Skip to main content

The Legend of Zelda: Spirit Tracks

De spirituele opvolger.

Wat zou eigenlijk de lievelingsgame van Marc Dutroux zijn? Tot die vreemde vraagstelling kwam ik na het bekijken van de intro van The Legend of Zelda: Spirit Tracks. We zien hoe Link als jonge snaak bij een honderd jaar oude zeebonk woont. En oude zeebonken hebben vele eenzame nachten beleefd op zee die ze op één of andere manier toch ooit moeten compenseren... Daar trekt Link zich niks van aan, want hij wil machinist worden om met treintjes te kunnen spelen.

Nintendo beweert dat Spirit Tracks geen direct vervolg is op Phantom Hourglass, maar stiekem is het dat eigenlijk wel. Vele concepten in dit spel lijken verdacht veel op die van zijn voorganger en de Japanners doen ook bitter weinig moeite om de illusie te behouden dat dit spel zich in een ander universum afspeelt dan dat van Phantom Hourglass. Deze titel speelt zich honderd jaar later af, maar die illusie is moeilijk te behouden wanneer je ziet dat Link en Zelda exact hetzelfde eruitzien als twee jaar geleden. Zelda beweert in het begin van het spel dat het de allereerste keer is dat de twee elkaar tegenkomen, maar twee jaar geleden zag ik die twee kleine opdonders toch echt wel op dezelfde manier op mijn DS paraderen. Bovendien vertolkt Lineback ook een kleine cameorol en dan is het wel heel moeilijk om Spirit Tracks volledig los te bekijken van zijn voorganger.

Dat is meteen ook het nadeel van deze titel: Nintendo heeft wel erg gretig in dezelfde mosterdpot getast waar het eerder al de inspiratie van Phantom Hourglass haalde. Spelmechanieken, de manier van reizen, puzzels oplossen, één centrale dungeon, de personages, de wereld waarin je vertoeft, door al deze elementen krijg je op bepaalde momenten wel een heel erg groot déjà-vu gevoel. Anderzijds spreekt het voor de techneuten uit Kyoto dat ze al deze elementen op punt hebben gesteld. Phantom Hourglass was een leuk spel, maar voor de doorgewinterde Zelda-veteraan wel erg gemakkelijk.

Het is een kritiek die ze bij Nintendo ter harte hebben genomen, waardoor Spirit Tracks op vele gebieden wat moeilijker, uitdagender en inventiever is geworden. De kerkers zijn nog steeds aan de kleine kant, maar zijn gelukkig wel gegroeid in uitdaging als het aankomt op gevechten met bazen en puzzels. Puzzels en raadsels zijn nooit erg moeilijk, maar later in de game moet je soms toch eventjes nadenken om een puzzel op te lossen. Helaas is er nooit een moment waar je jezelf afvraagt hoe je die puzzel gaat oplossen, een kenmerk van de echt goede Zelda-games, maar helaas niet aanwezig in Spirit Tracks.

De gevechten met de eindbazen zijn nu ook iets uitdagender geworden. Deze creaturen zijn makkelijk te verslaan eens je hun patronen kent, maar het kan gebeuren dat je twee of meer beurten nodig hebt om de gevechtspatronen van deze vermaledijde snoodaards uit te dokteren. Ook nu gebruik je weer alle facetten van de DS om Link door een hachelijk avontuur te loodsen: een aantal puzzels vereist dat je notities maakt op het schermpje van de DS, je spreekt tegen een waarzegster en je blaast in het microfoontje van de DS om een kleine wervelvind te lanceren.

De besturing gebeurt deze keer opnieuw met de stylus en die werkt bijzonder vlot. Bewegen en aanvallen verloopt erg vloeiend, alleen het verdedigen met je schild komt neer op geluk hebben. Aangezien je geen directe controle hebt over het schild van Link, moet je hopen dat Link in de juiste richting staat wanneer een aanval op hem wordt ingezet. Dit is een klein euvel waar je je nauwelijks aan stoort, aangezien je slechts een paar keer met deze onvolkomenheid wordt geconfronteerd.