Skip to main content

Ghostbusters: Sanctum of Slime

Geestig of spookachtig slecht?

Wie bel je in godsnaam wanneer je met een tros bananen strandt op een eiland omgeven door moordlustige apen? Wie bel je wanneer je opgesloten zit in een toilet zonder wc-papier? Wie bel je wanneer je ontdekt dat Duke Nukem Forever nog een jaar extra wordt uitgesteld? Wie bel je wanneer je een redactielid van Eurogamer België tegen het lijf loopt die zonet ontsnapt is uit een psychiatrische instelling? Gelukkig zijn er nog enkele zekerheden in het leven: als je met spoken zit, bel je de Ghostbusters. Maar of dat wel zo'n goed idee is kom je te weten in deze review van Ghostbusters: Sanctum of Slime.

Als je nu belt is er namelijk veel kans dat je niet eens terecht komt bij de échte Ghostbusters, maar bij de vier groentjes die het team wegens drukte heeft ingehuurd om een migratiepatroon van spoken tot op het bot uit te pluizen. Het verschijnsel heeft te maken met een kwaadaardige heerser genaamd Dumazu die eeuwen geleden begraven werd. Diens laatste aanhanger heeft in het heden een stukje steen met toverkrachten weten te bemachtigen, iets dat ongetwijfeld verband houdt met de recente stijging in geestenactiviteit.

Sanctum of Slime is een arcadegame die in de voetsporen treedt van de laatste volwaardige Ghostbusters uit 2009, maar slechts bitter weinig overeenkomsten met die game vertoont. Zo gaat het ditmaal om een top-down shooter, gericht op off- of online co-op voor vier spelers. Elke speler krijgt een aparte score toebedeeld, afhankelijk van hoeveel vijanden hij dood gemaakt heeft heeft en hoe weinig hij is gestorven. Veel spoken na elkaar doden zorgt ervoor dat je hogere punten opstrijkt, en elk gestorven spook laat ook ectoplasmische energie vrij. De speler die deze zwevende bolletjes oppikt krijgt punten zonder dat hij het spook in kwestie per se gedood moet hebben. Een lurker, zoals dat heet in de vakliteratuur.

Uiteraard spelen jullie de rookies die op onderzoek gaan, waarbij je de keuze hebt uit drie mannen en één vrouw. "Discriminatie!", zou ik uitroepen indien ik een vrouw zou zijn. Aangezien dat niet het geval is ga ik gewoon verder met de review. Het is mogelijk om met drie computergestuurde metgezellen aan de slag te gaan, maar dat kan ik niet echt aanraden aangezien je bij sommige spoken met vier moet samenwerken om de dreiging te lijf te gaan, en de A.I. nogal eens durft tegenwerken waardoor je gevechten vaak opnieuw zult moeten proberen. Bovendien is het ook gewoon veel leuker om te kunnen communiceren met je teamgenoten ...

...want er zitten helaas helemaal geen ingesproken stemmen in het spel! Niets! Nada! Noppes! De levels worden aan elkaar gelijmd door stripverhaaltjes met tekstballonnetjes, en één van de vele repetitieve achtergronddeuntjes (die ook tijdens het spelen aanwezig zijn trouwens). De strip is wat je van een dergelijk medium in je dichtstbijzijnde krantenwinkel mag verwachten, dus zeker voor de echte fans zal het één van de meer boeiende aspecten van het spel zijn. Ook tijdens het spelen duiken er af en toe dialoogvenstertjes op waarin de vier groentjes best wel grappige gesprekken met elkaar aanknopen.

Waar je in de game uit 2009 als trouwe fan op een accurate Ghostbusters-belevenis kon rekenen, neemt dit spel het iets minder nauw met de regeltjes. 'Je mag nooit de stralen kruisen' is zowat de belangrijkste uitspraak uit het Ghostbusters-universum. Guess what: in deze game worden de stralen gekruist alsof het niets is. Tijdens de eerste drie levels van het spel worden evenveel wapens geïntroduceerd waarmee je aan de slag kunt. Het eerste is uiteraard de standaard rugzak met protonstraal, het tweede een wapen waarmee je traag elektrische vangnetten kunt afschieten en het derde een soort geweer met blauwe bolletjes die tegen de muren kunnen weerkaatsen. Hoe meer protonstralen op een spook gericht worden, hoe sneller hij uiteraard het loodje legt. Toch is het vooral het derde wapen dat voor heel wat vertier zorgt aangezien je meer schade aan kunt richten door de kogels eerst tegen de muur te laten knallen.

Schieten doe je door de rechter thumbstick in de gewenste richting te verplaatsen; complexe miktechnieken komen er dus niet aan te pas. De makers hebben overigens een manier bedacht om te zorgen dat je niet steeds hetzelfde wapen gebruikt. Elk schietijzer heeft een eigen kleur, en het is simpelweg de bedoeling om daarmee geesten met een overeenkomstige kleur te lijf te gaan. Als je een verkeerd wapen gebruikt duurt het enorm lang vooraleer een vijand sterft. Een systeem dat redelijk goed zijn werk doet, maar helaas houdt het daar zowat op wat wapens betreft. Doordat je de overige negen levels steeds hetzelfde wapentuig opnieuw moet hanteren zonder dat je met enige vorm van upgrades te maken krijgt, krijg je al snel het gevoel dat je voor de zoveelste keer hetzelfde aan het doen bent.