Pokémon Yellow charmeert zelfs twintig jaar later
Retro in Kanto.
Editor's Note: Deze week was de vijfentwintigste verjaardag van Pokémon. Om de verjaardag te vieren, kijken we samen met Bert terug naar zijn herinneringen met Pokémon Yellow. Dit artikel werd oorspronkelijk op 4 maart 2016 gepubliceerd.
Het is altijd leuk wanneer familieleden van hun reis thuiskomen, want je kijkt natuurlijk naar je souvenir uit. Dat deed ik ook vele jaren geleden, toen mijn ouders van Thailand terugkwamen. Toen ik mijn souvenir kreeg, was ik zowel dolgelukkig als verward. Hoera, het was Pokémon Yellow! Maar toch klopte er iets niet volledig. Op de cartridge stond enkel het generische woord 'GAME' en de handleiding leek op een stuk toiletpapier waarop iemand in slecht Engels instructies had getypt. Het was dan ook met een bang hart dat ik de game in m'n Game Boy stak. Maar als bij wonder werkte alles perfect, en was ik vertrokken voor tientallen uren in Kanto.
Zestien jaar later is dat gevoel nog niet veranderd. Het beginscherm met Pikachu die me met open armen begroet, tovert een glimlach op mijn gezicht. "Pika!" roept hij dolenthousiast wanneer ik op de start-knop duw. Ik vind het ook fijn je terug te zien, gele vriend! Vijf minuten later zit ik op het puntje van mijn stoel, want het gevecht tegen mijn rivaal - die ik Bruce heb genoemd - loopt niet helemaal zoals verwacht. Blijkbaar groeien de critical hits in Kanto aan de bomen, want Bruce' Eevee deelt de ene na de andere uit. Gelukkig heb ik die Potion uit m'n pc gehaald, zodat ik Pikachu kan genezen en alsnog met Eevee de vloer kan aanvegen.
Even later vang ik een Mankey en train ik hem tot hij Low Kick leert. Fight is sterk tegen Rock, en na zestien jaar laat ik me niet meer door Brock's Geodude en Onix in de luren leggen. Het is wel vervelend dat ik Mankey bij elk gevecht voor Pikachu moet uitwisselen, omdat hij als enige sterk genoeg is om andere Pokémon te verslaan. Vooral als je team volledig is, begint het trainen aan te slepen. Je verdient niet veel ervaringspunten en de Trainers zijn pittiger dan ik me herinner. Daardoor loop je de deur van het dichtstbijzijnde Pokémon Center voortdurend plat. En dat heen-en-weergeloop is geen pretje. Nog een geluk dat Nurse Joy haar diensten gratis aanbiedt.
Na een paar uur spelen betrap ik mezelf meer op gezucht uit frustratie dan op gelach uit nostalgie. Je merkt dat je een twintig jaar oude game aan het spelen bent. Alle vernieuwingen die de Pokémon-games door de jaren heen hebben gekregen, zijn in de eerste generatie nog nergens te bespeuren. Je Pokémon items laten vasthouden? Daar zijn ze hier nog niet slim genoeg voor. Loopschoenen voordat je je Bicycle krijgt? Nee, stap maar aan een Slugma-tempo. Pokémon kweken? Niet in Kanto, lieve kindertjes. Het lijken maar details, maar ze hebben wel invloed op de speelervaring. Zonder de vernieuwingen van de latere generaties is Pokémon Yellow ruw en weinig gestroomlijnd.
Maar waar de eerste generatie op vlak van gestroomlijnde gameplay achterophinkt, blinkt het qua charme nog steeds als de schitterendste diamant. Die louche kerel die je voor 500 Pokémon Dollars een Magikarp probeert aan te smeren. Bill die zijn lichaam per ongeluk met dat van een Pokémon combineert. Die bewakers die je Saffron City niet binnen laten omdat ze dorst hebben. Al die kleine, soms eigenzinnige elementen laten zelfs twintig jaar na de oorspronkelijke lancering nog steeds een onuitwisbare indruk achter.
Op sommige momenten doet Pokémon Yellow je zelfs verlangen naar een eenvoudigere tijd. Toen de vijandelijke criminele organisatie nog geen megalomane plannen koesterde, maar gewoon uit was op keiharde Pokémon Dollars. Toen je je nog geen zorgen hoefde te maken over IV's, EV's en Natures als je een kans wilde maken om een gevecht tegen je vrienden te winnen. En vooral toen het nog voldoende was om 151 namen vanbuiten te kennen. 722 namen kan mijn 26-jarige brein niet meer aan.
Door Pokémon Yellow opnieuw te spelen, merk je wel hoezeer de reeks geëvolueerd is. Kwatongen beweren al eens dat elke nieuwe generatie Pokémon-games te weinig verschilt van de vorige om als nieuwe, innovatieve games te gelden. Maar dat is een hol argument wanneer je de eerste en laatste generatie Pokémon-games naast elkaar legt. Pokémon Red, Blue en Yellow voelen als een blok graniet aan, waar Pokémon X en Y na jaren van beeldhouwen en vijlen een prachtig Rhydon-standbeeld van hebben gemaakt.
Het is dan ook geen vanzelfsprekendheid om naar Kanto terug te keren. Pokémon Yellow is op vlak van gameplay zwaar verouderd. Qua charme staat het echter nog steeds als een huis, waardoor je toch blijft spelen. Dat is voor een groot deel te danken aan de eenvoud van de eerste generatie. Simpelheid kan nu eenmaal even mooi zijn als complexiteit. Ofwel wil ik die blaaskaak van een Bruce gewoon keihard op zijn plaats zetten. Want ik wil gewoon de beste zijn, zoals niemand eerder was.