Skip to main content

Toren review

Op naar de sterren...

Toren is een ambitieuze game met een betoverende sfeer, die niet uit de verf komt door alsmaar aanwezige technische missers.

De Braziliaanse gamesindustrie staat nog maar in de kinderschoenen. Hoe toepasselijk is het dan dat je Toren start als peuter, die ook net zijn eerste stapjes zet. Met een investering van het Braziliaanse Ministerie van Cultuur op zak is het aan studio Swordtales de zware taak om gamers ervan te overtuigen dat ook dit land gamers iets unieks te bieden heeft. Terwijl je de titulaire toren beklimt, zie je zeker die ambitie terug. Maar in je twee uur durende reis naar de top wordt vooral duidelijk dat het jonge team nog veel te leren heeft.

Swordtales grootste troef is de toren zelf en de sfeer die er wordt neergezet. Je speelt Moonchild, die onderaan de toren als baby ontwaakt. Wanneer ze ouder wordt, is het haar taak om deze te beklimmen en de draak aan de top te doden. Dat Ico en Shadow of the Colossus als inspiratiebron hebben gediend, is direct merkbaar in de muziek en vooral het gebrek daaraan. Wanneer de violen, het gitaargetokkel en het onheilspellende achtergrondkoor stoppen, rest alleen nog de gierende wind. De oude man die je cryptisch toespreekt in een verzonnen taal, maakt het plaatje compleet.

Bekijk op YouTube

De toon is gezet, maar zodra je begint te spelen merk je al snel dat Toren je geduld zwaar op de proef gaat stellen. De controls doen nog het meeste denken aan de Resident Evil-games van vroeger en Moonchild reageert traag op je acties. Wanneer de camera ineens naar een ander standpunt zwiept, heb je even de tijd nodig om jezelf weer te oriënteren. Want als je de stick in de richting blijft houden die je denkt dat je op moet, loopt Moonchild gewoon weer terug. Met een beetje pech een afgrond in.

Veel platformsecties zijn daardoor een grotere worsteling dan eigenlijk nodig is. Daarbij helpt ook niet dat de framerate vrijwel constant onder de 30 frames per seconde zakt en dat erg opzichte screen tearing dikwijls een doorn in het oog is. Het grootste deel van je tijd in Toren ben je kwijt aan het juist positioneren van Moonchild en hopen op het beste. Zodra er dan bugs de kop opsteken die je door de grond laten vallen en je merkt dat de checkpoints erg ver uit elkaar liggen, zakt de moed je vaak in de schoenen. Op technisch vlak mocht de game best nog een tijdje in de oven.

Dat er dergelijke fouten in de basis van de gameplay zitten, weerhoudt je er van om volop van Toren te genieten. Nochtans stopt Swordtales veel ideeën in het korte avontuur, om deze van de nodige variatie te voorzien. Het ene moment verschuil je jezelf achter standbeelden om niet omver te worden geblazen, het andere probeer je een lift bij te houden door de fakkel die je bij je draagt brandende te houden. De tijd draait niet op zijn normale gang in Toren en dat draagt niet alleen bij aan de dromerige sfeer, maar laat je ook snel van de ene in de andere uitdaging rollen.

Hoewel, uitdaging is een groot woord. Puzzels zijn er in twee variaties: kinderlijk eenvoudig of zo onduidelijk dat je er moedeloos van wordt. Door een gebrek aan enige vorm van hints komt het nog wel eens voor dat je in het ongewisse wordt gelaten over het pad voorwaarts. Nu is dat van zichzelf niet een probleem, ware het niet dat je door de technische mankementen heel snel aan jezelf begint te twijfelen. Je weet dan niet of de oplossing iets heel anders is dan je denkt of dat de game je gewoon aan het tegenwerken is met zijn gebrekkige, stroperige controls. Meermaals los je puzzels per ongeluk op en de 'aha!'-momenten blijven daardoor vaak uit.

Na nog geen volledige avond spelen rollen dan de credits al over je scherm en is maar half duidelijk wat je nu net hebt gespeeld. Het doel om speelbare poezië te maken uit zich in een verhaal dat lastig te volgen is, vooral omdat een deel ervan optioneel is en je er gemakkelijk voorbij loopt. De reden achter je tocht naar boven word je aangeboden in flarden tekst met een filosofische insteek, waar je in elk geval uit leert dat reïncarnatie een rol speelt. Om het plaatje compleet te krijgen speel je de game het liefst nog een keertje door, maar ja...

Swordtales wil niet dat Toren een dertien-in-een-dozijn titel is en die ijver is alleen maar toe te juichen. Om je die unieke ervaring te geven, wordt alles op alles gezet om de game lekker uitheems te maken. Alsof je even in een heel ander universum bent. Dat lukt, maar de ambities verhullen niet dat de nog zo prille studio te veel hooi op de vork heeft genomen. De goede bedoelingen worden bedolven onder te gammele gameplay, en die telt nog altijd het meest.

Toren is nu verkrijgbaar voor de pc en PlayStation 4.

Lees ook dit