitdelen. Het is cheesy, maar het heeft ook weer zijn charme. Dat ze je vervolgens om de haverklap bellen, is echter mateloos irritant. Amper één seconde in de game of midden in een wilde politieachtervolging hoor je je telefoon alweer trillen. Werkelijk nergens ben je veilig voor de telefoonterreur van je stalkende vrienden.
Hoewel Ghost Games in het uitdiepen van het verhaal de plank volledig misslaat, is dat nergens echt storend. In Need For Speed draait het tenslotte om racen. Elk van je vrienden vertegenwoordigt een van de Five Ways To Play. Als groentje in de wereld van straatracers moet je respect afdwingen door punten te verdienen. Die REP bouw je tijdens het racen door Speed, Style, Build, Crew en Outlaw op. Zeker wanneer je het racen en driften onder de knie krijgt, merk je wat voor vlotte arcaderacer de ontwikkelaar heeft neergezet. Het is dan ook een genot om op de strakke beats van The Prodigy met een rotvaart door de straten van Ventura Bay te scheuren.
Dat enthousiasme voor racen neemt in de loop van de game echter af. Zo is de politie in de eerste uren nog een geduchte tegenstander, maar met de nodige extra PK's onder de motorkap schud je ze al snel zonder moeite af. Ook het verloop van de races is regelmatig discutabel. Een kansloze achterstand is nooit onoverkomelijk, terwijl bij een riante voorsprong je door een lullig stuurfoutje voor de eindstreep ineens ingehaald kunt worden. Die rubber banding A.I. is oneerlijk en verstoort enigszins de race-ervaring.
In de open spelwereld rijd je hoofdzakelijk naar missies of events. Die variëren van samen met een crew door haarspeldbochten driften tot races waarbij je de snelste tijd moet neerzetten. Tussendoor kun je ook vrij rondtoeren. Hierin ga je op zoek naar collectibles, werk je Daily Challenges af, daag je impulsief de politie uit of draai je volkomen zinloos met iemand anders donuts op een parkeerterrein. Niets moet, alles mag. Die ongedwongenheid geeft dan ook een groot gevoel van vrijheid.
De omgeving heeft met zijn straten in de voorstedelijke gebieden en bergweggetjes in de heuvels veel weg van Los Angeles. Terwijl de regen met bakken uit de hemel komt, rijd je door een voortdurend nachtelijk Ventura Bay en reflecteert de straatverlichting in de regenplassen op het asfalt. De film grain filter maakt de druilerige underground-sfeer af. Ventura Bay ziet er op het eerste gezicht sfeervol uit, maar er is vrijwel geen verkeer op de weg. Ook de wetsdienaars laten zich maar mondjesmaat zien om je op de bon te slingeren. Voor een miljoenenstad is er weinig leven in de brouwerij.
Hoewel het racegeweld zich op de straten afspeelt, kun je altijd in de garage aan de slag. Met een matgroene wrap, negentien inch sportvelgen, verlaagde voorbumper of complete bodykit tover je je doorsnee wagen om tot een geducht racemonster. Maar met uiterlijk vertoon alleen red je het niet. In tegenstelling tot Need For Speed: Rivals kun je ook weer een kijkje onder de motorkap nemen. Van luchtfilters tot lachgasinstallaties en van schokdempers tot cilinderkoppen: alles kun je upgraden. Wil je roekeloos door bochten driften of juist een stevige grip op de weg? Ook dat is allemaal aan te passen. In Need For Speed kun je dus weer naar hartenlust aan je auto sleutelen.
De bezoekjes aan je garage werken daardoor al snel verslavend. De stallingsplaats biedt overigens maar onderdak voor maximaal vijf auto's. Dat lijkt weinig, maar in Need For Speed draait het dan ook meer om kwaliteit dan om kwantiteit. Zo is het mogelijk om een veertig jaar oude Volvo 242 zo te tunen dat hij een Ford Mustang GT in het stof laat bijten. De keerzijde van de medaille is dat je een dure supercar zoals een Ferrari F40 of Lamborghini Aventador LP 700-4 amper kunt aanpassen. Je haalt dus meer plezier uit het uitbouwen van je bestaande auto, dan uit het sparen voor een exclusieve sportwagen.
Met al die mogelijkheden wil je dan ook niet niets liever dan met je opgevoerde bolide pronken. Met een zevental online medecoureurs in de buurt zou dat geen probleem moeten zijn, maar de praktijk blijkt anders. Het is namelijk niet mogelijk anderen via een eenvoudige matchmaking-systeem uit te dagen. Het enige wat je kunt doen, is direct naast online opponenten rijden en hopen dat ze op je uitnodiging tot een race ingaan. Maar met online rijders die in elke uithoek van de map verspreid zitten, is dat een tijdrovende klus die vaker niet dan wel tot succes leidt. Voor een game die constante internetverbinding vereist, is er dan ook bar weinig multiplayercontent.
Met de open spelwereld, straatraces en tuning pakt Ghost Games de beste elementen uit enkele van de vorige delen. Need For Speed is daarmee een prima arcaderacer, maar nergens revolutionair. Er zitten namelijk nog te veel schoonheidsfoutjes om echt van een frisse start te spreken. De stad is eentonig, de rubber banding is storend en de online component biedt geen meerwaarde. Onder de motorkap zit het goed; nu moet alleen nog de buitenkant getuned worden.
Need For Speed is nu verkrijgbaar voor de PlayStation 4 en Xbox One. De pc-versie staat gepland voor het voorjaar van 2016.