Skip to main content

Shadow Warrior review

Nostalgisch hak- en schietwerk.

In de jaren '90 genereert een brommende kast met een Pentium 200-processor en Voodoo-videokaart nog de 2,5-dimensionale omgevingen op je beeldscherm ter grootte van een aquarium. Met zwetende handen op het toetsenbord schiet en hak je jezelf een baan door hordes demonen. En terwijl de pixelige ledematen en cheesy oneliners je om de oren vliegen, ben je hardop vloekend op zoek naar die verdomde health packs. Mooie tijden.

De culthit Shadow Warrior uit 1997 is er een van de oude stempel. Eentje die niet mag ontbreken in het illustere rijtje van Doom, Rise of the Triad, Blood en Duke Nukem 3D. Een typische old school shooter. Maar die tijden zijn vervlogen. Of toch niet? In navolging van de reboot voor de pc brengt Flying Wild Hog de game nu namelijk ook naar de huidige generatie consoles.

De studio heeft een nieuw verhaal bedacht met elementen uit de eerste game. Je bent de huurmoordenaar Lo Wang, die met zijn morbide woordgrappen de Japanse equivalent van Duke Nukem is. In je queeste naar een mythisch samoeraizwaard wordt je bijgestaan door de bijdehante demoon Hoji. Er ontstaat al snel een haat-liefdeverhouding tussen beiden, waarbij de sarcastische opmerkingen heen en weer vliegen. Het verhaal zit vol met clichés, maar is door de flinke dosis humor daarom juist op zijn plaats.

Bekijk op YouTube

Daarnaast zet de ontwikkelaar een authentiek wapen uit het origineel in: de katana. Mêlee-aanvallen dienen in shooters veelal als laatste redmiddel, of in sommige gevallen als ultieme vernedering voor online groentjes. Maar in Shadow Warrior wordt het trekken van je vlijmscherpe zwaard al snel een tweede natuur. In de eerste paar levels ontaardt de kunst van het zwaardvechten nog wel eens in nerveus knoppen rammen. Zodra je de feeling echter te pakken krijgt, fileer je vijanden als een volwaardige sushi-chef.

Dit ziet er niet alleen fraai uit maar is ook nog eens functioneel. Met een goed geplaatste slag van je katana hak je een been of arm af en maak je zodoende je vijand onschadelijk. Vooral tegen lastige monsters pakt dit handig uit. En terwijl het gedrocht zo goed als weerloos achter je aan strompelt, hak je op overtuigende wijze zijn lelijke rotkop eraf. "Oh, look, you coming apart", zoals Lo Wang poëtisch zou voordragen.

Door het bloed rijkelijk te laten vloeien, verzamel je karmapunten. Deze ruil je in voor Skills zoals nieuwe aanvalstechnieken, betere health packs of een groter uithoudingsvermogen. Daarnaast zijn er her en der in de levels kristallen te vinden waarmee je Powers vrijspeelt. Zo kogel je met een schokgolf meerdere tegenstanders omver, en is er de mogelijkheid jezelf kort te genezen. Erg veel diepgang heeft het niet, maar het zorgt wel voor de nodige variatie.

Daarnaast behoort een revolver, uzi, kruisboog, shotgun, vlammenwerper en raketwerper tot je wapenarsenaal. Om je te dwingen voor de verandering eens de trekker over te halen, heeft de ontwikkelaar vliegende en ontploffende monsters in het leven groepen. In tegenstelling tot het origineel kun je de wapens dit keer door middel van geld upgraden. Prefereer je in elke hand een uzi, of verander je liever die doorsnee vlammenwerper in een veredelde granaatwerper met vuurbommen? De keuze is aan jou.

De confrontaties zijn ouderwets chaotisch. Denk hierbij aan Serious Sam-achtige taferelen waarbij golven vijanden vanuit alle hoeken als dolle stieren op je afstormen. Om het je nog lastiger te maken, worden de diabolische gedrochten regelmatig bijgestaan door een van hun grote broers. Je moet tijdens dit soort gevechten dan ook flink aan de bak. Met klotsende oksels en een bovengemiddelde hartslag ontwijk je in relatief kleine ruimtes tal van razende opponenten, om ze vervolgens in mootjes te hakken of aan gort te schieten. Nee, rustig achterover leunen zit er in Shadow Warrior niet in.

Toch kleeft aan deze rechttoe rechtaan gameplay een groot nadeel. Je wordt op hoog tempo van confrontatie naar confrontatie gestuurd, waardoor op den duur de sleur erin sluipt. Los van de upgrades heb je halverwege de game al alle wapens tot je beschikking. En ook de variatie in vijanden valt tegen. Door herhaling slaat uiteindelijk het noodlot toe en bekoelt je liefde voor het authentieke hak- en schietwerk. Shadow Warrior is hierdoor een game die je hooguit een uurtje of twee achter elkaar speelt, om op een later moment weer op te pakken.

Op enkele artistieke manga-achtige tussenscènes na is Shadow Warrior geen grafisch hoogstandje. De kleurrijke Japanse dorpjes, ondergrondse passages en besneeuwde berglandschappen maskeren de gedateerde texturen van de omgevingen. Zo lijkt het prachtige sprookjesachtige bos van dichtbij op een muur met bamboebehang. Toch is dit nergens echt storend. De game draait namelijk als een zonnetje en dat is in het heetst van de strijd wel zo prettig.

De game kent wel meer kleine irritaties. Zo dwaal je soms minutenlang hopeloos rond op zoek naar een sleutel of hendel om verder te mogen. Ook ben je eindeloos kistjes aan het openen om zo wat centjes, health packs en munitie bij elkaar te sprokkelen. Dit soort items worden niet automatisch opgepakt en dat haalt onnodig het tempo uit de game. Vooral met een stuk of tien op je inhakkende tegenstanders om je heen zit je daar niet te op wachten.

De moderne versie van Shadow Warrior is ondanks diens kleine imperfecties een waardige ode aan het origineel. De old school gameplay, cheesy oneliners en overdosis gore brengen je terug naar de jaren negentig. En door er een verhaal en 'skill tree' aan toe te voegen, kan de game ook prima mee met hedendaagse shooters. Het repetitieve karakter zorgt er alleen voor dat de reboot op den duur toch het onderspit moet delven voor gevarieerdere toppers als Call of Duty, Battlefield en Far Cry. Shadow Warrior biedt gewoon wat je er van moet verwachten: pretentieloos hak- en schietvertier om even stoom bij af te blazen.

Shadow Warrior is nu verkrijgbaar voor de PlayStation 4 en Xbox One.

7 / 10

Lees ook dit