Transformers: War for Cybertron
Beter dan Michael Bay.
Het waren moeilijke jaren voor alle rechtgeaarde Transformers-fans. Met twee films die enkel aantrekkelijk waren door de special effects en, uiteraard, Megan Fox. Voor de echte fans is er nu goed nieuws, want met Transformers: War for Cybertron komt de nostalgie weer naar boven en heb je eindelijk het gevoel dat er nog eens iets waardig op de markt komt.
Haal er gerust een boek bij wanneer je voor het eerst de disc insteekt. De game moet eerst geïnstalleerd worden en zelfs dan heb je af en toe nog laadschermen in het midden van een sessie. Eens voorbij de procedure wordt je echter direct in het diepe gegooid. Er is niet echt een tutorial voorzien, maar je kan alles wel raadplegen via het menu.
Niet dat je het nodig hebt. Alles aan de gameplay voelt zo vertrouwd aan. Constant heb je het gevoel dat je alles wel al eens gezien hebt. De besturing verloopt echter vlot zonder enige merkbare haperingen. Er valt ook niet veel mis te doen. Je schiet, beweegt, wisselt van wapen en springt, dat is alles.
Voor elke missie moet je uit drie personages kiezen die enkele standaardklassen representeren. De andere twee overblijvers staan je dan bij tijdens de gevechten. Merkwaardig genoeg lijken zij wel onsterfelijk en kom je dus nooit alleen te staan. Het gebeurt ook dat je andere (bekende) personages tegen het lijf loopt, die je dan voor even helpen.
Alles speelt zich af nog voor de traditionele Transformers-verhaallijn. Je begint bij de Decepticons en Megatron die op zoek is naar dark energon om Cybertron volledig aan te passen naar zijn smaak. Dit gaat uiteraard samen met het nodige geweld. Daarna ga je aan de slag met de Autobots om de planeet terug te bevrijden. Eigenaardig genoeg is het mogelijk om deze campagne al direct te spelen, maar dit is chronologisch niet echt interessant.
Wanneer je de licentie van zo'n fantastische franchise in handen krijg moet je vooral voor herkenbaarheid gaan. Dat is wat ontwikkelaar High Moon dan ook brengt. Bumblebee, Megatron, Starscream, Optimus Prime en zo verder. Allen zijn ze aanwezig en speelbaar in de campagne. Het shiften tussen voertuig en robot is nog zo'n herkenbare eigenschap. Dit gebeurt verbazend vlot en is een genot voor het oog.
Op grafisch gebied is de game ook zijn geld waard. Er mocht hier en daar wat meer variatie in de omgeving en vijanden zitten, maar de robotfabriek beschikt blijkbaar niet over een uitgebreid kleurenpalet. Het is wel betreurenswaardig dat je vooral als robot zal spelen, want vaak zijn de gangen nauw en niet geschikt om echt door te scheuren als tank, auto of gevechtsvliegtuig. Zo af en toe wordt dit goed gemaakt door speciale omgevingen voor voertuigen, maar deze komen niet vaak genoeg voor.
Uiteindelijk zijn beide campagnes wel een beetje aan de korte kant, een trend die zich blijkbaar weet voort te zetten. Om wat goed te maken opteerden de ontwikkelaars voor een multiplayer. Maar het blijft echter de vraag of die lang weet te boeien.
Er is de keuze uit een beperkt aantal robots waarvan je de twee basiskleuren kan aanpassen. Hier lijkt alles ook weer bekend aan te voelen. Er zit zelfs een beperkte vorm van perks in, maar een echte concurrent voor Call of Duty en andere shooters zou ik dit niet noemen.