Shadow of the Tomb Raider review - Uit balans
Hoge pieken, diepe tombes.
De Shadow of the Tomb Raider review van Michiel verkent de jungle van Peru, thuisbasis van tal van exotische diersoorten en criminele organisaties.
De geschiedenis van de Tomb Raider-games is zo mogelijk nog beroerder dan die van hoofdpersonage Lara Croft. De eerste drie games waren mee verantwoordelijk voor het succes van de originele PlayStation, maar nadien wist de serie lang niet altijd te overtuigen. In 2013 gooide ontwikkelaar Crystal Dynamics het roer volledig om, met het uitstekende Tomb Raider als gevolg. Sterk geïnspireerd door de Uncharted-games bood de titel een gebalanceerde mix van combat, exploratie en puzzels. Opvolger Rise of the Tomb Raider ging nog een stukje verder, en wist zijn inspiratiebron bij momenten zelfs te overklassen. Voor sluitstuk Shadow of the Tomb Raider heeft Eidos Montreal de eindverantwoordelijkheid van Crystal Dynamics overgenomen, maar de studio slaagt er niet altijd in om de delicate balans tussen de verschillende gameplay-elementen te bewaren.
Alles begint nochtans met een interessante premisse. Lara luidt per ongeluk de apocalyps in, waardoor je hele avontuur een race tegen de klok is om de wereld te redden. In de praktijk heeft het verhaal echter weinig om het lijf. In tegenstelling tot de vorige delen bevat Shadow of the Tomb Raider namelijk weinig verrassingen of memorabele momenten. Afgezien van Lara's overtuigende vriendschap met Jonah ontbreekt het de game bovendien aan gedenkwaardige nevenpersonages. Zelfs grote slechterik Pedro Dominguez weet tijdens je avontuur amper aversie op te wekken.
Het hele verhaal is dan ook vooral een excuus om je naar tal van adembenemende locaties te voeren, en op dat vlak maakt Eidos Montreal wel indruk. Deze keer brengt de serie je naar de uitgestrekte jungles van Mexico en Peru, waar elke gammele bergpas of ogenschijnlijk ondoordringbaar woud je opnieuw beloont met adembenemde uitzichten. Vooral de Peruviaanse stad Paititi is indrukwekkend en blijft je nog lang bij doordat hij bruist van het leven, met tal van bezienswaardigheden en nevenactiviteiten.
Net zo spectaculair is de manier waarop Lara zich door de jungle heen manoeuvreert. Als volleerde circusaap klautert ze in bomen om zich daarna met haar trouwe pikhouweel vast te haken aan een uitstekende rotswand en zo haar avontuur verder te zetten. Naast dat pikhouweel beschikt Lara deze keer over een rappel om gemakkelijk in diepe putten af te dalen en het exploreren nog gevarieerder te maken. Ook het meer frequente gebruik van onderwaterexploratie moet daar in theorie toe bijdragen, maar op dat vlak slaat Eidos Montreal de bal mis. Vooral de scholen piranha's die tot een onmiddellijke dood leiden, zijn eerder frustrerend dan uitdagend, waardoor je meestal om de verkeerde reden opgelucht bent om terug voet aan wal te zetten.
De introductie van verschillende moeilijkheidsniveaus voor klimmen en puzzelen is dan weer een schot in de roos. Vooral in de tombes geven die je de flexibiliteit om de game zo uitdagend te maken als je zelf wilt. Zo zijn de optimale klimroutes op de lagere moeilijkheidsniveaus met witte markeringen aangeduid, en geeft Lara's survival mode je tijdens het puzzelen de nodige hints. Op de moeilijkere niveaus ben je daarentegen helemaal op je eigen vernuft aangewezen. In combinatie met de traditionele moeilijkheidsniveaus tijdens gevechten laten al die opties je dan ook op inventieve wijze toe om de game helemaal naar jouw voorkeuren aan te passen.
