Watch Dogs 2 review - Quis custodiet ipsos custodies?
Quis custodiet ipsos custodies?
Wat als je met één druk op de knop iemands auto kunt saboteren, bankrekening kunt plunderen of de diepste, meest intieme details van het privéleven van die persoon te weten kunt komen? Watch Dogs 2 heeft een simpel antwoord op de vraag: gewoon doen. De sequel op de hackersgame zet in op anarchie en fun om de felle kritiek op het grauwe eerste deel goed te maken. Maar levert dat ook een betere game op?
Het druilerige Chicago met zijn eindeloze kantoorgebouwen en grijze straten heeft in Watch Dogs 2 plaatsgemaakt voor San Francisco. De zonovergoten straten bieden niet alleen meer kleur, maar zijn ook simpelweg iconischer. De Golden Gate Bridge, Fisherman's Wharf, Haight-Ashbury, Alcatraz... Alle elementen van de stad zijn op een prachtige en gedetailleerde manier in de game nagebouwd. Met de app Scout X moet je zelfs foto's maken van de iconische plaatsen. Het wakkert de virtuele toerist in je aan, en voor je het weet ga je er gewoon te voet op uit om de stad te verkennen.
De stad bruist ook van het leven. Niet enkel de locaties, maar ook de burgers zijn kleurrijker en levendiger dan in het eerste deel. Bijna elke straathoek heeft straatmuzikanten en in Haight-Ashbury is er een kolonie nudisten. Het moet er niet altijd vredig aan toegaan. Soms kun je zien hoe een gefrustreerde man zich met een honkbalknuppel uitleeft op de auto van zijn ex en door de politie gearresteerd wordt. En wandel je door de ghetto's, dan breken er geregeld vuurgevechten uit tussen rivaliserende bendes. Alles is zo gedetailleerd, zo divers en zo verrassend dat San Francisco en zijn bevolking dan ook het echte hoofdpersonage van Watch Dogs 2 wordt.
Niet dat er iets mis is met het hoofdpersonage Marcus Holloway. Die jonge snaak is een chill en vooral grappig hoofdpersonage dat volledig aansluit bij het plezier dat je zelf beleeft bij het spelen van de game. Zijn interactie met zijn kompanen bij hackersgroepering Dedsec is eveneens geweldig. Of je nu praat met de timide Josh of excentrieke Wrench, de dialogen bruisen van het leven en verwijzingen naar echte groeperingen zoals Scientology of cultfilms zoals Short Circuit.
De toon van de eerste game en zijn hoofdrolspeler Aiden Pearce was dan ook erg wrang. Een burgerwacht die de praktijken van een dataverslindend bedrijf wil tegenhouden en daarbij zelf naar believen in de privacy van onschuldige burgers inbreekt. Marcus vertegenwoordigt echter speelse anarchie, waarbij de laptops van gierige bedrijfsleiders worden gehackt en hun bankrekening aan een goed doel wordt gedoneerd. De luchtige toon houdt alles amusant, terwijl het je tegelijk toch aan het denken zet over hoe makkelijk onze data misbruikt kunnen worden. Je oog glijdt al snel even naar je laptop met zijn webcam die in de hoek van je kamer openstaat.
De structuur van de game is ook veel speelser en organischer. Gedaan met torens beklimmen om icoontjes vrij te spelen. Dit keer ontdek je activiteiten en collectibles door de stad op eigen houtje te verkennen. Als je naar een nieuwe missie rijdt en er onderweg plots een nieuw Research Point opduikt, ben je nu veel meer geneigd om snel uit te stappen en op onderzoek uit te trekken. Een heuse verbetering tegenover de zee van icoontjes uit de eerste game.
Niet dat alle zij-activiteiten echter geleerd hebben uit de lessen van het verleden. Zo is er nog steeds te weinig variatie aanwezig, met taken die vaak herhaald worden. Een zijmissie als Bottom Dollar vraagt je bijvoorbeeld om acht keer hetzelfde te doen: tijdens een weinig interactief filmpje te kijken hoe ATM-automaten gehackt worden en de reactie van burgers daarop. De hoofdmissies vallen dan weer in positieve zin op door de creatieve objectives die je op je bord krijgt. Op een filmset inbreken en een pratende auto geïnspireerd op Knight Rider stelen, leent zich tot een heerlijke satire.
Tijdens de missies valt ook het hacken in positieve zin op. Er zijn nu meer objecten in de omgeving om te manipuleren, en elk object heeft bovendien verschillende functies. Met elektrische kasten kun je vijanden lokken en ze even later verdoven met een gigantische stroomstoot. Rondspelen met auto's vormt het absolute hoogtepunt van je hackerscarrière. De motor vanop een afstand activeren en zo nietsvermoedende gangsters tussen hun wagen en een muur verpletteren, geeft je een immens gevoel van macht.
Het enige nadeel is dat de game bij dat hacken soms iets té slim probeert te zijn. Vooral de Research Point-puzzels schotelen je soms enorme opdrachten voor waarbij je van de ene kant van een locatie naar de andere moet rennen, klimmen, je RC-wagentje en drone gebruiken enzovoort. Het leidt weliswaar tot een immens gevoel van voldoening als je die lastige puzzels oplost, maar tegelijk kosten ze vaak teveel moeite voor een te kleine beloning.
De iets te veeleisende puzzels en soms eentonige zijmissies zijn uiteindelijk maar kleine smetten op het blazoen van Watch Dogs 2. De game is kleurrijker, grappiger en gewoonweg beter dan zijn voorganger. Dat komt doordat het hacken eindelijk zijn potentieel inlost, de toon tussen speels en filosofisch balanceert, en bovenal dankzij het fantastische San Francisco. De heuvelachtige stad heeft ook wel de bijnaam 'Misty City', maar in de game ben je dankbaar dat er nooit dichte mist hangt. Je wilt namelijk elke seconde dat fantastische San Francisco tot in het volste beleven.
Watch Dogs is vanaf 15 november verkrijgbaar op de PlayStation 4 en Xbox One. Op 29 november komt de pc-versie uit.