Streets of Rage 4 review - Retro brawler slaat terug
Houdt je wel even van de straat.
In de Streets of Rage 4 review kraakt Yvo zijn broze knokkels om 26 jaar na het vorige deel als vanouds de straten van Wood Oak City leeg te vegen. Weet het vierde deel echter nog wel van wanten?
Eind jaren 80 is de gouden eeuw voor beat 'em ups. Gewapend met een broekzak vol kleingeld speelde je in de lokale arcadehallen klassiekers als Double Dragon, Final Fight, Golden Axe en natuurlijk Streets of Rage. Oldskool brawlers floreerden echter in een periode waarin pixels niet retro maar modern waren. Door al het 3D-geweld zijn ze vervolgens volledig de vergetelheid in gemept. Kortom, wachten we anno 2020 nog wel op antieke straatgevechten? Het antwoord daarop is 'ja', want Streets of Rage 4 verbindt op indrukwekkende wijze vroeger en nu.
De formule is enkele decennia na het derde en laatste deel ongewijzigd. Je loopt nog steeds door tweedimensionale levels en geeft al het tuig op je pad een stevig pak rammel. Meestal gebruik je daarbij je vuisten en voeten, hoewel je evenmin vies bent van het hardhandig retourneren van afgepakte wapens. De symfonie van geweld kent aan het eind van elk level haar climax in de vorm van een baasgevecht, net zolang totdat ook bij de eindbaas het licht uitgaat. Dat is het. In een tijd van games met idioot complexe progressiesystemen en geforceerde verhalen is ongecompliceerd hengsten uitdelen werkelijk verfrissend.
Het vechten in Streets of Rage 4 is dus als vanouds rechttoe rechtaan. Naast het bewegen gebruik je hoofdzakelijk de actieknop, afgewisseld door springen en gooien. Hoewel je repertoire dus beperkt is, zijn er een paar subtiele tweaks. Zo zijn combo's uitgebreid. Aanvallen kun je nu heerlijk met via de muur terugstuiterende vijanden aan elkaar rijgen. Specials kosten nog steeds geringe health, maar je 'verloren' gezondheid win je geleidelijk terug door ongeschonden je combo voort te zetten. Het zijn geen baanbrekende aanpassingen in de mechanics, maar effectieve agressie wordt nu meer beloond - en dat is precies wat je in een brawler wilt.
Zonder sterren echter geen show. Je hebt in het begin de keuze uit vier personages die in kracht, snelheid en vechttechniek variëren. Axel en Blaze maken als oudgedienden een comeback, terwijl Cherry en Floyd vervangers voor respectievelijk Skate en Max lijken te zijn. Vooral de nieuwkomers zorgen voor de nodige elan. Kleerkast Floyd is met zijn bionische armen de ultieme tank en de rappe Cherry smasht haar gitaar waar professioneel instrumentensloper Kurt Cobain nog een puntje aan kan zuigen. Voeg daar nog eens twaalf vrij te spelen personages uit de vorige delen aan toe en je hebt meer dan genoeg variatie.
Een drempel voor het spelen van oldskool beat 'em ups is dat 'game over' ook echt game over is. Daarin komt Streets of Rage 4 nieuwkomers weliswaar tegemoet. Wanneer je het loodje legt, kun je aan het begin van het level weer aanhaken. Bovendien krijg je de mogelijkheid om van personage te wisselen of ten koste van je score met meer levens/specials voor de herkansing te gaan. Dat maakt de game een stuk toegankelijker dan voorheen. Voor doorgewinterde vechtersbazen is er natuurlijk de Arcade Mode, waarin je met slechts één credit ongeschonden door alle twaalf stages moet zien te komen. Of je speelt de levels gewoon opnieuw, maar voert de moeilijkheidsgraad op tot 'mania' (lees: zelfkastijding). Ontwikkelstudio's Dotemu, Lizardcube en Guard Crush Games slagen er hoe dan ook in om het voor iedereen interessant te houden.
Nog een hoogtepunt van Streets of Rage 4 is de speelse visuele stijl. Voor de pixelpuristen onder ons is er een retro CRT-filter waarbij je je weer achter je Sega Mega Drive en lompe beeldbuis van vroeger waant. Een gimmick? Wanneer je de optie uitschakelt, zie je hoe het als portaal dient, die twee gescheiden tijdperken naadloos met elkaar verbindt. Bij het switchen tussen die filters valt namelijk op hoe zorgvuldig de ontwikkelaars de graphics in een modern jasje hebben gestoken, zonder daarbij op authenticiteit in te boeten. De comicachtige visuals zijn de perfecte mix tussen nieuwerwets en nostalgie.
De positieve link tussen oud en nieuw werkt eveneens in de muziek door. Ook hier schakel je naar smaak via de opties heen en weer tussen retro en moderne muziek. Ook hier hebben de creatievelingen achter de schermen het heden en verleden uitstekend op elkaar afgestemd. 'Ach, het is maar muziek' hoor ik je denken. De soundtrack heeft echter altijd een belangrijke rol in de Streets of Rage-games gespeeld en dat is in deel 4 niet anders. Gajes aftuigen gaat nu eenmaal lekkerder op opzwepende elektronische muziek. Wie niet horen wilt, moet maar voelen.
Streets of Rage 4 doet sterk aan nostalgietrip Sonic Mania denken. Het is geen AAA-titel die de gamewereld op zijn kop doet schudden, maar een zeer geslaagde reanimatie van een Sega-klassieker. Het is een relikwie uit het verleden dat dankzij creatieve inbreng anno 2020 nog prima meekan. Enerzijds oud en vertrouwd, anderzijds fris en fruitig. Zoek je dus een ouderwetse brawler in een modern jasje? Dan past Streets of Rage 4 helemaal in je straatje.
Voor deze Streets of Rage 4 review speelde Yvo op een Switch.