Strider review
Schrijd in de strijd.
Strider maakt geen woorden vuil aan een introductie of tutorial. Je vliegt als Hiryu met je hangglider Kazakh City binnen met slechts één doel: het vermoorden van Grandmaster Meio. Wat volgt is een presentatie die aantoont hoe je een klassiek en geliefd arcadespel succesvol naar hedendaagse standaarden vertaalt. Onlangs blies Double Helix nog met succes nieuw leven in de Killer Instinct franchise. Voor de remake van Strider hanteert de studio een gelijkaardig formule: respect voor het originele materiaal, zonder bang te zijn om te moderniseren.
Wie de klassieke game uit 1989 ooit speelde, valt direct op hoe trouw deze remake aan zijn roots blijft. Een verhaal is er nagenoeg niet, de locaties zijn vertrouwd, de controls zijn nog steeds even strak en de vijanden en eindbazen komen erg bekend voor. Waar de oude games zich echter enkel tot het simpele scrollen door lineaire levels beperken, ontleent deze nieuwe Strider elementen aan games als Metroid en Castlevania. Je speelt constant nieuwe vaardigheden vrij die je niet alleen in staat stellen om vijanden op verschillende manieren in de pan te hakken, maar ook om plaatsen te bezoeken die eerder niet toegankelijk waren.
Zo vind je verschillende types plasma die je standaard zwaardaanvallen in explosieve of magnetische varianten veranderen. Of je leert door ventilatieschachten en tussen de benen van je vijanden te glijden. Iets exotischer is een magische panter dat jouw vijanden aanvalt, maar ook als transportmiddel dient. Al deze stukjes uitrusting hebben zowel een nut in de omgeving als tijdens de gevechten.
Het idee is goed, alleen de uitvoering is minder geslaagd. Hoewel je vrij bent om de verschillende gebieden op je eigen manier te doorkruisen, is er weinig reden om van het kortste pad af te wijken. Exploratie levert naast upgrades in levenspunten en energie slechts betekenisloze prulletjes op. Op de normale moeilijkheidsgraad zijn deze upgrades niet noodzakelijk om te overleven. En het achteraf bekijken van artwork of beluisteren van soundtracks is tof, maar levert geen meerwaarde aan de gameplay. De motivatie om op zoektocht te gaan, valt na een tijdje volledig weg.
Maar dat is oké, want een goede Strider game hoeft niet rond vrijheid en exploratie te draaien. Nee, Strider staat of valt bij de kwaliteit van de actie. Je controle over Hiryu voelt strak aan. Je springt van platform naar platform terwijl je kogels ontwijkt of terugkaatst. Je hakt groepen soldaten in mootjes of brengt robots op hun knieën. Je beklimt muren en wurmt je door mijnenvelden. Het speelt allemaal erg moeiteloos en je waant je een echte badass ninja. Met een grijns kijk je toe hoe je zonder een kick te geven aan oogverblindende snelheden door hordes vijanden en hindernissen scheurt.
Er is ook een keerzijde aan deze medaille: deze nieuwe Strider is niet uitdagend genoeg. Dat je standaard slechteriken makkelijk decimeert door gewoon continu op hetzelfde knopje te rammen, is logisch en past bij je rol als moordmachine. Dat je eindbazen op een quasi even eenvoudige manier verslaat, is echter teleurstellend. Vaak is het zelfs niet nodig om veel aandacht te besteden aan patronen of zwakke punten, maar volstaat het om gewoon naar ze toe te lopen en zo snel mogelijk op de aanvalsknop te rammen. Spelen op een hogere moeilijkheidsgraad brengt weinig soelaas, want het verhoogt enkel de schade die vijanden aanbrengen.
Gevechten worden niet meer tactisch, maar eerder frustrerender. Dit is extra zonde omdat deze baasgevechten stuk voor stuk audiovisuele hoogstandjes zijn. Zo rijd je op spectaculaire wijze op de rug van een mechanische draak en bekamp je een gigantische robotgorilla. Het voelt alleen niet als een betekenisvolle prestatie wanneer je hen verslaat, want je doet het met twee vingers in de neus. 25 jaar geleden was dat overigens niet anders; je kan Double Helix ironisch genoeg dus nauwelijks beschuldigen niet trouw te blijven aan de originele titel.
Ook voor de soundtrack hebben de makers inspiratie gezocht uit het verleden. De originele soundtrack werd destijds gelauwerd voor zijn progressief en gevarieerd karakter. De remixes in deze reboot bewijzen dat deze muziekstukken de tand des tijds hebben doorstaan. De daken van Kazakh City klonken nooit zo goed en ze zagen er ook nooit zo mooi uit.
De nieuwe Strider doet alle zones aan die je kent uit 1989 en smukt ze op naar hedendaagse normen. Leuk voor de nostalgie, helaas minder indrukwekkend als je nooit het originele speelde. Op enkele levels zoals de daken van Kazakh City, een luchtschip of een gigantische waterdam na speelt het grootste deel van de game zich af in bijna identiek ogende industriële complexen. Pas wanneer de game experimenteert met veranderende zwaartekracht heeft het landschap een betekenisvol effect op de gameplay. Deze momenten zijn echter te zeldzaam. De verschillende omgevingen zijn vaak niets meer dan mooie plaatjes op de achtergrond.
Strider slaagt er niet in om van begin tot einde op zijn troeven te teren. Deze remake doet te weinig met de verschillende vaardigheden en plaatsen om de actie gevarieerd en uitdagend te houden. Zoek je echter een snelle arcadetitel? Of wil je een game waarin je jezelf een kickass ninja waant dankzij perfecte besturing en spectaculair geweld? Dan is er momenteel geen beter alternatief dan deze nieuwe Strider.
Strider is nu verkrijgbaar als download voor de pc, PlayStation 3, PlayStation 4, Xbox 360 en Xbox One.