The Legend of Zelda: Phantom Hourglass
Een waardig, draagbaar avontuur voor Link
Wanneer het gaat over een console van Nintendo kun je op een paar dingen rekenen, waaronder de zekerheid dat The Legend of Zelda er op vertegenwoordigd zal zijn. Denk je dat je na The Wind Waker en Twilight Princess genoeg bommen, boemerangs, bogen en hookshots voor de rest van je leven voorbij hebt zien komen? Dan heb je het mis, en lees dus maar gewoon verder.
Avonturenspellen van Nintendo -en Zelda-titels in het bijzonder- zijn voorzien van een hele traditionele en herkenbare opbouw. Je kunt zelf zeggen dat ze gemaakt zijn om er op een bepaalde manier doorheen te spelen. Als alles eenmaal op zijn plaats valt en het bekende deuntje klinkt, is het daardoor ook moeilijk om een glimlach te onderdrukken. Ook Phantom Hourglass doet dit weer goed en misschien wel beter dan de andere delen. Het spel laat je namelijk geloven dat de vertrouwde gameplay nog een stap verder gaat, terwijl het eigenlijk weer het oude, hergebruikte idee is.
Toch voelt het als je speelt aan alsof je echt op avontuur bent. Je tekent op kaarten, je vindt aanwijzingen. Het is helemaal niet moeilijk om uit te vissen hoe je een bepaalde vijand moet verslaan of hoe je een symbool van het bovenste naar het onderste scherm verplaatst, maar de illusie is groots en zorgt ervoor dat je door blijft gaan.
Phantom Hourglass gebruikt niet zomaar de Zelda-besturing en laat het werken op de DS. Het spel past Zelda aan zodat het werkt op een DS. De basis is simpel maar doeltreffend: geef met de stylus de richting aan waar Link heen moet, trek een lijn tussen jou en de vijand om te slaan en met een tik op het scherm vertel je Link waar hij een bom moet gooien. Niet alleen de alledaagse handelingen zijn leuk uit te voeren, ook de manier waarop de besturing gebruikt om puzzels op te lossen is fascinerend op allerlei manieren.
Zelfs de meest schijnbaar eenvoudige handelingen -zoals op het touchscreen een weg tekenen die je boemerang moet volgen of het blazen in de microfoon om kaarsen te doven- zijn leuk om te doen. Dergelijke innovatieve dingen geven het zoeken naar aanwijzingen, vlammen ontwijken en sleutels verzamelen in de bekende kerkers een leuke, nieuwe draai. Er is echter meer.
Neem bijvoorbeeld de kaart waarop je kunt tekenen en schrijven. Het idee is even eenvoudig als geniaal. Op deze manier kun je voor jezelf bijhouden wat je al gedaan hebt en wat niet, welke sleutel je waar nodig hebt en in welke volgorde je schakelaars moet omzetten. En als je niet bezig bent met krabbels te maken, staat de kaart gewoon op het bovenste scherm zodat je altijd weet waar je heen moet. Gelukkig valt er meer te beleven dan alleen maar door kerkers rennen. Aangezien Phantom Hourglass een vervolg is op The Wind Waker (hoewel het geen probleem is mocht je dit deel niet gespeeld hebben) zul je ook flink wat moeten varen tussen verschillende eilanden.
Er zijn zes kerkers waar Link zich een weg doorheen moet banen. Elke kerker kent zijn typische ‘Zelda-momenten’ gecombineerd met nieuwe ideeën. Dit is voor een deel de kracht van Phantom Hourglass: bepaalde stukken voelen aan als bekende gameplay, maar worden telkens afgewisseld met verfrissende elementen.