Skip to main content

Homefront

Zoals het klokje thuis tikt…

Broeierige hitte. Het geluid van helikopterschroeven, door merg en been gaan ze. Plots verandert de kruisbestuiving tussen blauw en groen in fel rood. Mijn enige vriend: het einde. Apocalypse Now is mogelijk de beste oorlogsfilm ooit gemaakt. John Milius, één van de screenplayschrijvers achter dit meesterwerkje, is verantwoordelijk voor het verhaal van Homefront. Waar in de film van Francis Ford Coppola Azië wordt binnengevallen door de Amerikanen, is het in de speculatieve fictie van Homefront net omgekeerd. Het lijkt wel opzettelijk.

Homefront gaat van start met een angstaanjagend realistisch filmpje dat de gebeurtenissen tussen 2011 en 2027 uit de doeken doet. In 2012 sterft Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il die wordt opgevolgd door diens zoon, Kim Jong-un. Een jaar later krijgt de nieuwe heerser de Nobelprijs voor de vrede omdat hij erin geslaagd is Korea te herenigen. Vervolgens krijgt Amerika te kampen met interne problemen, onder andere door het feit dat de olieproductie definitief begint te dalen waardoor de prijzen de hoogte in schieten. Het Amerikaanse leger trekt zich terug uit allerlei overzeese landen en neemt de leiding van de VS over, omdat diens financiële structuur als een kaartenhuisje in elkaar stort en de regering niet langer in staat is alles onder controle te houden.

Heel wat burgers vluchten naar de steden die door het leger worden gecontroleerd. Ondertussen neemt Korea een heleboel Aziatische landen over, waaronder Japan. Canada en Mexico sluiten hun grenzen voor de Amerikanen, door de crisis en een nieuw soort vogelgriep die in het land de ronde doet. Korea vindt een aantal nieuwe technologieën uit, waaronder een EMP die het elektrisch netwerk van Amerika lamlegt. De Koreaanse KPA-soldaten nemen het volledige Westen van Amerika over en maken de Mississippi radioactief zodat het Oosten niet kan interveniëren. Ondertussen zijn we aanbeland in 2027, en het Amerikaanse leger is volledig uiteen gevallen. Wij kruipen in de huid van een Amerikaanse legerpiloot die door een verzetsbeweging uit de klauwen van de Koreanen wordt gered.

Een indrukwekkend verhaal met heel wat potentieel denk je? Terecht, maar helaas is Homefront compleet anders uitgedraaid. Om te beginnen was het al niet zo'n goede zet om van het hoofdpersonage een ervaren soldaat te maken. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de verzetsleden die je heel de singleplayer vergezellen: het zijn mensen die duidelijk al in heel wat oorlogen hebben meegevochten, wat voor een aantal clichépersonages zorgt die bovendien amper worden uitgediept tijdens het spel. Je hebt een rationele leidersfiguur, een stoere bink die het niet zo nauw neemt met de regels en een vrouw die de roekeloze acties van het vorige personage keer op keer afkeurt. Het zou veel unieker geweest zijn om met een aantal onervaren burgers die in het nauw gedreven werden in eigen land op Koreanenjacht te kunnen gaan, maar dat bleek al snel ijdele hoop.

Terwijl ik verwachtte diepgaande tussenfilmpjes terug te vinden in het spel aangezien ik dacht dat Homefront het toch voornamelijk van z'n verhaal zou moeten hebben, kwam ik enkel wat oppervlakkige in-game gesprekjes en een heleboel scripted events tegen die zeker naar het einde toe voor enkele plotwendingen en intense ervaringen zorgen, maar bijlange niet talrijk genoeg zijn om over een sterk verhalend aspect te kunnen spreken. Verder heb je slechts één relatief onbelangrijk doel in het spel waar je verschillende missies over doet, waardoor je het gevoel krijgt dat je niet echt zoveel betekend hebt in de oorlog. Ok, het is eens iets anders dan het hele one man army-concept, maar hier voelt het gewoon niet juist aan.

"Tijdens het eerste level wordt alvast duidelijk waarom het spel een 18+ rating heeft meegekregen..."

Tijdens het eerste level wordt alvast duidelijk waarom het spel een 18+ rating heeft meegekregen. Terwijl je samen met een aantal gevangenen in een bus rijdt zie je het Koreaanse leger het ene mensenrecht na het andere schenden doordat ze hun opgekropte agressie botvieren op brave Amerikaanse huisgezinnetjes. Zo zitten er op bepaalde momenten in de game nog een aantal beklijvende scènes die toch wel een tijdje in mijn geheugen gegrift zullen blijven. Het voelt enkel een beetje raar aan dat dergelijke taferelen, buiten de enkele momenten dat de makers het willen, totaal uit het zicht verdwijnen en plaats maken voor oorlogsvoering zoals we het in elke shooter gewoon zijn.

Dit is te wijten aan het feit dat Homefront één van de meest lineaire games is die ik ooit gespeeld heb. Als het goed wordt aangewend heb ik niet eens iets tegen lineariteit, integendeel zelfs, maar in dit spel werkt het vaak bijzonder frustrerend om voortdurend bij het handje gehouden te worden. Om een treffend voorbeeld te geven: vaak kom je voor een gesloten deur of een ladder die je niet kunt beklimmen te staan, en toch is dat de enige manier om verder te geraken. Wat je dan moet doen is wachten tot iemand eindelijk de deur heeft opengetrapt of tot al je teammaten tergend traag de ladder opgegaan zijn, iets dat de continuïteit van het spel serieus onderbreekt. Heel zelden hebben de makers wel voor een keuzemoment gezorgd. Zo vraagt je kompaan je op een gegeven moment om een vijand neer te maaien. Wacht je daar te lang mee, zegt hij 'fuck it, I'm going'. Dergelijke leuke details zijn jammer genoeg ondervertegenwoordigd.

Het spel speelt als een standaard shooter waarbij dekking zoeken vaak cruciaal is om te overleven. Het speelt wel vlot, maar voelt totaal niet uniek aan. De bedoeling is om van de ene locatie naar de andere te gaan en telkens een hoopje vijanden neer te knallen. Er wordt gebruik gemaakt van een heleboel gamemechanics die we al in heel veel shooters hebben zien opduiken, zoals het beschermen van tanks tegen RPG-launchers, het plaatsen van C4 op bepantserde trucks en het proberen flanken van vijandige machinegeweernesten. De A.I. van de tegenstanders is niet opmerkelijk goed, meer dan een beetje flanken moet je niet van ze verwachten. Qua wapens beschik je over alles wat je verwacht terug te vinden in een FPS, maar dan echt in alle soorten en maten. Er werd duidelijk aandacht besteed aan de details van het wapentuig, want alles voelt lekker realistisch aan en elk wapen heeft heel specifieke kenmerken.