Samenspel brengt Dying Light tot leven
Een verslag van een krankzinnige nacht.
In je eentje Dying Light spelen is ongeveer even spannend als je dagelijkse boodschappen doen. Je hebt de route al duizend keer gedaan en op de automatische piloot vink je een checklist af. Soms doe je een blokje om en de ene keer koop je boontjes in plaats van worteltjes, maar interessanter dan dat wordt het niet. Het is eigenlijk de bedoeling dat je de zombiegame van Techland samen speelt. Niet voor niets krijg je die boodschap vaak in beeld. Coöperatief is de manier om Dying Light te ervaren zoals het bedoeld is. Dat bewijst een avondje online co-op met Carl.
Al snel nadat hij naadloos mijn game is binnengestapt, blijkt hoeveel leuker de game is met twee spelers. Samen een groep zombies in elkaar stompen, heerlijk! Beide zwaaien we als gekken met knuppels en buizen in het rond. Terwijl Carl een op de grond liggende zombie wat trappen geeft, doemt er achter hem nog een ondode op. "Pas op, achter je!" roep ik net op tijd. Carl scheldt hardop, draait zich om en ontsnapt ternauwernood aan de klauwen van de vijand. Hier, een hamer in je kop. Spletter!
Later raakt hij een zombie met een gasfles op zijn rug, die daardoor vlak langs mijn oor suist en iets achter me explodeert. Hilarisch, totdat het lawaai een horde rennende tegenstanders op ons afroept. Voor we verder kunnen, klauteren we snel op het dak van een bus en beuken we daar net zo lang van ons af tot de rust is teruggekeerd. Het is een waar slagveld geworden. We zijn de enige levenden in een zee van afgerukte ledematen en afgehakte hoofden. Ongegeneerd als we zijn, stelen we ook nog even de bezittingen van de lijken. Dat geld hebben ze toch niet meer nodig.
Dan komt er een veel grotere zombie ten tonele. Hij draagt een enorme hamer bij zich. In mijn eentje ben ik er normaal gesproken een uur op aan het inhakken, doodsaai en vermoeiend. Maar samen krijgen we de boodschap om meer schade dan de ander aan hem toe te brengen. Waar ik in m'n eentje het liefst mijn tijd niet aan ze verdoe, zorgt dit wedstrijdelement ervoor dat de formidabele tegenstander een stuk uitdagender is. Carl heeft al wat meer ervaring en wint met gemak. Hij juicht en ik doe net alsof ik heel goed tegen m'n verlies kan. Hij is er extra ervaringspunten voor rijker, maar voor mij is het ook niet voor niets geweest. Ik houd de enorme hamer die hij dropt namelijk voor mezelf. Lekker puh.
Zo zijn er veel meer elementen die samen leuker zijn, juist omdat er een competitief element zit ingebouwd. De daken waar ik wegens het ontbreken van een fast travel optie al honderd keer overheen ben gerend, krijgen een nieuwe dimensie wanneer ik punten kan verdienen op het moment dat ik ergens sneller ben dan Carl. Eerst dropkicken we nog broederlijk zombies de afgrond in, maar zodra het startschot voor een wedstrijdje klinkt, worden we beiden bloedfanatiek. Dat de controls me weer eens in de steek laten en ik twee millimeter naast de veilige vuilniszakken land, is dan niet zo erg meer. Terwijl ik bloedend en gebroken op de grond lig, sprint Carl me lachend voorbij. Dan kan ik toch ook geen glimlach onderdrukken, ondanks dat ik alweer heb verloren.
We hebben zoveel lol samen dat we de tijd vergeten en de ondergaande zon inmiddels aan de horizon verdwijnt. Alles is donker, de nacht is begonnen. De vriendelijke rivaliteit slaat om in pure kameraadschap zodra de gevaarlijkste mutanten hun schreeuw laten horen. Van het ene op het andere moment is alles chaos. Ze komen uit alle hoeken en gaten, en klimmen net zo gemakkelijk omhoog als wij. Shit, shit, shit!
Een safehouse, waar is de safehouse? In blinde paniek raken we elkaar in de donkere straten kwijt, totdat ik Carl hoor schreeuwen en hem door een van zijn bloeddorstige achtervolgers op de grond vastgepind zie. Ik bedenk me geen moment. Na een welgemikte mep met een politieknuppel spartelt het beest er vandoor en help ik Carl weer op zijn voeten. Daar, daar in de verte! Carl rent voor me uit, zoals ik in flarden in het schommelende licht van mijn zaklamp zie. Met de mutanten nog klauwend aan onze laarzen klimmen we tegelijk het hek over, de veilige haven binnen. We laten beide een diepe zucht. Dankzij elkaar hebben we veilig de nacht overleefd. Vraag me niet precies hoe. Mijn hemel.
Wanneer Carl mijn game verlaat om te gaan slapen keert de rust terug in de singleplayer van Dying Light. Ik blijf alleen achter en verlies vrijwel direct de motivatie om op mezelf de spelwereld te verkennen. Dus dit is de manier om de game te ervaren. Hoe spannend zou het wel niet zijn in een team van vier? Daar kijk ik pas echt naar uit. Wil ik doorspelen in m'n eentje? Nah. Ik doe de PlayStation 4 uit en wacht rustig tot het moment dat ook andere vrienden tijd hebben voor een potje coöperatief Dying Light. Zoals het hoort.