Skip to main content

Aliens vs Predator (hands-on)

We testen de multiplayer uit.

Er is iets zeer Freudiaans aan Alien, iets verborgen onder de lagen. Allereerst het uiterlijk, gebaseerd op de artistieke prestaties van H.R. Giger. Een naam die veelal geassocieerd wordt met taferelen van genitaliën en mechaniek, samengebracht in een duistere, gotische symfonie, soms zelfs doorgedreven tot een obscure orgie. Het biomechanische schouwspel dat zich voordoet in het donkere corpus van elke alien, laat dan ook genoeg ruimte voor verdere interpretatie. Zijn leven beginnend als een Facehugger, en op een haast felatio-achtige manier zijn tweede, gewelddadige geboorte teweeg brengen ten koste van een ander levend wezen.

Ook het gegeven dat de alien een mond op zijn tong heeft, laat speculaties van bizarre, fetisjistische neigingen bovendrijven. Het lichaam van een alien lijkt haast een kwijlend standbeeld, opgetrokken uit glanzend metaal en pikzwart leer. In combinatie met de knokige structuur en expositie van fragiel spierweefsel, is er zelfs een sadomasochistisch portret in terug te vinden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de psychoseksuele analyse van het langwerpige hoofd van het wezen, dat in de eerste fases van ontwerp toch wel zeer fallus-geïnspireerde vormen aannam... Ach, een mens begint nu eenmaal rare theorieën te vormen als hij te lang aan zijn eigen bewustzijn wordt overgeleverd op een solitaire treinrit. Vooral als die trein de persoon in kwestie leidt naar een potje Aliens Versus Predator Multiplayer.

Het klonk nochtans veelbelovend, de tagline alleen al: ‘Whoever wins, we lose’. Helaas, in plaats van uit te groeien tot een eerbare hommage aan twee populaire SF-film franchises, werd AVP een afkooksel zo flauw dat zelf rampregisseur Uwe Boll zich zou schamen. En dan kreeg het nog een vervolg ook… Maar laten we dat eens in het verleden laten en ons richten op de bron van deze fanfictie: de originele cross-over strips gepubliceerd door Dark Horse Comics. Zo bloederig als een genocide in een slachthuis en oprecht eerbaar jegens zijn bronmateriaal. Ik betwijfel dat er echt veel Belgen in het bezit zijn van deze grafische novellen, maar weet gewoon dat het franchise van origine kwalitatief hoogstaand was. Ik kan jullie nu al zeggen dat de nieuwe AVP-game een grote kans maakt om onder de felbegeerde categorie van ‘goede licentiegame’ te vallen. Een titel die de reeks al vaker verdiend heeft, al zij het niet in het recentste verleden. Maar goed, laten we de eigenaardige driehoeksrelatie eens onder de loep nemen en beginnen met het dissecteren van de rassen.

De alien is de minst humanitaire van de drie. Geen wapens, geen eerste-hulpkistjes, enkel je kronkelende, gitzwart blinkende lichaam dat zichzelf kan regenereren. Het enige offensief dat de alien ter zijn beschikking heeft, zijn twee klauwen (lichte aanval) en een staart (zware aanval). Niets voor op lange afstand dus. Dit wordt dan weer gecompenseerd door een ongelooflijke snelheid, grootse springcapaciteiten en de mogelijkheid om op elk oppervlak te kruipen. Jawel, muren, plafonds en pilaren, net zoals in de films zitten de kwijlende smeerlapjes werkelijk overal, het tactische voordeel kun je er zelf wel bijdenken (en de motion sickness waarschijnlijk ook). Om het geheel compleet te maken, is er nog de Instant Kill move, voor zij die graag smerig spelen. Het enige wat je moet doen, is iemand in de rug benaderen, knopje drukken en kijken hoe iemands schedel herleid wordt tot een smakelijk hors d’oeuvre. Enig nadeel is dat de animatie van de executie toch wel een goed gevulde seconde in beslag neemt, in het alledaagse leven niets, maar in shooters een cruciaal tijdsinterval. Verder zullen fanatiekelingen ook wel weten dat er doorheen de aderen van het buitenaards gespuis geen gewoon bloed, maar een soort corrosief goedje pompt, dus, gouden tip: niet te veel over vers afgeknalde alienlijkjes trampelen.

De alien is dus al goedgekeurd, dat is tenminste al één van de drie. Niets ergers dan nog net in één van de onderhoeken van het scherm een lange alien-staart zien wegglibberen. Ofwel ben je dan onthoofd nog voor je een pirouette kan maken, ofwel draai je je om en blijf je doodnerveus achter omdat er niets meer te zien valt. Een hatelijk moment, maar diep van binnen weet je dat het net om dat soort moment draait en je niet anders kan dan er van genieten! Tjah, het kan niet allemaal E.T. zijn dat uit de ruimte komt...

De Predator is al weer een stuk, euhm, ‘beschaafder’. Tenminste, als je hoofden van rompen rukken ‘beschaafd’ wilt noemen. De predator kun je ergens plaatsen tussen mens en alien. Met zijn semi-Wolverine geïnspireerde wristblades hoeft hij qua fysiek geweld op geen enkel vlak onder te doen voor zijn slijmerige concurrent. Zelfs de Instant Kill move heeft hij onder de knie. Hoewel zijn snelheid dan weer niet kan tippen aan dat van de kwijlende creaturen, kan de jager sprongen uitvoeren die zelfs de meest opgefokte berggeit op een pogostok het nakijken geeft. Door de linker trigger in te drukken komt een rode cirkel te voorschijn die je in combinatie met de spring-toets nauwkeurig doorheen het level laat katapulteren.

Tot daar de beestachtige trekjes, voor de rest beschikt de predator over vier verschillende wapens: werpschijven, speren, mijnen en als publieke favoriet: het schouderkanon. Verder maakt de buitenaardse jager ook gebruik van een soort med-packs. Nu, de predator speelt op een niet zo conventionele manier, telkens je personage spawnt, heb je niets van wapens buiten je trouwe klauwen. Met een simpele druk op de knop worden de locaties van wapens en energiepunten weergegeven. Eenmaal een wapen in je bezit is, kun je tot je dood er ongelimiteerd gebruik van maken. De slimme lezer vraagt zich natuurlijk al af wat de functie van de eerder vermelde ernergiepunten is. Wel, er zijn twee dingen die met energie werken: het schouderkanon en de med-packs. Een schouderkanonsalvo neemt drie strepen energie weg, een med-pack zuigt alles weg, ongeacht hoeveel strepen je nog hebt. Dilemma, dilemma...

Ten slotte heb je ook nog een hittevisie om mensen op te sporen, een alternatieve visie om aliens beter te zien en een camouflage die je ten alle tijde kunt activeren, gratis en voor niets! Let wel dat de onzichtbaarheid zich automatisch uitschakelt als je aanvalt, dus vergeet het ding niet opnieuw aan te leggen. En water, camouflagetechnologie houdt natuurlijk niet van water. Allemaal natuurgetrouw en, voor zover de gameplay getest kon worden, niet in strijd met de speelbaarheid. In mijn ogen is dus ook de predator goedgekeurd, wat de score alvast tot twee op drie brengt.