Skip to main content

Hydrophobia

Center Parcs of Titanic?

Water is altijd al een beetje het buitenbeentje geweest in het landschap der videogames. De geschiedenis heeft ons geleerd dat sommige games fantastisch spelen terwijl het water eruitziet alsof het blauwe grond is die een beetje pulseert om de één of andere bizarre reden. Andere spellen waren dan weer afgrijselijk, maar daarin kwam je water tegen dat gedetailleerder bleek te zijn dan wanneer je een uitstapje naar de kust zou organiseren. Vormt Hydrophobia een uitzondering op die regel of kunnen we het Xbox Live arcadespel wel in één van de aangehaalde, voorgefabriceerde hokjes plaatsen? Laten we dat achterhalen, nu meteen!

Het zal je maar overkomen. Het ene moment bevind je je in je gezellige kamertje terwijl er buiten een groot feest wordt georganiseerd en je vuurwerk doorheen de ramen ziet flikkeren, om het volgende moment in een verduisterd schip waar scripted events zoals ontploffingen, losgeslagen elektriciteitskabels, pneumatische buizen en aanstormend kolkend water het decor vormen van het toneel waarin jij het hoofdpersonage speelt. Het overkomt Katie, die eigenlijk wel een beetje wegheeft van Jade uit Beyond Good & Evil.

Het toeval wil dat ze een getalenteerd duikster is, waardoor ze het overvloedige water uit het spel min of meer de baas kan. Bovendien werkt ze als mecanicien op het schip, hetgeen altijd van pas kan komen wanneer het vaartuig in kwestie het doelwit is geworden van een terroristische aanslag van een sekte die massamoord als oplossing voor overbevolking heeft uitgekozen. Tijdens haar avonturen kan ze rekenen op radiohulp van een onvervalste Schot (jawel) die voor een humoristische noot doorheen het spel moet zorgen. Tijdens het spelen kom je allerlei documenten en voorwerpen tegen en bovendien kan je Katie's dagboek lezen wanneer je dat wil. Allemaal elementen die het relatief interessante verhaal beetje bij beetje uit de doeken doen.

Tijdens het spel zal je het hele schip moeten doorkruisen, en om dat te zo vlot mogelijk te doen kan je gelukkig beroep doen op een handige 3D-map die je doel aanwijst. Algemeen genomen bestaat je missie eruit te proberen ontsnappen uit het schip, iets dat alles behalve eenvoudig blijkt aangezien elke kamer wel één of andere hindernis met zich meebrengt die omzeild dient te worden. De middelen daarvoor zijn doorsnee klim- en klauterwerk, Gordon Freeman-gewijs door schachten kruipen, het hacken van camera's en decoderen van bedieningspanelen, én handig gebruik maken van deuren en ventielen om het waterniveau te veranderen en zo al zwemmend een alternatieve route uit te dokteren.

Tot zover de aangenamere gameplay, want daarnaast is er ook nog een aspect dat na een tijdje enorm repetitief begint te worden: het openen van gesloten deuren. Eerst moet je een frequency key zoeken die je meestal van het lijk van een bewaker moet roven, daarna verschijnen er pijltjes op de muur die je kan volgen om uiteindelijk bij een code terecht te komen, en tenslotte kan je die dan ingeven in de gesloten deur om je weg verder te zetten. In het begin denk je: 'leuk gevonden!', maar na de tiende keer spookt de vraag 'waarom konden de makers in godsnaam niet eens iets anders bedenken?' door je hoofd.

Naast ontsnappen krijg je ook nog eens te maken met een heleboel terroristen die het schip willen kapen. Je zult hen niet alleen van op een afstandje moeten dwarsbomen, maar je zal ook rechtstreeks de slechteriken te lijf moeten gaan. Verwacht om dat te kunnen bereiken een uniek combatsysteem waarbij je combo's aan elkaar moet rijgen door je omgeving te gebruiken. Je beschikt in het begin enkel over een stun gun, maar later kom je ook alternatieve ammunitie tegen zoals explosieve kogels die blijven kleven. Je moet van het geweer gebruik maken om vijanden te verdrinken, elektriciteitskabels kapot te schieten waardoor de baddies geëlektrocuteerd worden, en om op strategisch geplaatste explosieve vaten te schieten. Zelf uit de buurt van die vaten blijven wanneer een vijand je gespot heeft is natuurlijk wel aan te raden.

Een verfrissende combatstijl, maar er zijn maar liefst vijf puntjes van kritiek op aan te merken. Vooraleerst blijft alles nogal oppervlakkig aangezien je maar een beperkt aantal omgevingselementen kunt gebruiken. Dekking zoeken in combinatie met mikken verloopt niet altijd even vlot, er is maar één soort vijand en daarnaast is het jammer dat je niet met de blote vuist kunt vechten. Dat laatste zou namelijk voor een soort van Splinter Cell-achtige stealthgameplay - maar dan in het water - kunnen gezorgd hebben. Daarbovenop zou het handig geweest zijn indien je al van in het begin over dodelijke munitie zou beschikken, want als er toevallig geen bruikbare omgevingselementen in de buurt zijn moet je de vijand eigenlijk echt al ergens naartoe gaan lokken, wat niet altijd even makkelijk is.