The Last Guardian review - Eindelijk
Eindelijk.
Na bijna tien jaar wachten is The Last Guardian uit, het derde deel in Fumito Ueda's trilogie van atmosferische, emotionele games. De game zet de erfenis van Ico en Shadow of The Colossus voort met uitgestrekte landschappen, statige wezens en bovenal emotie. Ditmaal draait de game om jouw personage en de reusachtige Trico centraal. Ook al staat de game soms wankel op zijn voeten, toch slaagt The Last Guardian volledig in zijn doel om je een emotionele band te geven tussen de twee.
Trico lijkt echt te leven. In een mum van tijd vergeet je dat je met een computergestuurde partner op stap bent, want zijn gedragingen en animaties maken hem een metgezel met zijn eigen persoonlijkheid en eigenaardige trekjes. De katachtige bewegingen maken Trico elegant, en het is indrukwekkend hoe hij z'n parmantige derrière in de meest onwaarschijnlijke plekjes weet te wringen. Tegelijkertijd is hij zo lomp als een wilde pup. Hij steekt zijn neus door nauwe deuropeningen om vervolgens hopeloos klem te komen zitten. Bovenal is het heel gemakkelijk om te geloven dat Trico zielsveel om je geeft, en samen met jou de wereld wil trotseren.
Overigens kun jij totaal niet vechten. Dat hoeft ook niet, want daar heb je een vijftien meter lange draakkathondvogel voor. Als je door gereanimeerde harnassen wordt belaagd, staat Trico paraat om met een welgeplaatste klap of beet de wezens bij je weg te slaan. Je kunt Trico wel helpen door de helmen van de harnassen af te trekken, of ze met een welgeplaatste schouderduw uit balans te gooien. Zo ben je gelijk niet reddeloos verloren als je even van je kompaan bent gescheiden. Doordat het gevechtssysteem bestaat uit ontwijken en wachten tot Trico aanvalt, lijkt het simplistisch. Het systeem staat echter ook in dienst van de band tussen de twee onwaarschijnlijke vrienden, waardoor de combat nergens stoort.
Niet alleen de gevechten weerspiegelen het kameraadschap tussen jou en Trico. Samen klim en klauter je door mysterieuze ruïnes. Met simpele commando's vertel je je maatje tegen een muur aan te leunen of een sprong te wagen, om zo op plekken te komen die anders ontoegankelijk zijn. Soms moet jij een pad bewandelen om de weg voor Trico vrij te maken, en op andere momenten gooit het beest je op zijn rug voor een ritje. Net als een echt dier staat hij je soms schaapachtig aan te kijken terwijl je met wilde handbewegingen iets duidelijk probeert te maken, maar het gaat nooit zo ver dat de frustratie toeslaat.
Dat betekent echter niet dat de game vrij van frustratie is. Halverwege de game krijg je twee keer achter elkaar de taak om onderwater te duiken. Omdat het jongetje niet diep genoeg kan zwemmen, moet je Trico overtuigen om naar de bodem te zwemmen terwijl jij je stevig vasthoudt. Als je echter op zijn rug staat terwijl jullie allebei in het water liggen, kun je hem nauwelijks overtuigen om de plons te wagen. Als je zelf de duik start, kun je wel zijn vacht grijpen zodra hij achter je aan komt, maar de controls onder water gunnen je geen fijne bewegingen. Daardoor schiet Trico langs je heen terwijl jij snakkend naar adem terug omhoog moet komen. Dat is het enige moment waarop de game compleet faalt. De illusie die The Last Guardian verder zo naadloos heeft opgebouwd, wordt gedurende die enkele passage volledig verwoest.
Het steekt hard af tegen de algemene indruk dat er diep is nagedacht over alles in de game. Elke beweging heeft namelijk een bepaald gewicht. Dat valt vooral op bij het jongetje en de camera die je bestuurt. Ontwikkelaar GenDesign verkiest uitgebreide animaties boven nauwkeurige controls, maar dat werkt tegen op het moment dat de framerate vertraagt. Ineens voelen de gewichtige bewegingen stroperig en worstel je om alles goed te positioneren. De dips in de framerate zijn vaak van korte duur, maar voelen toch als een rotte plek op een mooie appel. Op een PlayStation 4 Pro draait de game overigens wel aan een solide 30 frames per seconde, mits je de game in een resolutie van 1080p speelt.
The Last Guardian lost zijn beloftes volledig in. De technische mankementen zijn op een normale PlayStation 4 soms frustrerend, en de duikpuzzel vernielt bijna de illusie die de game zo perfect opbouwt. Het samenspel en de band tussen Trico en de jongen zijn echter prachtig weergegeven, dankzij de gedetailleerde animaties en de gameplay die je voortdurend laat samenwerken. Vanaf de eerste paar minuten ben je al begaan met de twee, en als de game eindigt, kijk je met een warm hart terug op een ware vriendschap. The Last Guardian is simpelweg de beste game in Ueda's trilogie. Het is het wachten waard geweest.