Het loopt in Shadow of the Tomb Raider echter mis wanneer Eidos Montreal alle verschillende gameplay-elementen samen probeert te brengen in een meeslepend avontuur. Voorganger Rise of the Tomb Raider wist op indrukwekkende wijze de balans te bewaren tussen vechten, ontdekken en puzzelen. Daardoor ging de game nooit vervelen, en keek je tot op het laatste moment reikhalzend uit naar welke uitdaging er om de volgende hoek wachtte. In Shadow of the Tomb Raider zit die balans echter helemaal fout. Zo zijn gevechten tijdens de eerste helft van de game zo goed als afwezig. Hoe fijn het exploreren ook is, zonder de nodige afwisseling met gevechten begint ook dat na verloop van tijd te vervelen wanneer je opnieuw een uitgestrekte kamer of grottencomplex met ettelijke verzamelobjecten betreedt.
Nochtans behoren de gevechten tot de meest memorabele momenten in de game. Met haar boog, machinegeweer of shotgun neemt Lara het opnieuw op tegen hordes criminelen en bovennatuurlijke monsters. In tegenstelling tot de vorige games ligt de nadruk deze keer vooral op stealth. Zo smeer je Lara in met modder om nietsvermoedende vijanden te besluipen, of gebruik je je pikhouweel om als volleerde superheld je vijanden in een boom op te hangen. Door die focus op stealth weet de serie zich meer dan ooit te onderscheiden van Uncharted. Lara is na drie avonturen eindelijk uitgegroeid tot de genadeloze jager die we kennen uit eerdere games. Het is dan ook onbegrijpelijk dat Eidos Montreal je gedurende de eerste helft van de game zo weinig heerlijke gevechten voorschotelt.
De iconische tombes leiden onder hetzelfde balansprobleem. Op zichzelf staand zijn die optionele uitdagingen zo mogelijk nog beter dan in Rise of the Tomb Raider. Zo baan je je deze keer een weg door Inca-tempels, Spaanse galjoenen en oude aquaducten. Daarvoor dien je opnieuw logisch na te denken en Lara's hele arsenaal aan vaardigheden te gebruiken, maar daarin schuilt ook het grootste probleem. Vaak beschik je bij het ontdekken van een nieuwe tombe immers nog niet over de vereiste vaardigheden om die te voltooien. Dat haalt de snelheid uit de game, aangezien je telkens moet terugkeren naar oudere gebieden. Nochtans is dat zeker de moeite waard, want de tombes behoren tot de meest uitdagende en boeiende content in de game.
De grote hoeveelheid bugs vormen ten slotte een laatste domper op de feestvreugde. Regelmatig word je geconfronteerd met rotswanden die je achtervolgen of onzichtbare personages in cutscenes. Eidos Montreal heeft via een 'day one patch' intussen al heel wat bugs verwijderd, maar nu nog krijg je regelmatig frustrerende dan wel hilarische fouten voorgeschoteld die de aandacht afleiden van de uitstekende gevechten en exploratie. Ook wat betreft afwerking haalt Shadow dus niet het niveau van de vorige twee titels.
Elk afzonderlijk maken de verschillende gameplay-elementen in Shadow of the Tomb Raider opnieuw indruk. Afgezien van de onderwatersecties is de exploratie opnieuw top, met tal van indrukkende uitzichten om te ontdekken. De puzzels zijn dit keer nog uitdagender, en schitteren vooral in de tombes. Tijdens de gevechten laat Eidos Montreal de concurrentie zelfs ver achter zich. De oneven balans tussen alle elementen resulteert echter in een gebrek aan variatie en is een fikse stap terug in vergelijking met voorganger Rise of the Tomb Raider. Ook het verhaal weet deze keer amper te boeien, en vormt vooral een ongeïnspireerd excuus om telkens nieuwe delen van de anders wondermooie Peruviaanse jungle te ontdekken. Shadow of the Tomb Raider is dan ook een degelijke game in het avonturengenre, maar zonder twijfel de minste titel in de nieuwe Tomb Raider-trilogie.
Voor deze Shadow of the Tomb Raider review speelde Michiel op een PlayStation 4.