'The Evil Within praktisch onspeelbaar zonder eerste patch'
Update je game voor je hem speelt.
De onlangs gelanceerde PlayStation 4-versie van The Evil Within is praktisch onspeelbaar zodra je er voor kiest de game niet direct te updaten. Dat concluderen de technici van Digital Foundry, die de survival-horror titel uitvoerig hebben getest.
The Evil Within downloadt een zogenaamde 'day one patch,' maar pas wanneer je de game een keer hebt opgestart en de spelcomputer hebt aangesloten op internet. Sluit je de game niet af om de patch te downloaden en te installeren maar ga je gewoon spelen, dan ervaar je op technisch vlak een behoorlijk andere game dan de mensen die de patch wel eerst installeren.
In onderstaande video is het verschil te zien. Versie 1.0 kampt met een framerate die rond de 20 frames per seconde hangt en daar soms onder duikt. "Het is bijna onmogelijk om je geweer te richten met 15 frames per seconde," aldus Digital Foundry. Versie 1.01 houdt over het algemeen een stabiele 30 frames per seconde aan.
1.0 wordt daarnaast in een lagere resolutie uitgezonden dan 1.01 en tussenfilmpjes haperen omdat textures te laat worden ingeladen. Digital Foundry schat in dat de performance na de patch een boost krijgt van 30 tot 40 procent.
The Evil Within draait overigens op de id Tech 5-engine. Daarmee worden textures niet vooraf geladen maar tijdens het spelen gestreamt. Oppervlaktes van in-game objecten zijn daardoor scherper, zonder dat de laadtijden ondoenbaar worden.
Toch is daar ook inherent aan dat textures vaak een fractie van een seconde te laat zichtbaar worden en je dus tot die tijd door textureloze werelden loopt. Voor The Evil Within kenden ook Rage en Wolfenstein: The New Order dit probleem, beide idTech5-games.
Digital Foundry onderzocht eerder al de verschillen tussen de pc-, PlayStation 4-, Xbox One-versies van The Evil Within.