SOMA review
Onder water hoort niemand je schreeuwen.
SOMA is een heel ander dier dan zijn voorloper, Amnesia: The Dark Descent. Waar in die game de verstikkende sfeer vanaf de eerste minuut voelbaar is, start SOMA heel sober. Naarmate deze first-person horrorgame vordert, wordt hij echter steeds beklemmender. Veel horrorgames pieken al in het begin, omdat de angst voor het onbekende geleidelijk voor routine plaatsmaakt. Het is dan ook extra knap dat Frictional Games in zijn opzet is geslaagd om een horrortitel te bouwen die juist telkens verontrustender wordt.
Een ander belangrijk verschil met veel games in het genre is de focus op een verhaal dat naar horrormaatstaven gemakkelijk te volgen is. Daardoor levert het wel wat op mysterie in, wat The Chinese Room nog zo goed in Amnesia: A Machine for Pigs creëerde. De plot is voorgekauwd, maar dat zorgt er ook voor dat je meer wordt uitgenodigd om stil te staan bij de interessante thema's die SOMA schetst. De game stelt moeilijke vragen over wat het is om mens te zijn, en of onsterfelijkheid niet alleen haalbaar maar ook wénselijk is.
Ben je nog jezelf als enkel je bewustzijn tot in de eeuwigheid in een computerchip voorleeft? Wat zijn de risico's van machines die kunnen denken als mensen? Al vroeg in de game vind je een computer met daarop een enquête daarover, die de voormalige bewoners van onderzoeksstation Pathos-II moesten invullen voordat er een geheimzinnige ramp plaatsvond. Je kunt er voorbij lopen als je wilt, maar je kunt er ook voor kiezen de vragenlijst in te vullen. Spelenderwijs word je zo geconfronteerd met je eigen gevoelens bij dergelijke kwesties. Na een wat trage start, pakt SOMA je op die manier toch helemaal in.
Frictional Games wil zich afzetten van een trend die de studio met Amnesia zelf in gang heeft gezet: de goedkope 'jump scare'-cultuur die vooral op YouTube populair is. Te voorspelbaar, en in SOMA komen dergelijke schrikmomenten dan ook bijna niet voor. De game is juist eng doordat je geconfronteerd wordt met een beangstigend toekomstbeeld dat helemaal niet zo vergezocht is. Daarnaast is SOMA nietsontziend wanneer je watervrees hebt. Grote delen spelen zich op de oceaanbodem zelf af, waar het sporadisch gezang van een walvis in de verte en je eigen zware ademhaling in je duikhelm het enige zijn wat je hoort. De meest claustrofobische momenten spelen zich hier af.
Ook wanneer je door de verlaten gangen van Pathos II sluipt, is er altijd het idee dat de muren van het complex maar een klein beetje bescherming bieden tegen de watermassa van buitenaf. Het kraakt, het knarst, het beukt en daardoor kun je niet aan het gevoel ontkomen dat op ieder moment het plafond naar beneden kan komen. Naast het verhaal wordt die setting in SOMA het sterkst neergezet. De vergelijking met BioShock is snel gemaakt, maar ook Alien: Isolation zie je erin terug. De onderliggende strijd tussen mens en machine trekt dan weer parallelen met het klassieke kortverhaal I Have No Mouth and I Must Scream. Een heksenketel van invloeden die niet bijzonder origineel is, maar wel overtuigt.
Overigens komt die setting niet per se het beste tot zijn recht op de PlayStation 4. Dit is Frictionals eerste consolegame en dat is er soms wel aan te zien. De kleuren zijn flets, de textures grof en opvallend in hun lage resolutie. Als dat je niet uit de sfeer haalt, dan zijn het wel de laadmomenten die net iets te vaak de kop opsteken. Op schijnbaar willekeurige momenten, bevriezen die het hele beeld terwijl er een laadicoontje in beeld komt. Je leert ermee werken, maar de game krijgt hier geen schoonheidsprijs. Wanneer je computer het aankan, komt SOMA het best op de pc tot zijn recht.
Niet alleen op grafisch vlak trouwens, maar ook omdat de kenmerkende besturing met een muis natuurlijker uit de verf komt. Want net als in Amnesia druk je niet zomaar op knoppen maar doe je de fysieke beweging na. Zo open je een deur door de muis naar je toe te trekken en draai je aan ventielen door de muis ook echt rond te draaien. Op de DualShock 4-controller doe je dat veel statischer met de analoge sticks. Dat is niet bijzonder storend maar wel een opmerkelijk verschil tussen de twee versies, wat een wezenlijk verschil in de beleving maakt.
Frictional Games begaat de grootste misstap in het design van de vijanden in SOMA. Wat een spannend kat-en-muisspel met onvoorspelbare monsters moet zijn, ontaardt te vaak in vervelende trial-and-error gameplay. Je komt ze niet vaak tegen en qua gedrag verschillen ze ook van elkaar - een manier waarop ze angstaanjagend moeten blijven. In de praktijk leer je echter niet hoe je ze het beste kunt ontwijken en omdat ze je vaak in één klap doden, zijn deze stealth-secties vaak een bron van ergernis.
Van de puzzels hoef je verder niet veel te verwachten, want de studio schuwt hier de clichés allerminst. Je zoekt naar hendels om deuren te openen en vindt ontgrendelcodes op de levenloze lichamen van onfortuinlijke onderzoekers. Ook wordt de weg voorwaarts te vaak geblokkeerd doordat je net het ene voorwerp dat je nodig hebt over het hoofd ziet en je te lang uitzichtloos rondwaalt.
Voor het grote plaatje maakt dat echter niet zoveel uit. SOMA zet z'n klauwen in je met zijn verhaal en setting en zodra dat het geval is, stop je niet meer met spelen. Frictional Games' jongste telg zet je aan het denken en heeft door zijn focus te verleggen van goedkope schrikeffecten naar een meer doordachte vorm van horror zijn plekje binnen het genre alleszins verdiend.
SOMA is nu verkrijgbaar voor de pc en PlayStation 4.