Skip to main content

Total War: Attila review

Eten of gegeten worden.

Hoewel niet elk nieuw idee even goed werkt, zijn de Hunnen een spannende en waardevolle toevoeging aan de Total War formule.

"Survival of the fittest." Een term die vaak wordt misbegrepen. Het betekent niet dat je sterker of slimmer moet zijn dan de anderen om te overleven. Je moet jezelf aan je omgeving kunnen aanpassen. Een les die Total War: Attila je maar al te graag leert. Zo blinken de Ostrogoten uit in aanpassingsvermogen. Net als elk nomadisch volk hebben ze een zesde zintuig voor zwakte. Opgejaagd door de Hunnen storten ze zich op de verzwakte Balkan. Na enkele plundertochten vestigen ze zich in Salona, een West-Romeinse havenstad aan de Adriatische Zee. Gevangen tussen de alliantie van beide Romeinse Rijken lijkt dit aanvankelijk een tactische misstap.

De Hunnen hebben het echter niet zo begrepen op allianties en voor hen is elke Romein er één te veel. Al snel overspoelen ze beide grootmachten en zorgen ze er voor dat de Goten buiten schot blijven. In hun nieuwe bakermat bouwen ze een vloot en leger uit. De pracht en praal van Constantinopel lonkt, maar ook Ravenna aan de andere kant van de zee ligt voor het rapen. Of misschien zijn de voormalige nomaden het sedentaire leven wel beu en trekken ze er terug met hun tentenkampen op uit. Dit zijn het soort keuzes die je met de nieuwe nomadenvolkeren voortdurend maakt. Spannend, maar welke biedt de grootste overlevingskans?

Bekijk op YouTube

Want overleven, daar draait het om in Total War: Attila. Het eerste objectief tijdens de Grand Campaign luidt dan ook simpelweg: "Overleef tot het jaar 400". De optionele proloog neemt uitgebreid de tijd om de verschillende aspecten van de game uit te leggen, maar mist soms diepgang. De exacte rol van religie moet je bijvoorbeeld achteraf in de onoverzichtelijke encyclopedie opzoeken. Nieuwkomers krijgen het aanvankelijk dus zwaar te verduren. Bovendien is deze game moeilijker dan zijn voorgangers, omdat in de heersende chaos één misstap fataal is.

The Creative Assembly wil met de introductie van de nomadenvolkeren de constante chaos van de volksverhuizingen vatten en de klassieke Total War formule grondig door elkaar schudden. Het resultaat is een fris perspectief dat op aanpassingsvermogen gericht is, in een game die voordien door het beheren en veroveren van nederzettingen werd gedomineerd.

Nomaden hebben namelijk geen steden of provincies nodig. Hun huisvesting en legers zijn mobiel. Deze bewegingsvrijheid houdt het steeds boeiend om met je barbaren je eigen plaats in de geschiedenis op te eisen. Deze eindbestemming is voor elk volk anders en op historische feiten gebaseerd. Vandalen moeten voor hun overwinning Spanje en Noord-Afrika veroveren. Met de Saksen win je enkel de campagne als je ook het Britse eiland onderwerpt. Je krijgt dus geen totale vrijheid, maar het is helemaal je eigen keuze hoe je deze historische objectieven bereikt. Historici worden stilaan opgewonden.

Als dit historische einddoel te beperkend voor je is, speel dan met de Hunnen. Attila's objectief is namelijk simpelweg om zoveel mogelijk dood en verderf te zaaien. Of houd met een klassiek imperium tegen de horden stand en herschrijf zo de geschiedenis. The Creative Assembly maakt zijn belofte waar en voorziet de game van verschillende speelstijlen. Deze staan allemaal in het teken van chaos en verval, wat ze een frisse twist geeft en zelfs voor de trouwste Total War fan de moeite waard maakt.

Aan de real-time strategie gevechten heeft de ontwikkelaar niet gesleuteld. De blad-steen-schaar verhouding tussen de verschillende troepen is behouden. Speren zijn nog steeds moordend tegen cavalerie en paarden nog steeds de ergste nachtmerrie van boogschutters. De verwondering begint stilaan af te nemen en het wordt allemaal wat voorspelbaar. Net als in de vorige games laat je na een tijdje de computer over de uitkomst beslissen en neem je zelf nog enkel de belangrijke veldslagen in handen.

Zoals langdurige belegeringen; die hebben nu ook een effect op de infrastructuur van de stad. Vestigingen takelen af en je steekt gebouwen in brand om de moraal van de vijand te breken. Dankzij grafisch polijstwerk leidt dit bijvoorbeeld tot een spectaculaire handgemeen aan de voet van de Hagia Sophia in het brandende Constantinopel. De gevechten zijn niet verrassend meer, maar ze blijven wel spectaculair om naar te kijken.

Maar wat er zich binnenskamers afspeelt, is vaak net zo belangrijk als de façade. Als leider moet je alle partijen binnen je rijk tevreden houden. Een te zwakke greep op je volgelingen leidt tot verraad, maar tiranniek bewind valt ten prooi aan rebellie. Het is de kunst om steeds de matigheid te behouden.

Op papier is dit politieke systeem een meerwaarde, maar in de praktijk draait het echter uit op een teleurstellende en verwarrende sisser. Je ziet getallen op en neer gaan, vaak zonder duidelijk uitleg over welke beslissingen aan de oorzaak van deze machtswisseling liggen. De zogenaamde dilemma's die je krijgt voorgeschoteld, hebben geen betekenisvol resultaat. Je verhindert een ongewenst huwelijk wat je controle over je fractie vermindert, maar in de praktijk merk je er niets van. Je gunt een handelaar die met de vijand zaken doet vergiffenis en hoort er vervolgens nooit meer iets over terug. Het politieke systeem is als een nakomertje dat niet de nodige ontwikkelingstijd heeft gekregen.

Dat de Total War serie al zo lang meegaat, is geen toeval. The Creative Assembly beseft dat constante aanpassingen noodzakelijk zijn om te overleven. Niet elk idee in Total War: Attila komt goed tot zijn recht en de veldslagen beginnen wat van hun glans te verliezen, maar met de introductie van de nomaden is dit één van de meest diverse en spannendste games in de serie.

Lees ook dit